Typologie(ën)
fabriek
familistère
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1829
INCONNU - ONBEKEND – 1887
Stijlen
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Erfgoedinventaris van de sociale woningbouw (La Fonderie - 2005)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreding Noord (Apeb - 2016-2018)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Geschiedenis
De Franse industrieel Jean-Baptiste André Godin dankte zijn fortuin aan de ontwikkeling van een vernieuwend type gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. kachels die door straling en convectie een homogene en permanenten warmte verspreidden, aan een redelijke prijs. Na het succes van zijn eerste vestiging in het Franse Guise in 1846, besliste hij een filiaal in Brussel op te richten. In 1858 kocht hij op de oostelijke oever van het Kanaal van Willebroek vier hectare terreinen, in het oosten afgebakend door de Zenne, om er een uitgestrekt industrieel complex te vestigen dat rechtstreeks met de spoorweg in verbinding stond. De kachelfabriek nam aanvankelijk de oude gebouwen in van de indiennefabriek Story-Waes, die uit 1829 dateerden (arbeidershuizen, wasserij, drukkerij en ververij van textiel, drogerij en magazijnen) en waarvan het nog bewaarde deel de “kathedraal” wordt genoemd. Vanaf de jaren 1860 verrezen parallelle hallen, loodrecht op de Zenne: productie- en afwerkingsateliers, het modellenmagazijn en het verzendingsmagazijn. In 1887 werd een familistère bestemd voor de huisvesting van de arbeidersgezinnen ontworpen, samen met aanhorigheden, en een jaar later werd een school gebouwd.
De fabriek zette haar activiteiten stop in 1960 en de laatste bewoners verlieten de familistère in 1971. Met uitzondering van de familistère, die op 08.08.1988 als monument werd beschermd, van de overblijfselen van haar aanhorigheden en van het gebouw genaamd “kathedraal”, werd het complex in 2015-2016 gesloopt om plaats te maken voor het grote shoppingcenter Docks Bruxsel (Art&Build Architect).
Beschrijving
Familistère
Massief symmetrisch gebouw met rechthoekige plattegrond en een binnenplaats onder glazen dak, van drie-en-een-halve bouwlaag, alles in baksteen, onder een doorlopend zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met dakpannen, een fijne houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en talrijke dakkapellen met soortgelijke bedekking die in 1928 werden toegevoegd.
Oorspronkelijk vertoonden de buitenmuren een bijna identieke compositie: negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de hoofdgevel aan de kant van het kanaal, met een brede centrale ingang, tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) ertegenover, en twaalf op de zijgevels, die links met een secundaire ingang op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Verbonden met drie boven elkaar geplaatste hoekpilasters, doorlopende kordonvormige lekdorpel voor de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de tweede en vierde bouwlaag, waarbij die op de vierde een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. voor een fijn hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. vormde, en een boogfries onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). van het dak. Muuropeningen in de eerste drie bouwlagen onder platte lijst met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., die in de laatste onder steekboog. Alle omlijstingen hadden een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., in de eerste twee bouwlagen versierd met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop., in de laatste twee met hoekblokken op de stijlen.
Hoofdgevel en deel van de linkerzijgevel na bombardement heropgebouwd in 1947, in analoog materiaal. Nieuwe compositie op de hoofdgevel: centrale voorbouw van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), lichtjes uitspringend, en drie traveeën aan elke zijde. De voorbouw mondt uit in een gewelfde geveltop met uitkragende hoeken; ingang met hardstenen omlijsting met classicistische inslag, onder een steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. bekroond door een Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. afgesloten door de metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Rechthoekige of steekboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., sommige breder, allemaal voorzien van een fijne omlijsting in gele keramiek. De gebombardeerde traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de linkerzijgevel zijn (bijna volledig) heropgebouwd naar oorspronkelijk ontwerp.
Schrijnwerk en kroonlijst van het dak volledig vernieuwd vóór 2012 (bureau Atlante sprl, project uit 2006, vergunningsaanvraag uit 2008, werken onderbroken).
Interieur. Oorspronkelijk, sterk symmetrische indeling voor 72 woningen met twee, vier of vijf kamers.
Volumes met identieke diepte op de schuine hoeken waarvan de muuropeningen toegang geven tot een trappenhuis in het oosten en het westen, en tot een vestibule voor twee appartementen in het zuiden en het noorden. De secundaire ingang leidt naar het oostelijke trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., waarop de sanitaire voorzieningen uitgeven, gescheiden voor mannen en vrouwen. In elke bouwlaag (behalve op de benedenverdieping aan de kant van de ingang), binnengevels in bepleisterde baksteen met een of twee groepen muuropeningen volgens spiegelbeeldschema: gekoppelde deuren voor twee appartementen en een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. aan elke kant. De verdiepingen zijn bereikbaar via een galerij in metaal en baksteen. De talrijke keldercompartimenten, met steekboogvormige kelderramen, en de reeks mansardes liggen rond een perifere gang waarop de trappen uitkomen. Het gaat om hangende wenteltrappenTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met cementen treden op een gietijzeren trapboom en met een metalen leuning met eenvoudige spijlen en bewerkte gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. trappalenHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap..
In de loop der jaren werd deze fraaie ordonnantie verstoord de gewijzigde functie van sommige muuropeningen en door een nieuwe indeling van woningen en mansardes. Tijdens de werken in 1947 vestigde zich zelfs een handelszaak op de begane grond, links van de grote ingang. De binnengevels wachten nu op een zo goed mogelijk herstel in hun oorspronkelijke staat.
