Voormalige lagere gemeenteschool nr. 19, thans Annexe fondamentale Émile Jacqmain – Alfred Mabille
Veronesestraat 21
Correggiostraat 30
Typologie(ën)
school
Ontwerper(s)
Théo SERRURE – architect – 1902
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2006-2008
id
Urban : 18406
Beschrijving
Voormalige lagere gemeenteschool nr. 19, thans Annexe fondamentale Émile Jacqmain – Alfred Mabille en bijgebouw van het Centre pédagogique de Vlaesendael. Gebouw in eclectische stijl, n.o.v. architect Théo Serrure, 1902.
Geschiedenis
School nr. 19 werd als tweede gemeentelijke lagere school van de wijk gebouwd om de eerste, school nr. 9 van 1864 in de Eburonstraat (zie nr. 46, 50) te ontlasten. De nood aan een nieuwe instelling ontstond in de jaren 1890. Het hiertoe uitgekozen terrein ligt tussen de Veronesestraat, Correggiostraat en Franklinstraat. Tijdens de zitting van 07.10.1895 gaf de gemeenteraad de toelating voor de verwerving, in ruil voor de percelen van het zuidelijk deel van het huizenblok, eigendom van de Administration des Hospices. Het was de bedoeling hier een lagere school en een kleuterschool te bouwen. De ruil werd goedgekeurd bij K.B. van 12.12.1895 (Bulletin communal, 1901, t. II, p. 62). Théo Serrure die belast werd met de plannen, legde in 1899 een eerste ontwerp voor.
Hoewel de nood om de school in de Eburonenstraat te ontlasten erg groot was, ontstond er niettemin enige tegenwerking. Een schepen had twijfels omtrent de omvang van het complex dat de toekomstige ontwikkeling van de wijk zou aantasten en buurtbewoners organiseerden een petitie tegen de bouw van de school die ze als een bron van hinder beschouwden. De nieuwe instelling zou er niettemin komen, maar het volume werd ingekrompen en de bouw van een kindertuin werd uitgesteld (JURION-DE WAHA, 1987, p. 2). De oppervlakte van het bouwterrein werd verminderd met het gedeelte aan de Franklinstraat, dat werd verkaveld als bouwgrond voor woningen.
De definitieve plannen van architect Serrure van 1902, werden het jaar daarop goedgekeurd. De werken begonnen in 1904 en de school opende haar deuren in het begin van het schooljaar van 1907-1908. Ze werd ingewijd op 13 oktober. Het was het laatste schoolgebouw dat werd ontworpen op basis van het programma van de ‘École Modèle' dat werd opgesteld door de Ligue de l'Enseignement waarvan burgemeester Charles Buls (1881-1899) medeoprichter was. Dit programma schreef onder meer een overdekte speelplaats voor en ‘ruime, afgezonderde lokalen met voldoende licht en lucht' (JURION-DE WAHA, 1987, p. 2).
Pas in 1948 werd het complex uitgebreid met een kleuterschool (JURION-DE WAHA, 1987, p. X). In 1975 ontwierp architect Hugo De Smedt een uitbreiding aan de kant van de Veronesestraat, die blijkbaar de gebouwen van 1948 vervangt. Daarin is de peutertuin ondergebracht.
De school is onder meer genoemd naar Alfred Mabille, die Directeur-Generaal was van Openbare Opvoeding en Schone Kunsten van de Stad Brussel in de periode dat de school werd geopend. Een aan hem gewijde herdenkingsplaat versierd met reliëfs, bevindt zich op de noordelijke muur van de overdekte speelplaats.
Beschrijving
De school met rechthoekig grondplan staat in het midden van het terrein. Aan de kant van de Veronestraat en Correggiostraat wordt ze voorafgegaan door een met een muur omheinde speelplaats. De hoofdingang bevindt zich in de Veronesestraat in een volume grenzend aan de uiterste linkerkant van het gebouw.
Twee identieke gevels met drie bouwlagen en dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in witte baksteen, met smalle banden in groene baksteen. Elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) inspringend in omlijsting met getrapte bakstenen bekroning. Om de twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gevel geritmeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met houten stijl, onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Centrale deur in Correggiostraat. Decoratieve ankers. Verluchtingsgaten op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Dak met talrijke schouwen. Bewaarde guillotineramenHorizontaal in tweeën gedeeld schuifraam. in Veronesestraat. Langs elke gevel Engelse koer die souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. verlicht en afgeboord is met hek.
Omheiningmuren in witte baksteen en geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; hardstenen dekstenen. In elke straat tegen omheiningmuur toiletten ter vervanging van oorspronkelijk sanitair.
