Onderzoek en redactie
1997-2004
Bekijk de weerhouden gebouwen
Van Ducpétiauxlaan naar Verbindingsstraat. IJskelderstraat en Felix Delhassestraat geven erop uit.
Rooilijnenplan bij K.B. van 27.04.1892.
Genoemd naar voormalige schepen van Sint-Gillis, Henri Wafelaerts.
Hoofdzakelijk residentiële straat met uitzondering van enkele industriële gebouwen. Bebouwing relatief recent met overwegend laat-eclectische huizen, soms met nog enkele art-nouveau-elementen., zoals: nr. 24 (1902), gewijzigd door garage (1963), nr. 26 (1902), op benedenverdieping gewijzigd door garage (arch. J. Lambeaux en Antoine Pompe, die ook deur hertekenden, 1948), nr. 28 (arch. Hubert De Kock, 1906), nr. 30 (1906), gekenmerkt door een meer neoclassicistische inslag, nr. 33 (1902), met mooie deur onder impostraam met glas-in-lood, nr. 41 (1907), oorspronkelijk met stallen en een grote bieropslagplaats op de achterplaats, nr. 43 (arch. Alfred Knien, 1909), met achterhuis (stalling en opslagruimte) dat werd omgebouwd tot garage (1922) en vervolgens verhoogd werd (1927), nr. 46 (arch. Henri Martin, 1911), nr. 48, gesigneerd en gedateerd ‘G. Van Hove archte 1911' en licht gewijzigd op benedenverdieping door omvorming van garagedeur in venster (1934), nr. 60 (1929), nr. 62 (1910), op kelderverdieping gewijzigd door aanbrengen van garage (1969).
Parallel met het eclecticisme zijn er verschillende realisaties in Beaux-Artsstijl en art deco zoals nr. 19 (arch. René Lamury, 1935), oorspronkelijk huis (1904) omgevormd tot flatgebouw. Het huis werd gebruikt als beeldhouwatelier voor Paul Joseph Thimothée n.o.v. arch. Constant Bosmans en Henri Vandeveld.
Oorspronkelijk straatbeeld goed bewaard op enkele recentere constructies na zoals nr. 5 (arch. Joseph Wafelaerts, 1967) en nr. 8a (arch. Joseph Libert, 1977), een appartementsgebouw ter vervanging van twee garages (arch. René Housiaux, 1924).
Rooilijnenplan bij K.B. van 27.04.1892.
Genoemd naar voormalige schepen van Sint-Gillis, Henri Wafelaerts.
Hoofdzakelijk residentiële straat met uitzondering van enkele industriële gebouwen. Bebouwing relatief recent met overwegend laat-eclectische huizen, soms met nog enkele art-nouveau-elementen., zoals: nr. 24 (1902), gewijzigd door garage (1963), nr. 26 (1902), op benedenverdieping gewijzigd door garage (arch. J. Lambeaux en Antoine Pompe, die ook deur hertekenden, 1948), nr. 28 (arch. Hubert De Kock, 1906), nr. 30 (1906), gekenmerkt door een meer neoclassicistische inslag, nr. 33 (1902), met mooie deur onder impostraam met glas-in-lood, nr. 41 (1907), oorspronkelijk met stallen en een grote bieropslagplaats op de achterplaats, nr. 43 (arch. Alfred Knien, 1909), met achterhuis (stalling en opslagruimte) dat werd omgebouwd tot garage (1922) en vervolgens verhoogd werd (1927), nr. 46 (arch. Henri Martin, 1911), nr. 48, gesigneerd en gedateerd ‘G. Van Hove archte 1911' en licht gewijzigd op benedenverdieping door omvorming van garagedeur in venster (1934), nr. 60 (1929), nr. 62 (1910), op kelderverdieping gewijzigd door aanbrengen van garage (1969).
Parallel met het eclecticisme zijn er verschillende realisaties in Beaux-Artsstijl en art deco zoals nr. 19 (arch. René Lamury, 1935), oorspronkelijk huis (1904) omgevormd tot flatgebouw. Het huis werd gebruikt als beeldhouwatelier voor Paul Joseph Thimothée n.o.v. arch. Constant Bosmans en Henri Vandeveld.
Oorspronkelijk straatbeeld goed bewaard op enkele recentere constructies na zoals nr. 5 (arch. Joseph Wafelaerts, 1967) en nr. 8a (arch. Joseph Libert, 1977), een appartementsgebouw ter vervanging van twee garages (arch. René Housiaux, 1924).
Bronnen
Archieven
GASG/DS 5: 67 (1967); 8-8a: 193 (1924), 60 (1977); 19: 66 (1904), 1 (1935); 24: 182 (1902), 28 (1963); 26: 111 (1902), 84 (1948); 28: 28 (1906); 41: 176, 324 (1907); 43: 80 (1909), 131 (1922), 257 (1927); 48: 220 (1911), 128 (1934); 60: 56 (1929); 62: 123 (1910), 54 (1969).
Publicaties en studies
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraal proefschrift, sectie Kunstwetenschappen en Archeologie, VUB), Brussel, 1995-1996.
GASG/DS 5: 67 (1967); 8-8a: 193 (1924), 60 (1977); 19: 66 (1904), 1 (1935); 24: 182 (1902), 28 (1963); 26: 111 (1902), 84 (1948); 28: 28 (1906); 41: 176, 324 (1907); 43: 80 (1909), 131 (1922), 257 (1927); 48: 220 (1911), 128 (1934); 60: 56 (1929); 62: 123 (1910), 54 (1969).
Publicaties en studies
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraal proefschrift, sectie Kunstwetenschappen en Archeologie, VUB), Brussel, 1995-1996.