De kelders lopen ook door onder de binnenplaats, waarvan ze de geplaveide vloer op 18 vierkante pijlers dragen. Het metalen beglaasde zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., met dakschilden en met schuine hoeken, wordt beklemtoond door een houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met motieven van lambrekijns in onbewerkte baksteen. Het maakt gebruik van geklonken Polonceauspanten. Het daklicht dat de nok overspande is verdwenen. Het glasraam werd verwijderd, gereinigd, herschilderd en versterkt voordat het in 2012 opnieuw werd geplaatst.
Bijgebouwen van de familistère
Op het plan van 1887 staat, evenwijdig aan de linkerzijgevel van de familistère, een conciërgewoning aan de kaaizijde, gevolgd door een toonzaal voor de producten van de fabriek en door kantoren. Op een verbouwingsplan uit 1923 staat een kantine op de plaats van de toonzaal, die was verplaatst naar achter de kantoren en werd gevolgd door een opslagplaats en een wasplaats.
Dit nochtans homogene geheel in eclectische stijl, volledig in baksteen, vertoonde verschillende hoogten onder de zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. met dakpannen. Het werd verkleind na een verbreding van de kaai na 1971, en eind 20e eeuw raakte het in verval en verloor het zijn middendeel ten gunste van parkeerplaatsen. Aan de zuidoostkant van het geheel, dat in 2015-2016 werd gerenoveerd en geherstructureerd in het kader van de bouw van het shoppingcenter, staan de puntgevel en de gootmuren van een klein gebouw van anderhalve bouwlaag. Deze gevels worden gescandeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., onderbroken door een kordonband tussen de bouwlagen en bekroond door een boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., met centraal de poort voor de karren en de muuropening voor de goederenliftEen lift die voornamelijk bestemd is voor het vervoer van goederen/voorwerpen. , waarvan de geprofileerde omlijstingen zijn verdwenen. De gootmuren hebben vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met muuropeningen met een omlijsting bekroond door een fijne kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Aan het andere uiteinde zijn er nog overblijfselen van een analoge structuur zonder verdieping.
Voormalig magazijn genaamd “de kathedraal”
Dit bakstenen gebouw in neoclassicistische stijl, dat in 1829 werd gebouwd i.o.v. de voormalige spinnerij Story-Waes, werd door Godin hergebruikt als modellenmagazijn. Het rechthoekige gebouw heeft achttien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen onder een verhoogde kapconstructie en een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met dakpannen. Er was een ingang op de eerste en de voorlaatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Over de gevels loopt op de eerste verdieping een doorlopende kordonlijst; de gevels worden bekroond door een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met geriemde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en een fries met halfcirkelvormige muuropeningen en een houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Stenen onderdorpels, behalve voor de halfronde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Binnen zijn de kelders overdekt door twee rijen gewelven gedragen door korfboogvormige gordelbogen die rusten op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met imposten. De plankenvloeren van de verdiepingen rusten op eikenhouten balken die van de ene gootmuur naar de andere lopen. De zeventien portaalspanten, in dezelfde houtsoort, hebben een hoge dakstoel met hangwerk en windschoren, en met vier op dezelfde manier geschoorde pannen. Alle draagstructuren, gewelven en plankenvloeren werden in een niet nader bepaalde periode verstevigd, de ene met bakstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) (verzorgd), de overige met dennenhouten palen.
In 2015-2016 werd dit zwaar vervallen industrieel gebouw volledig gerestaureerd (met verwijdering/herplaatsing van het gebinte) en werd het herbestemd tot een restaurant met beglaasd tochtportaal op de benedenverdieping, tot kantoren op verdiepingen en tot een gedenkruimte van de site op de zolderverdieping. Aan een van de uiteinden kwam er een doorgang, met lift, van twee traveeën en twee bouwlagen, die toegang geeft tot het nieuwe shoppingcenter vanaf de Lambermontlaan.
Bronnen
Archieven
SAB/OW Laken 3884 (1887), Laken 4156 (1889), 39798 (1923), 39800 (1923), 36625 (1928), 57981 (1947).
Publicaties en studies
ATLANTE sprl, Projet Patrimoine 2006. Le Familistère Godin, 2006.
B. VAN DER WEE ARCHITECTS, Le site des anciennes usines Godin à Laeken (Bruxelles), december 2009.
COOPARCH-R.U., Le site des anciennes usines Godin à Laeken-Bruxelles. Étude historique – contexte actuel. Rapport, 10.11.2008.
CULOT, M. [o.l.v.], Bruxelles Hors Pentagone. Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 53.
VANDERHULST, G., Site des anciennes usines GODIN à Laeken-Bruxelles (dossier pour le classement du Site et des ateliers des anciennes poêleries GODIN à Laeken), januari 2009.
Tijdschriften
“Bruxelles: un canal, des usines et des hommes”, Les Cahiers de la Fonderie, 1, 1986, pp.223, 288-289.
VALCKE, S., “De voormalige Godinfabrieken in Brussel”, Erfgoed Brussel, 8, Directie Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, november 2013, pp.41-49.
VAN DER ELST, W., “De Familistère van Godin te Laken beschreven in 1913”, Laca Tijdingen, jaargang 16, 3, maart 2005.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid