Typologie(ën)

school
universiteit

Ontwerper(s)

Henri VANDEVELDarchitect1903

Constant BOSMANSarchitect1903

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2013

id

Urban : 36938
lees meer

Beschrijving

Schoolinstelling in eclectische stijl met art-nouveaukarakter, gebouwd in 1903 door de architecten Constant Bosmans en Henri Vandeveld. Het gebouw is een van de vijf instituten die eind 19e – begin 20e eeuw voor de Stad van de Wetenschap in het Leopoldpark werden gebouwd.

Geschiedenis
Het gebouw werd opgericht kort na het Instituut voor Sociologie, tijdens de tweede bouwfase van de Stad van de Wetenschap. In de toenmalige Belgische economische en maatschappelijke context, waarin zakenlieden en handelaars klaar stonden om de economische belangen van het land te verdedigen, was er een reële behoefte aan een handelsschool. In samenspraak met de ULB vroeg de industrieel en zakenman Ernest Solvay aan de stad Brussel toestemming om een dergelijk instituut te bouwen in het Leopoldpark, op het al vergunde terrein tussen het Instituut voor Fysiologie en het Instituut voor Sociologie. Emile Waxweiler werd de directeur van deze nieuwe school, een onderdeel van de faculteit politieke en sociale wetenschappen van de ULB.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de onderwijsactiviteiten opgeschort en nam het Duitse leger zijn intrek in het gebouw. In het interbellum bleven de Handelsschool en het Instituut voor Sociologie actief op de site in het Leopoldpark, in tegenstelling tot de andere instituten die naar de site van de ULB op de Solbosch werden overgebracht. Maar uiteindelijk verhuisde de Handelsschool in 1955 toch naar de Solbosch en werd het oude gebouw ingenomen door het Emile Jacqmainlyceum, dat al sinds de jaren 1930 in het voormalige Instituut voor Fysiologie was gevestigd.

Beschrijving
Groot rechthoekig gebouw dat eindigt in een halfronde abside die het hoogteverschil van het terrein naar de lager gelegen vijver overbrugt. De bakstenen gevels met talrijke witstenen elementen vermengen classicisme met art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.. De hoofdgevel heeft twee bouwlagen, de zij- en achtergevels hebben er drie, waarvan de tweede uitspringt op de eerste verdieping.

Op de hoofdgevel, twee registersVensterstrook in een topgevel. van kleine gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen de uitspringende centrale toegangsdeur en de twee zijvensters. Op de verdieping, vijf rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met hoekkettingen. Onder de uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., breed entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met metalen korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. en keramiekdecors. Het decoratieve vocabularium is heel klassiek: pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., zaagtandfries, cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., rozetten, vlechtwerk, … De twee bas-reliëfs van de eerste verdieping stellen Mercuriusstaven voor naar de handel en het reizen verwijzen.
Twee cartouches bekronen de hoofdingang, “UNIVERSITÉ LIBRE” en “ÉCOLE DE COMMERCE / FONDÉE PAR ERNEST SOLVAY”. Het lage vierledige dak wordt bekroond door een klein tentdak tussen vier schoorstenen dat het centrale trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht. Op de schoorsteenpijpen prijkt het jaartal “ANNO” “1903”.

De zij- en achtergevels zijn eenvoudiger behandeld, met kleine gekoppelde vensters in de onderste bouwlaag en grote rechthoekige openingen in de bovenste bouwlagen. De gevels worden geritmeerd door hoekkettingen en banden in witsteen.

Leopoldpark, voormalige Handelsschool, plannen, [i]L’Émulation[/i], 1905, pl. 23.

De plattegrond is symmetrisch: in het midden van het gebouw leiden een imposante hal en een centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. (gesloopt) naar het hoofdauditorium achter in het gebouw, met aan de zijkant de studiezalen, de leszalen, de kantoren van de lesgevers en de bibliotheek.

Bronnen

Archieven
SAB/CP 24-26 Mon. Civils I/ Leopoldpark 4; SAB/CP Groene Ruimten / Leopoldpark.
AULB/2Y2 293; AULB/2Y3 153; AULB/2Y2 297; AULB/2Y3 151.
KIK/b102655.

Publicaties en studies
BRAUMAN, A., DEMANET, M., Le Parc Léopold 1850-1950. Le zoo, la cité scientifique et la ville, Brussel, AAM, 1985, pp. 128-138.

Tijdschriften

L’Emulation, 1905, pl. 23-25.
VIRÉ L., “La Cité scientifique au Parc Léopold à Bruxelles. 1890-1920”, Cahiers Bruxellois. Revue d’histoire urbaine, dl. XIX, 1974, pp. 86-180.