Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Antoine TRAPPENIERS – aannemer, architect – 1867
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)
- Erfgoedinventaris van de sociale woningbouw (La Fonderie - 2005)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 9400
Beschrijving
Monumentaal neoclassicistisch gebouw met gebogen grondplan, gelegen langs Hallepoortlaan, tussen César De Paepestraat, Émile Féronstraat en Engelandstraat. Zowel voor- als achteraan omzoomd door tuin.
Gebouwd i.o.v. Stad Brussel n.o.v. arch. Antoine Trappeniers en Hendrik Beyaert, 1867.
Opgedragen aan André-Napoléon Fontainas (1807–1863), burgemeester van Brussel die aan basis stond van belangrijke hervormingen in het openbaar onderwijs.
Achter statige gevel gingen oorspronkelijk tweeëndertig wooneenheden van telkens twee kamers schuil en verdeeld over zestien huizen. Oorspronkelijk uitsluitend bestemd voor gepensioneerde onderwijzers van scholen van Stad Brussel.
Gebouw geïnspireerd op Engelse neoclassicistische architectuur en meer bepaald op principe van crescents, waarbij verschillende woonruimten samengebracht worden achter één grandioze schermgevelSchijngevel die de achterliggende constructie van een gebouw wil verbergen..
Sinds 1965 behoorde het Fontainashof toe aan het OCMW van Brussel tot de stad het in 1973 aankocht om er appartementen in onder te brengen. Verbouwd tussen 1984 en 1986 (arch. R. Vandendaele), waarbij de gevels werden gerestaureerd en het interieur werd herverdeeld in acht huizen met in totaal zesenveertig appartementen. De modernisering bracht evenwel de verwijdering van de trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met zich mee.
Voorgevel in Hallepoortlaan heeft symmetrische witstenen gevel van twee bouwlagen en eenendertig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Drie risalieten, namelijk middenrisaliet van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), twee zijrisalieten met telkens vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) naar Hallepoortlaan, en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in C. De Paepestraat en Engelandstraat. Benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Getoogde muuropeningen met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf..
Risalieten hebben zelf middenrisaliet met op verdiepingen kolommen of geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. onder hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en bekroond door attiekbalustrade met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. onder vaasornament. Op eerste verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met balusterborstweringen en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Middenrisaliet met inscriptie ‘cité fontainas' op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. TimpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met bas-reliëf n.o.v. beeldhouwer Van Oemberg: portret met verfijnd profiel van burgemeester Fontainas, vastgehouden door twee gevleugelde vrouwen als allegorische figuren voor weldaden van onderwijs; linker vrouw biedt kind hoorn des overvloedsGedraaide hoorn met bloemen, vruchten en andere voorwerpen gevuld om overvloed te symboliseren. aan, rechter helpt ander kind lezen.
Dak met acht dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. BlindeZonder opening; blind venster, schijnopening. muuropeningen in zijvleugels, met imitatielijstwerk in reliëf en geschilderde imitatieramen. Zeer sobere bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. achtergevel.
Voortuin afgesloten door smeedijzeren hekken, geritmeerd door gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes. Brede toegang geflankeerd door gebeeldhouwde hardstenen sokkels waarop vaas met leeuwenkoppen. Tuinen oorspronkelijk aangelegd als moestuin, maar rond 1987 volledig heraangelegd.
Beschermd op 12.01.1983 (gebouw en tuin).
Gebouwd i.o.v. Stad Brussel n.o.v. arch. Antoine Trappeniers en Hendrik Beyaert, 1867.
Opgedragen aan André-Napoléon Fontainas (1807–1863), burgemeester van Brussel die aan basis stond van belangrijke hervormingen in het openbaar onderwijs.
Achter statige gevel gingen oorspronkelijk tweeëndertig wooneenheden van telkens twee kamers schuil en verdeeld over zestien huizen. Oorspronkelijk uitsluitend bestemd voor gepensioneerde onderwijzers van scholen van Stad Brussel.
Gebouw geïnspireerd op Engelse neoclassicistische architectuur en meer bepaald op principe van crescents, waarbij verschillende woonruimten samengebracht worden achter één grandioze schermgevelSchijngevel die de achterliggende constructie van een gebouw wil verbergen..
Sinds 1965 behoorde het Fontainashof toe aan het OCMW van Brussel tot de stad het in 1973 aankocht om er appartementen in onder te brengen. Verbouwd tussen 1984 en 1986 (arch. R. Vandendaele), waarbij de gevels werden gerestaureerd en het interieur werd herverdeeld in acht huizen met in totaal zesenveertig appartementen. De modernisering bracht evenwel de verwijdering van de trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met zich mee.
Voorgevel in Hallepoortlaan heeft symmetrische witstenen gevel van twee bouwlagen en eenendertig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Drie risalieten, namelijk middenrisaliet van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), twee zijrisalieten met telkens vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) naar Hallepoortlaan, en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in C. De Paepestraat en Engelandstraat. Benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Getoogde muuropeningen met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf..
Risalieten hebben zelf middenrisaliet met op verdiepingen kolommen of geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. onder hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en bekroond door attiekbalustrade met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. onder vaasornament. Op eerste verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met balusterborstweringen en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Middenrisaliet met inscriptie ‘cité fontainas' op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. TimpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met bas-reliëf n.o.v. beeldhouwer Van Oemberg: portret met verfijnd profiel van burgemeester Fontainas, vastgehouden door twee gevleugelde vrouwen als allegorische figuren voor weldaden van onderwijs; linker vrouw biedt kind hoorn des overvloedsGedraaide hoorn met bloemen, vruchten en andere voorwerpen gevuld om overvloed te symboliseren. aan, rechter helpt ander kind lezen.
Dak met acht dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. BlindeZonder opening; blind venster, schijnopening. muuropeningen in zijvleugels, met imitatielijstwerk in reliëf en geschilderde imitatieramen. Zeer sobere bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. achtergevel.
Voortuin afgesloten door smeedijzeren hekken, geritmeerd door gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes. Brede toegang geflankeerd door gebeeldhouwde hardstenen sokkels waarop vaas met leeuwenkoppen. Tuinen oorspronkelijk aangelegd als moestuin, maar rond 1987 volledig heraangelegd.
Beschermd op 12.01.1983 (gebouw en tuin).
Bronnen
Archieven
Verzameling postkaarten Dexia Bank.
Publicaties en studies
Brussel, beschermde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dienst Monumenten en Landschappen, Brussel, 1994, p. 245.
JURION-de WAHA, F., 1987, p. 255.
Meirsschaut, P., 1900, pp. 152-153.
Saint-Gilles. Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU asbl, Brussel, 1988, pp. 53-57.
BLONDIAU, G., SOBIESKI, Ch. (o.l.v.), Stedelijke en architecturale gehelen in Sint-Gillis, Dienst monumenten en landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Gemeente Sint-Gillis, 1999, p. 14.
Trappeniers, A., 1865.
Verzameling postkaarten Dexia Bank.
Publicaties en studies
Brussel, beschermde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dienst Monumenten en Landschappen, Brussel, 1994, p. 245.
JURION-de WAHA, F., 1987, p. 255.
Meirsschaut, P., 1900, pp. 152-153.
Saint-Gilles. Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU asbl, Brussel, 1988, pp. 53-57.
BLONDIAU, G., SOBIESKI, Ch. (o.l.v.), Stedelijke en architecturale gehelen in Sint-Gillis, Dienst monumenten en landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Gemeente Sint-Gillis, 1999, p. 14.
Trappeniers, A., 1865.