Voorgevel van toegangsvolume in Veronesestraat in witsteen en hardsteen. Links twee smalle gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., bekroond door drie andere; pilastervormige posten; deze venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. verlichten conciërgewoning. Rechts grote toegangsdeur onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., eveneens met pilastervormige posten. ZwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. links met decor van schrift, pen en boek en rechts naai-etui. Inkom benadrukt door twee gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met trigliefen en knoppenRond of afgeplat bolvormig ornament. en getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Attiekmuurtje met inscriptie ‘ECOLE PRIMAIRE COMMUNALE / LAGERE GEMEENTESCHOOL / Nr. 19'. Bewaarde paneeldeur. Aan kant van speelplaats, gelijkaardige gevel als die van hoofdgebouw; vier muuropeningen waarvan één glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat..
Rechts van het complex uitbreiding van 1975 met twee bouwlagen onder plat dak. Gevel in baksteen en beton. Verbonden met hoofdgebouw.
In de Correggiostraat kon door het hoogteverschil een souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. onder de speelplaats worden voorzien. Dit is aan schoolzijde toegankelijk via de Engelse koer en aan straatzijde via een deur in het midden van de omheiningmuur; aan deze kant tevens drie getraliede gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
In rechtergedeelte van speelplaats hoge bakstenen schouw van vroegere verwarmingsketel.
Conform aan het programma van de ‘École Modèle' liggen de klassen aan weerszijden van een overdekte speelplaats bedekt met een glazen koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. Die op de verdiepingen zijn toegankelijk via een galerij op metalen balken die rusten op elegante smeedijzeren consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. De galerijen zijn bereikbaar via trappen aan de korte zijden van de overdekte speelplaats. Op de benedenverdieping ontdubbelt een centraal trapdeel zich naar de eerste verdieping. Van daaruit leiden twee trapdelen naar een overloop, gevolgd door twee andere die uitgeven op de tweede verdieping. De trapdelen rusten op dunne pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en hebben, net als de galerijen een ijzeren leuning met houten handlijstGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen.. Overlopen en galerijen zijn bedekt met hardsteen. Stootborden in opengewerkt metaal.
Overdekte speelplaats met centraal glazen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. op metalen skelet. Dit laatste vormt in lager gedeelte een rondboogvormig gewelf bekleed met latten. In lattenbekleding openingen met drieledige rondboogvormige zoldervensters.
Korte zijden van overdekte speelplaats blindZonder opening; blind venster, schijnopening. op twee eerste verdiepingen; op tweede verdieping vijflicht en groot getoogd vierlicht onder zoldering. Elke galerij loopt langs zes klassen, met uitzondering van tweede verdieping in Veronesestraat, waar de gymnastiekzaal ligt. Hier leidt een centrale trap naar de zolderRuimte onder het dak.. Elke klas heeft een deur en een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. uitgevend op de overdekte speelplaats; deur met mijtervormige tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Overdekte speelplaats met tegelvloer.
Geschiedenis
School nr. 19 werd als tweede gemeentelijke lagere school van de wijk gebouwd om de eerste, school nr. 9 van 1864 in de Eburonstraat (zie nr. 46, 50) te ontlasten. De nood aan een nieuwe instelling ontstond in de jaren 1890. Het hiertoe uitgekozen terrein ligt tussen de Veronesestraat, Correggiostraat en Franklinstraat. Tijdens de zitting van 07.10.1895 gaf de gemeenteraad de toelating voor de verwerving, in ruil voor de percelen van het zuidelijk deel van het huizenblok, eigendom van de Administration des Hospices. Het was de bedoeling hier een lagere school en een kleuterschool te bouwen. De ruil werd goedgekeurd bij K.B. van 12.12.1895 (Bulletin communal, 1901, t. II, p. 62). Théo Serrure die belast werd met de plannen, legde in 1899 een eerste ontwerp voor.
Hoewel de nood om de school in de Eburonenstraat te ontlasten erg groot was, ontstond er niettemin enige tegenwerking. Een schepen had twijfels omtrent de omvang van het complex dat de toekomstige ontwikkeling van de wijk zou aantasten en buurtbewoners organiseerden een petitie tegen de bouw van de school die ze als een bron van hinder beschouwden. De nieuwe instelling zou er niettemin komen, maar het volume werd ingekrompen en de bouw van een kindertuin werd uitgesteld (JURION-DE WAHA, 1987, p. 2). De oppervlakte van het bouwterrein werd verminderd met het gedeelte aan de Franklinstraat, dat werd verkaveld als bouwgrond voor woningen.
De definitieve plannen van architect Serrure van 1902, werden het jaar daarop goedgekeurd. De werken begonnen in 1904 en de school opende haar deuren in het begin van het schooljaar van 1907-1908. Ze werd ingewijd op 13 oktober. Het was het laatste schoolgebouw dat werd ontworpen op basis van het programma van de ‘École Modèle' dat werd opgesteld door de Ligue de l'Enseignement waarvan burgemeester Charles Buls (1881-1899) medeoprichter was. Dit programma schreef onder meer een overdekte speelplaats voor en ‘ruime, afgezonderde lokalen met voldoende licht en lucht' (JURION-DE WAHA, 1987, p. 2).
