Onderzoek en redactie
1997-2004
Bekijk de weerhouden gebouwen
Rechte, hellende straat tussen Vorstsesteenweg en Montenegrostraat.
Genoemd naar ingenieur van spoorwegen die een voor alle locomotieven aanpasbare stoomschuif ontwikkelde. Ateliers ‘Walschaerts' waren gelegen op voormalige Constantinopelplein (nu Heldenplein) nr. 62 en produceerden motoren en machines; gebouwen n.o.v. arch. Frédéric Van Der Riet, 1861, maar nu gesloopt.
Geopend vanaf 1908 en bebouwd tussen 1912 en 1936 met huizen en appartementsgebouwen, voornamelijk in laat-eclectische of modernistische stijl.
Niet geselecteerde nr.: 2a, 4: twee kleine huizen in laat-eclectische stijl n.o.v. arch. J. Heiden, 1928; 6: huis in art deco n.o.v. arch. Pierre Sermeus, 1926, maar benedenverdieping verbouwd (1976); 7-11: groot opbrengsthuis in eclectische stijl met polychroom parement, 1911, maar pui en deur in linker travee verbouwd tot venster; 10: appartementsgebouw in eclectische stijl n.o.v. arch. Pierre De Gieter, 1923, maar met twee bouwlagen verhoogd (1934), doch fraaie bewaard eiken deuren met roedeverdeling; 12: huis met neoclassicistische inslag n.o.v. arch. Pierre De Gieter, 1923, fraaie bewaard eiken deur; 13: huis in art deco n.o.v. arch. M. Ferire, 1931, hoofdtravee bekroond door dakvenster onder puntgevel; 16, 18: twee huizen in eclectische stijl n.o.v. arch. Henri Denayer, 1913, maar benedenverdieping op nr. 18 verbouwd (1934); 17: huis in eclectische stijl n.o.v. arch. Omer Brison, 1911; 21: huis in eclectische stijl met polychroom parement, 1911, maar verhoogd (1929); 22: klein gebouw in laat-eclectische stijl, voormalige atelier en kantoor van arch. Albert Lefort, 1922; 24, 26, 28: drie identieke opbrengsthuizen in eclectische stijl, 1914; 25: opbrengsthuis in eclectische stijl, 1912, vergelijkbaar met nr. 24 tot 28; 27: opbrengsthuis in eclectische stijl n.o.v. arch. Pierre De Gieter, 1914, eveneens vergelijkbaar met nr. 24 tot 28; 31: opbrengsthuis in eclectische stijl, 1913; 32: opbrengsthuis in modernistische stijl n.o.v. arch. Leys, 1936; 33, 35, 37: drie gelijkaardige huizen in eclectische stijl; gesigneerd en gedateerd op onderbouw van nr. 33 ‘L(éon) Lemal / architecte / 1913'; fraaie kroonlijst met klossen op nr. 33; 34: klein industrieel gebouw in eclectische stijl n.o.v. arch. Robert Lemaire, 1921; 36: opbrengsthuis in eclectische stijl, 1914; 38-40: opbrengsthuis in eclectische stijl met polychroom parement, 1914; 49: huis in eclectische stijl met polychroom parement, 1912, maar met verbouwde benedenverdieping (1966); 51 en Montenegrostraat nr. 56-58: appartementsgebouw i.o.v. ‘Sint-Gillishaard' en n.o.v. arch. Roger Dejeneffe en Joseph Thomas, 1950.
Genoemd naar ingenieur van spoorwegen die een voor alle locomotieven aanpasbare stoomschuif ontwikkelde. Ateliers ‘Walschaerts' waren gelegen op voormalige Constantinopelplein (nu Heldenplein) nr. 62 en produceerden motoren en machines; gebouwen n.o.v. arch. Frédéric Van Der Riet, 1861, maar nu gesloopt.
Geopend vanaf 1908 en bebouwd tussen 1912 en 1936 met huizen en appartementsgebouwen, voornamelijk in laat-eclectische of modernistische stijl.
Niet geselecteerde nr.: 2a, 4: twee kleine huizen in laat-eclectische stijl n.o.v. arch. J. Heiden, 1928; 6: huis in art deco n.o.v. arch. Pierre Sermeus, 1926, maar benedenverdieping verbouwd (1976); 7-11: groot opbrengsthuis in eclectische stijl met polychroom parement, 1911, maar pui en deur in linker travee verbouwd tot venster; 10: appartementsgebouw in eclectische stijl n.o.v. arch. Pierre De Gieter, 1923, maar met twee bouwlagen verhoogd (1934), doch fraaie bewaard eiken deuren met roedeverdeling; 12: huis met neoclassicistische inslag n.o.v. arch. Pierre De Gieter, 1923, fraaie bewaard eiken deur; 13: huis in art deco n.o.v. arch. M. Ferire, 1931, hoofdtravee bekroond door dakvenster onder puntgevel; 16, 18: twee huizen in eclectische stijl n.o.v. arch. Henri Denayer, 1913, maar benedenverdieping op nr. 18 verbouwd (1934); 17: huis in eclectische stijl n.o.v. arch. Omer Brison, 1911; 21: huis in eclectische stijl met polychroom parement, 1911, maar verhoogd (1929); 22: klein gebouw in laat-eclectische stijl, voormalige atelier en kantoor van arch. Albert Lefort, 1922; 24, 26, 28: drie identieke opbrengsthuizen in eclectische stijl, 1914; 25: opbrengsthuis in eclectische stijl, 1912, vergelijkbaar met nr. 24 tot 28; 27: opbrengsthuis in eclectische stijl n.o.v. arch. Pierre De Gieter, 1914, eveneens vergelijkbaar met nr. 24 tot 28; 31: opbrengsthuis in eclectische stijl, 1913; 32: opbrengsthuis in modernistische stijl n.o.v. arch. Leys, 1936; 33, 35, 37: drie gelijkaardige huizen in eclectische stijl; gesigneerd en gedateerd op onderbouw van nr. 33 ‘L(éon) Lemal / architecte / 1913'; fraaie kroonlijst met klossen op nr. 33; 34: klein industrieel gebouw in eclectische stijl n.o.v. arch. Robert Lemaire, 1921; 36: opbrengsthuis in eclectische stijl, 1914; 38-40: opbrengsthuis in eclectische stijl met polychroom parement, 1914; 49: huis in eclectische stijl met polychroom parement, 1912, maar met verbouwde benedenverdieping (1966); 51 en Montenegrostraat nr. 56-58: appartementsgebouw i.o.v. ‘Sint-Gillishaard' en n.o.v. arch. Roger Dejeneffe en Joseph Thomas, 1950.
Bronnen
Publicaties en studies
Vie économique à Saint-Gilles…des origines à demain, Syndicat d'initiative de Saint-Gilles, 1993, p. 126.
Inventaris van de volkswoningen te Brussel, Sint-Lukaswerkgemeenschap, Brussel, 1985, fiche 204.
Vie économique à Saint-Gilles…des origines à demain, Syndicat d'initiative de Saint-Gilles, 1993, p. 126.
Inventaris van de volkswoningen te Brussel, Sint-Lukaswerkgemeenschap, Brussel, 1985, fiche 204.
Archieven van de niet geselecteerde nr.
GASG/DS 2a: 252 (1928); 4: 253 (1928); 6: 276 (1926), 18 (1976); 7-11: 80 (1911); 10: 161 (1923), 48 (1934); 12: 115 (1923); 13: 324 (1931); 16, 18: 248, 251 (1913), 267 (1934); 17: 371 (1911); 21: 340 (1911), 106 (1929); 22: 140 (1922); 24, 26: 69 (1914); 25: 99 (1912); 27: 10 (1914); 28: 70 (1914); 31: 327 (1913); 32: 62 (1936); 33: 3 (1913); 34: 78 (1921); 35: 87 (1913); 36: 108 (1914); 37: 12 (1913); 38-40: 90 (1914); 49: 246 (1912), 88 (1966); 51: 46 (1950).
GASG/DS 2a: 252 (1928); 4: 253 (1928); 6: 276 (1926), 18 (1976); 7-11: 80 (1911); 10: 161 (1923), 48 (1934); 12: 115 (1923); 13: 324 (1931); 16, 18: 248, 251 (1913), 267 (1934); 17: 371 (1911); 21: 340 (1911), 106 (1929); 22: 140 (1922); 24, 26: 69 (1914); 25: 99 (1912); 27: 10 (1914); 28: 70 (1914); 31: 327 (1913); 32: 62 (1936); 33: 3 (1913); 34: 78 (1921); 35: 87 (1913); 36: 108 (1914); 37: 12 (1913); 38-40: 90 (1914); 49: 246 (1912), 88 (1966); 51: 46 (1950).