Typologie(ën)

station
Spoorwegerfgoed

Ontwerper(s)

A. DE PAEPEingenieur1879

Juridisch statuut

Beschermd sinds 26 september 1996

Stijlen

Neorenaissance
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 36541
lees meer

Beschrijving

Gebouw in eclectische stijl met renaissance-invloed, ingenieur A. de Paepe, 1879.

Geschiedenis

Op 01.05.1856 werd de zogenoemde Dender-Waaslijn tussen Brussel en Gent in dienst genomen. Op 20.02.1872 werd voor de reizigers een halte in Laken geopend, die in 1880 door het nieuwe station aan de Kerkeveldstraat werd vervangen, een rechthoekig gebouw van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., ten oosten van de brug en ten noorden van de sporen. Een met metalen loopbrug met overdekte trappen, evenwijdig aan de brug, gaf toegang tot de perrons. In 1936 onderging het interieur van het gebouw diverse wijzigingen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de loopbrug beschadigd. Ondanks een restauratieproject uit 1951 werd ze uiteindelijk volledig heropgebouwd, in gewapend beton en baksteen, naar plannen uit 1954. In 1982 werd het station buiten gebruik gesteld ten gunste van station Bockstael, dat meer westwaarts ligt, onder de gelijknamige laan. Op 26.09.1996 werden de gevels en de bedaking van het station beschermd.

In 2004 verhuurde de NMBS het gebouw aan de Stad met een erfpacht van 27 jaar. Tussen 2008 en 2011 werd het herbestemd tot cultureel centrum (Centre Culturel Bruxelles Nord – Maison de la Création), met een voorlopige binneninrichting. In 2014 werd de loopbrug uit 1954 gesloopt, behalve een blok tegen de zijgevel dat als ingang dienstdoet. Een restauratieplan werd ingediend in 2015.

Kerkeveldstraat 2, voormalige station van Laken, zicht op de doorgangen vanop het perron (verzameling Eric Christiaens/Laca).

Beschrijving

Bakstenen gevel met speklagen van geelachtige zandsteen en met hardstenen elementen. Opstand van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., de eerste als onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., ter hoogte van de spoorlijnen, de tweede op straatniveau. Uitspringende pilastervormende hoeken. Eerste bouwlaag – ter hoogte van spoorlijn - in baksteen op harstenen sokkel, opengewerkt met rondbogige muuropeningen onder doorlopende  archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.; zwikken versierd met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster..
Bouwlagen vanaf straatniveau met
steekboogvormige muuropeningen, op de verdieping onder doorlopende  cordonlijst. Hoofdgestel versierd met een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van digliefen; houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op elke gevel, gemetselde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., vroeger geflankeerd door twee kleine houten dakkapellen onder een boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., behalve op de westelijke gevel, met ovale oeils-de-boeuf.

Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de oostgevel. Drie deuren. Hoofdgestel versierd met een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met centraal het opschrift “STATION” in metalen letters. Dakkapel met oculus geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de noordgevel. Drie centrale deuren. Dakkapel met twee gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de westgevel. Twee deuren ter hoogte van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Dakkapel met twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de zuidgevel. Vier deuren ter hoogte van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en, oorspronkelijk, vier deuren in de tweede bouwlaag, achter het blok van de loopbrug. Brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gescheiden door een pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die een boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. doorbreekt; anker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. met het monogram van Leopold II.

Schrijnwerk deels bewaard. Deuren met vervangen vleugels; sommige bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met metalen roedeverdeling, met een waaiervormig motief in de eerste bouwlaag. Raamwerk met metalen roedeverdeling.

Kerkeveldstraat 2, gare de Laeken, opstand achteraan en doorsnede, 15.07.1879 (© verzameling NMBS).

Binnen, op de noordgevel, tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) ingenomen door het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.; houten trap met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Oorspronkelijk werd de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. gebruikt als magazijn; het had een zware structuur gevormd door dubbele bakstenen arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. onder een plafond met welfsels op metalen balken. Op de benedenverdieping, centrale ingang op de oostgevel, met in de aslijn een gang. Daarlangs liggen, aan de zuidkant, het ontvang- en telegrafiekantoor, de wachtzaal eerste en tweede klas, en de wachtzaal derde klas. Deze wachtzalen stonden in verbinding met de loopbrug naar de perrons. Aan de noordzijde, wachtzaal gevolgd door de bagagezaal (met goederenliftEen lift die voornamelijk bestemd is voor het vervoer van goederen/voorwerpen.  naar de lagere bouwlaag), het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en de sanitaire voorzieningen. Op de verdieping, woning: keuken, wasplaats, eetkamer, toiletruimte en vier kamers, aan weerszijden van een gang. Zolder zonder tussenwanden, met een houten geraamte.


Bronnen

Archieven
Archief van de NMBS.


Publicaties en studies
Brusselse wandelingen.
 4. Industrieel erfgoed in Laken, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1999, p. 7.
COSYN, A., Laeken Ancien & Moderne, Imprimerie scientifique Charles Bulens, Brussel, 1904, p. 142.
CULOT, M. [o.l.v.], Bruxelles Hors Pentagone. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 13.
DEMEURE, Q., HEYMANS, V., L’ancienne gare de Laeken, rue du Champ de l’Eglise, 2. 1879. Étude historique du Bâtiment, Departement Stedenbouw, Afdeling Architectuur, Cel Historisch Erfgoed, juni 2007.
DEMEY, Th., DE VILLE, A., PASTIELS, P., Les gares bruxelloises, Un patrimoine méconnu, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dienst Monumenten en Landschappen, Brussel, 1994, pp. 37-39.
Le rail bruxellois en images, Editions P.F.T. asbl, Brussel, 1994, pp. 121-122, 124.

Tijdschriften
“Une gare remise sur les rails. La Gare de Laeken”, Bruxelles entre en gareLes Cahiers de la Fonderie, 24, oktober 1998, pp. 95-97.