Pas in 1948 werd het complex uitgebreid met een kleuterschool (JURION-DE WAHA, 1987, p. X). In 1975 ontwierp architect Hugo De Smedt een uitbreiding aan de kant van de Veronesestraat, die blijkbaar de gebouwen van 1948 vervangt. Daarin is de peutertuin ondergebracht.
De school is onder meer genoemd naar Alfred Mabille, die Directeur-Generaal was van Openbare Opvoeding en Schone Kunsten van de Stad Brussel in de periode dat de school werd geopend. Een aan hem gewijde herdenkingsplaat versierd met reliëfs, bevindt zich op de noordelijke muur van de overdekte speelplaats.
Beschrijving
De school met rechthoekig grondplan staat in het midden van het terrein. Aan de kant van de Veronestraat en Correggiostraat wordt ze voorafgegaan door een met een muur omheinde speelplaats. De hoofdingang bevindt zich in de Veronesestraat in een volume grenzend aan de uiterste linkerkant van het gebouw.
Twee identieke gevels met drie bouwlagen en dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in witte baksteen, met smalle banden in groene baksteen. Elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) inspringend in omlijsting met getrapte bakstenen bekroning. Om de twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gevel geritmeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met houten stijl, onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Centrale deur in Correggiostraat. Decoratieve ankers. Verluchtingsgaten op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Dak met talrijke schouwen. Bewaarde guillotineramenHorizontaal in tweeën gedeeld schuifraam. in Veronesestraat. Langs elke gevel Engelse koer die souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. verlicht en afgeboord is met hek.
Omheiningmuren in witte baksteen en geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; hardstenen dekstenen. In elke straat tegen omheiningmuur toiletten ter vervanging van oorspronkelijk sanitair.
Voorgevel van toegangsvolume in Veronesestraat in witsteen en hardsteen. Links twee smalle gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., bekroond door drie andere; pilastervormige posten; deze venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. verlichten conciërgewoning. Rechts grote toegangsdeur onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., eveneens met pilastervormige posten. ZwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. links met decor van schrift, pen en boek en rechts naai-etui. Inkom benadrukt door twee gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met trigliefen en knoppenRond of afgeplat bolvormig ornament. en getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Attiekmuurtje met inscriptie ‘ECOLE PRIMAIRE COMMUNALE / LAGERE GEMEENTESCHOOL / Nr. 19'. Bewaarde paneeldeur. Aan kant van speelplaats, gelijkaardige gevel als die van hoofdgebouw; vier muuropeningen waarvan één glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat..
Rechts van het complex uitbreiding van 1975 met twee bouwlagen onder plat dak. Gevel in baksteen en beton. Verbonden met hoofdgebouw.
In de Correggiostraat kon door het hoogteverschil een souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. onder de speelplaats worden voorzien. Dit is aan schoolzijde toegankelijk via de Engelse koer en aan straatzijde via een deur in het midden van de omheiningmuur; aan deze kant tevens drie getraliede gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
In rechtergedeelte van speelplaats hoge bakstenen schouw van vroegere verwarmingsketel.
Conform aan het programma van de ‘École Modèle' liggen de klassen aan weerszijden van een overdekte speelplaats bedekt met een glazen koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. Die op de verdiepingen zijn toegankelijk via een galerij op metalen balken die rusten op elegante smeedijzeren consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. De galerijen zijn bereikbaar via trappen aan de korte zijden van de overdekte speelplaats. Op de benedenverdieping ontdubbelt een centraal trapdeel zich naar de eerste verdieping. Van daaruit leiden twee trapdelen naar een overloop, gevolgd door twee andere die uitgeven op de tweede verdieping. De trapdelen rusten op dunne pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en hebben, net als de galerijen een ijzeren leuning met houten handlijstGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen.. Overlopen en galerijen zijn bedekt met hardsteen. Stootborden in opengewerkt metaal.
Overdekte speelplaats met centraal glazen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. op metalen skelet. Dit laatste vormt in lager gedeelte een rondboogvormig gewelf bekleed met latten. In lattenbekleding openingen met drieledige rondboogvormige zoldervensters.
Korte zijden van overdekte speelplaats blindZonder opening; blind venster, schijnopening. op twee eerste verdiepingen; op tweede verdieping vijflicht en groot getoogd vierlicht onder zoldering. Elke galerij loopt langs zes klassen, met uitzondering van tweede verdieping in Veronesestraat, waar de gymnastiekzaal ligt. Hier leidt een centrale trap naar de zolderRuimte onder het dak.. Elke klas heeft een deur en een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. uitgevend op de overdekte speelplaats; deur met mijtervormige tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Overdekte speelplaats met tegelvloer.
Bronnen
Archieven
SAB/PP 3135 (1902).
SAB/OW 84774 (1975).
SAB/Bulletin communal de Bruxelles, 1901, t. II, p. 62.
Publicaties en studies
JURION-DE WAHA, Fr., La mémoire des pierres. Bruxelles Architecture scolaire, Koning Boudewijnstichting, Brussel, 1987, pp. X, 2.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid