Typologie(ën)
kinderbewaarplaats
Ontwerper(s)
François MALFAIT – architect – 1921
Jacques MARIN – beeldhouwer
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2006-2008
id
Urban : 18158
Beschrijving
Gebouw in eclectische stijl, n.o.v. stadsarchitect François Malfait, 1921.
De beslissing om op de hoek met de Clovislaan een kinderdagverblijf op te richten was al in 1912, dus voor de Eerste Wereldoorlog, door de Stad genomen.
Gevel in oranje baksteen met elementen in rode baksteen en hardsteen. Bovenaan gewelfde, hardstenen sokkel. Drie bouwlagen, deels bekroond met attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Plat dak. In Grevelingenstraat vier symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vier bouwlagen, waarvan eerste toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., gevolgd door bredere traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van drie bouwlagen onder dakterras. Terugwijkende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met gewelven. In Clovislaan symmetrische gevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); op de drie middelste indrukwekkende gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op hardstenen lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker.. Souterrainvensters met geometrisch hekwerk. Muuropeningen op benedenverdieping onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. of korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. In twee eerste verdiepingen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder bakstenen latei en aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. die afgeronde hoeken vormen. In attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder doorlopende metalen latei, gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gesculpteerde panelen in steen van Euville, in 1924 ontworpen door kunstenaar Jacques Marin. Die van eerste verdieping met voorstellingen van diverse dieren, die van tweede verdieping zijn groter en stellen spelende kinderen voor. In Grevelingenstraat in eerste en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. In Clovislaan terras afgeboord met ijzeren hek tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., thans vereenvoudigd. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; guillotineramenHorizontaal in tweeën gedeeld schuifraam. en roedeverdeling met gekleurd glas.
De ruimten van het kinderdagverblijf liggen L-vormig rond een smalle binnenplaats. Op de plannen zijn op de benedenverdieping aan straatzijde een eetzaal en spreekkamer voorzien, terwijl de spreekkamer van de arts, het weeglokaal, het kantoor van de directrice en de keuken aan de kant van de Clovislaan liggen. De sanitaire ruimten en trappenhal liggen aan de kant van de binnenplaats. Op de eerste verdieping bevinden zich aan straatzijde een linnenkamer en een kamer voor moeders, en aan de kant van de laan over de hele breedte het kinderdagverblijf. Op de tweede verdieping in de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. ligt de kamer van de directrice en langs beide straten een slaapzaal. In de attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. zijn er drie kamers.
De beslissing om op de hoek met de Clovislaan een kinderdagverblijf op te richten was al in 1912, dus voor de Eerste Wereldoorlog, door de Stad genomen.
Gevel in oranje baksteen met elementen in rode baksteen en hardsteen. Bovenaan gewelfde, hardstenen sokkel. Drie bouwlagen, deels bekroond met attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Plat dak. In Grevelingenstraat vier symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vier bouwlagen, waarvan eerste toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., gevolgd door bredere traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van drie bouwlagen onder dakterras. Terugwijkende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met gewelven. In Clovislaan symmetrische gevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); op de drie middelste indrukwekkende gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op hardstenen lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker.. Souterrainvensters met geometrisch hekwerk. Muuropeningen op benedenverdieping onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. of korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. In twee eerste verdiepingen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder bakstenen latei en aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. die afgeronde hoeken vormen. In attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder doorlopende metalen latei, gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gesculpteerde panelen in steen van Euville, in 1924 ontworpen door kunstenaar Jacques Marin. Die van eerste verdieping met voorstellingen van diverse dieren, die van tweede verdieping zijn groter en stellen spelende kinderen voor. In Grevelingenstraat in eerste en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. In Clovislaan terras afgeboord met ijzeren hek tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., thans vereenvoudigd. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; guillotineramenHorizontaal in tweeën gedeeld schuifraam. en roedeverdeling met gekleurd glas.
De ruimten van het kinderdagverblijf liggen L-vormig rond een smalle binnenplaats. Op de plannen zijn op de benedenverdieping aan straatzijde een eetzaal en spreekkamer voorzien, terwijl de spreekkamer van de arts, het weeglokaal, het kantoor van de directrice en de keuken aan de kant van de Clovislaan liggen. De sanitaire ruimten en trappenhal liggen aan de kant van de binnenplaats. Op de eerste verdieping bevinden zich aan straatzijde een linnenkamer en een kamer voor moeders, en aan de kant van de laan over de hele breedte het kinderdagverblijf. Op de tweede verdieping in de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. ligt de kamer van de directrice en langs beide straten een slaapzaal. In de attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. zijn er drie kamers.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 32301 (1912), 57627 (1921).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid