



Typologie(ën)
fabriek
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1908-1918
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Wetenschappelijk De wetenschappelijke waarde wordt vaak erkend in het geval van landschappen (parken, halfnatuurlijke gebieden). Binnen de context van een onroerend goed kan het gaan om de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek. In het geval van archeologische vindplaatsen en overblijfselen wordt de wetenschappelijke waarde erkend in relatie tot het uitzonderlijke karakter van de resten op het gebied van ouderdom (bijvoorbeeld de Romeinse villa in Jette), de uitzonderlijke bewaringsomstandigheden (bijvoorbeeld de site van het vroegere dorp Oudergem) of de uniciteit van de elementen (bijvoorbeeld een volledig bewaard dakspant) en derhalve op dat vlak een uitzonderlijke en prominente wetenschappelijke bijdrage vormen tot de kennis van ons stedelijk en pre-stedelijk verleden.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 37550
Beschrijving
Industrieel gebouw in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, gebouwd
ca. 1913 en herhaaldelijk vergroot en gewijzigd.
Geschiedenis
Het complex vestigde zich binnen het huizenblok afgebakend door de Tollenaerestraat, de Laneaustraat en de Pannenhuisstraat. De eerste gebouwen, die rond 1913 werden gebouwd, waren twee lange evenwijdige volumes van drie bouwlagen onder plat dak, het ene aan de Tollenaerestraat (nr. 56-58), het andere achteraan, gebruikt als stal, gescheiden door een binnenplaats overdekt door een dubbel beglaasd zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. In 1914 ontwierp architect P. Heine kantoren en stallen in de Laneaustraat (nr. 119-133), die werden bekroond in de gevelwedstrijd die de gemeente voor de jaren 1913 tot 1915 organiseerde. Ze werden in 1919 aangevuld met aanpalende werkplaatsen en waren toegankelijk vanaf de Tollenaerestraat via een L-vormige binnenplaats die ook in dat jaar werd voorzien van een beglaasd zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Nog in datzelfde jaar werden evenwijdige fabrieksgebouwen met metalen gebinte aangebouwd rechts van het gebouw in de Tollenaerestraat (nr. 74-76 en achteraan op nr. 78-80). In 1928 werden stallen ontworpen in de Pannenhuisstraat (nr. 44-48): twee evenwijdige volumes van één bouwlaag, aangebouwd tegen de achtergevel van het oorspronkelijke centrale volume. In 1930 verkocht de maatschappij een deel van haar lokalen aan het warenhuis A L’Innovation, voordat ze haar activiteiten na de Tweede Wereldoorlog stopzette. Verscheidene firma’s volgden elkaar toen op in het complex. In 1968 werden de gebouwen in de Laneaustraat grondig verbouwd (n.o.v. architect Jan Christiaens). In 1988 werden aan de noordzijde van de binnenplaats twee kleine volumes opgetrokken die door een brouwerij werden ingenomen (n.o.v. architect Bernard Defrenne). Rond 2000 werd het complex gerenoveerd, waarbij de glazen daken en het uiteinde van de stallen aan de Pannenhuisstraat werden verwijderd en vervangen door binnenplaatsen.
![Edmond Tollenaerestraat 56-58, de [i]Société Laitière Hollandia[/i] (verzameling Eric Christiaens/Laca).](/medias/500/buildings/10208061/10208061_0056_W01.jpg)
Beschrijving
Evenwijdige volumes in de Tollenaerestraat met bakstenen gevels, met pleisterwerk op bakstenen en hardstenen kordonlijstenUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. Gevels geritmeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. SteekboogvenstersBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Aan straatzijde, hoofdgevel van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de benedenverdieping, centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en laatste vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. omgebouwd tot een ingang onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., thans verbouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Voorlaatste pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. ingekort ten gunste van een smalle deur. Centraal, boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. waarop vroeger het opschrift “HOLLANDIA / SOCIÉTÉ LAITIÈRE” prijkte. Linkerzijgevel met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen; muuropeningen dichtgemetseld in de lagere bouwlagen. Achtergevel van twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gedicht.
Achterliggend volume met symmetrische gevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) naar de binnenplaats. Benedenverdieping thans gecementeerdMet portlandcement bestrijken. en opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met smalle rechthoekige muuropeningen. Op de verdiepingen zijn de meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. per twee of drie gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd..
Zijingang met vervangen afsluiting.
Op nr. 74-76, gevel van één bouwlaag in dezelfde materialen, oorspronkelijk geritmeerd door drie pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Geschiedenis
Het complex vestigde zich binnen het huizenblok afgebakend door de Tollenaerestraat, de Laneaustraat en de Pannenhuisstraat. De eerste gebouwen, die rond 1913 werden gebouwd, waren twee lange evenwijdige volumes van drie bouwlagen onder plat dak, het ene aan de Tollenaerestraat (nr. 56-58), het andere achteraan, gebruikt als stal, gescheiden door een binnenplaats overdekt door een dubbel beglaasd zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. In 1914 ontwierp architect P. Heine kantoren en stallen in de Laneaustraat (nr. 119-133), die werden bekroond in de gevelwedstrijd die de gemeente voor de jaren 1913 tot 1915 organiseerde. Ze werden in 1919 aangevuld met aanpalende werkplaatsen en waren toegankelijk vanaf de Tollenaerestraat via een L-vormige binnenplaats die ook in dat jaar werd voorzien van een beglaasd zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Nog in datzelfde jaar werden evenwijdige fabrieksgebouwen met metalen gebinte aangebouwd rechts van het gebouw in de Tollenaerestraat (nr. 74-76 en achteraan op nr. 78-80). In 1928 werden stallen ontworpen in de Pannenhuisstraat (nr. 44-48): twee evenwijdige volumes van één bouwlaag, aangebouwd tegen de achtergevel van het oorspronkelijke centrale volume. In 1930 verkocht de maatschappij een deel van haar lokalen aan het warenhuis A L’Innovation, voordat ze haar activiteiten na de Tweede Wereldoorlog stopzette. Verscheidene firma’s volgden elkaar toen op in het complex. In 1968 werden de gebouwen in de Laneaustraat grondig verbouwd (n.o.v. architect Jan Christiaens). In 1988 werden aan de noordzijde van de binnenplaats twee kleine volumes opgetrokken die door een brouwerij werden ingenomen (n.o.v. architect Bernard Defrenne). Rond 2000 werd het complex gerenoveerd, waarbij de glazen daken en het uiteinde van de stallen aan de Pannenhuisstraat werden verwijderd en vervangen door binnenplaatsen.
![Edmond Tollenaerestraat 56-58, de [i]Société Laitière Hollandia[/i] (verzameling Eric Christiaens/Laca).](/medias/500/buildings/10208061/10208061_0056_W01.jpg)
Beschrijving
Evenwijdige volumes in de Tollenaerestraat met bakstenen gevels, met pleisterwerk op bakstenen en hardstenen kordonlijstenUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. Gevels geritmeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. SteekboogvenstersBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Aan straatzijde, hoofdgevel van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de benedenverdieping, centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en laatste vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. omgebouwd tot een ingang onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., thans verbouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Voorlaatste pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. ingekort ten gunste van een smalle deur. Centraal, boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. waarop vroeger het opschrift “HOLLANDIA / SOCIÉTÉ LAITIÈRE” prijkte. Linkerzijgevel met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen; muuropeningen dichtgemetseld in de lagere bouwlagen. Achtergevel van twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gedicht.
Achterliggend volume met symmetrische gevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) naar de binnenplaats. Benedenverdieping thans gecementeerdMet portlandcement bestrijken. en opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met smalle rechthoekige muuropeningen. Op de verdiepingen zijn de meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. per twee of drie gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd..
Zijingang met vervangen afsluiting.
Op nr. 74-76, gevel van één bouwlaag in dezelfde materialen, oorspronkelijk geritmeerd door drie pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Bronnen
Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).
SAB/OW Laken 3600 (1914), Laken PV Reg. 171 (25.07.1919), Laken PV Reg. 171 (09.12.1919), 53766 (1924), 37830 (1928), 37367 (1930), 81841 (1968), 91779 (1988).
Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Edmond Tollenaere (rue)”, 1913.