Typologie(ën)
architectenwoning
Ontwerper(s)
Édouard FRANKINET – architect – 1903
Paul CAUCHIE – architect, sgraffitoschilder – 1903
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Lambrechts-Woluwe (Apeb - 2010-2012)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2010-2012
id
Urban : 21185
Beschrijving
Voormalige persoonlijke woning van architect Édouard Frankinet, die ook nr. 17 en 19 ontwierp, 1903.
Sluit een bijzonder homogene huizenrij in overwegend eclectische stijl, vanaf nr. 5.
Gevel in geometrische art-nouveaustijl. Drie bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de eerste twee bouwlagen, symmetrisch in de derde. BreuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van gele en groene zandsteen op de benedenverdieping, rode baksteen op de verdiepingen, witsteen op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., alles benadrukt door bewerkte hardstenen elementen. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in de sokkel, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. op de benedenverdieping. Houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op metalen balk en hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op de eerste verdieping, onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. en terras met vervangen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., brede deur met omlijsting met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker., bekroond door een driehoekige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder een dak met gewelfde vlakken; top gevat in een hoefijzerboogBoog die meer dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een hoefijzer., ook met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. In de laatste bouwlaag, zes smalle gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen met afgeschuinde hoefijzerboogvormige omlijsting en lekdorpel met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met sgraffiti van bloemenmotieven en vrouwenprofielen aan de zijkant uitgevoerd door Paul Cauchie. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken., die aan de zijkant langer. Bewerkt anker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. aan weerszijden van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard: driedelige deur met motieven van maskers, en ovalen raam versierd met glas-in-loodraam met pauw; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling en groen glas, soms met rondbogige dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op..
Atelier van de architect in datzelfde jaar ontworpen aan de achterzijde van het perceel.
Sluit een bijzonder homogene huizenrij in overwegend eclectische stijl, vanaf nr. 5.
Gevel in geometrische art-nouveaustijl. Drie bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de eerste twee bouwlagen, symmetrisch in de derde. BreuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van gele en groene zandsteen op de benedenverdieping, rode baksteen op de verdiepingen, witsteen op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., alles benadrukt door bewerkte hardstenen elementen. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in de sokkel, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. op de benedenverdieping. Houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op metalen balk en hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op de eerste verdieping, onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. en terras met vervangen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., brede deur met omlijsting met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker., bekroond door een driehoekige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder een dak met gewelfde vlakken; top gevat in een hoefijzerboogBoog die meer dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een hoefijzer., ook met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. In de laatste bouwlaag, zes smalle gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen met afgeschuinde hoefijzerboogvormige omlijsting en lekdorpel met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met sgraffiti van bloemenmotieven en vrouwenprofielen aan de zijkant uitgevoerd door Paul Cauchie. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken., die aan de zijkant langer. Bewerkt anker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. aan weerszijden van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard: driedelige deur met motieven van maskers, en ovalen raam versierd met glas-in-loodraam met pauw; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling en groen glas, soms met rondbogige dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op..
Atelier van de architect in datzelfde jaar ontworpen aan de achterzijde van het perceel.
Bronnen
Archieven
GASLW/DS 1548 (1903).
Publicaties en studies
JACOBS, D., Edouard Frankinet. Architecte (1877-1937) (lic. verhandeling Kunstgeschiedenis), UCL, 1991, p. 31.
Tijdschriften
METDEPENNINGHEN, C., GHISDAL, M.-H., “Paul Cauchie's vakantiewoning Le Bella en La Nuova in Duinbergen” in M&L, jg. 31, 5, 2012, pp. 56-57.
GASLW/DS 1548 (1903).
Publicaties en studies
JACOBS, D., Edouard Frankinet. Architecte (1877-1937) (lic. verhandeling Kunstgeschiedenis), UCL, 1991, p. 31.
Tijdschriften
METDEPENNINGHEN, C., GHISDAL, M.-H., “Paul Cauchie's vakantiewoning Le Bella en La Nuova in Duinbergen” in M&L, jg. 31, 5, 2012, pp. 56-57.