Inventaris(sen)
- Inventaris van koloniale sporen (DPC-DCE 2024-2025)
Onderzoek en redactie
1993-1995
Voormalige Marinelstraat, omgedoopt tot
Alexandre Galopinlaan in 1949 als eerbetoon aan zijn verzetsactiviteiten.
Alexandre Galopin (Gent, 1879 - Etterbeek, 1944), een burgerlijk mijningenieur,
begon zijn carrière als assistent en vervolgens adjunct-directeur van de Nationale
Fabriek van oorlogswapens in Herstal. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij
in Frankrijk waar hij Franse oorlogsgeweren maakte. In 1923 trad hij in dienst
bij de Generale Maatschappij van België. Hij werd vice-gouverneur in 1933 en
gouverneur in 1935 waar hij vooral actief was in de steenkoolontginning.
Tegelijkertijd werd hij regent van de Nationale Bank en vice-president van de
Bank voor Internationale Betalingen.
Als zoon van de eminente Luikse professor in rechten Gérard Galopin, rector van de ULg (1891-1894) en lid en vervolgens ondervoorzitter van de Koloniale Raad (1911-1921), een leidende figuur in de Belgische economie en financiën, was A. Galopin ook betrokken bij de economische exploitatie van Belgisch Congo. Galopin was ook betrokken bij de economische uitbuiting van Belgisch Congo: hij was voorzitter van het mijnbouwbedrijf BCK en Union Minière du Haut-Katanga (1939-1944), twee van de grootste Congolese mijnbouwbedrijven, die kolossale winsten genereerden ten koste van de Congolese arbeiders.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg A. Galopin van de Belgische regering, samen met de financiers Max Léo Gérard en Fernand Collin, de opdracht om de betalingen van de salarissen van de ambtenaren en de sociale uitkeringen in bezet België te verzekeren. Bovendien voerde wat later het Comité Galopin de Galopin-doctrine uit, die bestond uit het in stand houden van de industriële productie voor de export naar Duitsland in ruil voor voedingsmiddelen en om te voorkomen dat arbeiders naar Duitsland gedeporteerd zouden worden. Deze doctrine van het “minste kwaad”, die al snel zijn beperkingen liet zien, werd niettemin tijdens de hele oorlog gehandhaafd. Hij werd beschouwd als de “koning van de Belgische economie” en de belichaming van het Belgische patriottisme. In 1944 werd hij voor zijn huis in Etterbeek vermoord door Vlaamse collaborateurs met steun van de nazi's.
Deze straat verbindt de Elf Novemberlaan met het Aimé Dandoyplein. Ze is een rechte verlenging van de Marinelaan die in 1948 werd opengesteld voor het verkeer, meer dan 20 jaar na de aanleg ervan.
Het zuidelijke deel loopt door het laatste deel van de Patrijzenstraat en het Rinsdellestraat, dat in 1940 buiten gebruik werd gesteld en de Veldstraat rond met de rue de Ma Campagne (nu het place du Rinsdelle).
Langs deze doorgang staan gebouwen uit de jaren 1950.
Als zoon van de eminente Luikse professor in rechten Gérard Galopin, rector van de ULg (1891-1894) en lid en vervolgens ondervoorzitter van de Koloniale Raad (1911-1921), een leidende figuur in de Belgische economie en financiën, was A. Galopin ook betrokken bij de economische exploitatie van Belgisch Congo. Galopin was ook betrokken bij de economische uitbuiting van Belgisch Congo: hij was voorzitter van het mijnbouwbedrijf BCK en Union Minière du Haut-Katanga (1939-1944), twee van de grootste Congolese mijnbouwbedrijven, die kolossale winsten genereerden ten koste van de Congolese arbeiders.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg A. Galopin van de Belgische regering, samen met de financiers Max Léo Gérard en Fernand Collin, de opdracht om de betalingen van de salarissen van de ambtenaren en de sociale uitkeringen in bezet België te verzekeren. Bovendien voerde wat later het Comité Galopin de Galopin-doctrine uit, die bestond uit het in stand houden van de industriële productie voor de export naar Duitsland in ruil voor voedingsmiddelen en om te voorkomen dat arbeiders naar Duitsland gedeporteerd zouden worden. Deze doctrine van het “minste kwaad”, die al snel zijn beperkingen liet zien, werd niettemin tijdens de hele oorlog gehandhaafd. Hij werd beschouwd als de “koning van de Belgische economie” en de belichaming van het Belgische patriottisme. In 1944 werd hij voor zijn huis in Etterbeek vermoord door Vlaamse collaborateurs met steun van de nazi's.
Deze straat verbindt de Elf Novemberlaan met het Aimé Dandoyplein. Ze is een rechte verlenging van de Marinelaan die in 1948 werd opengesteld voor het verkeer, meer dan 20 jaar na de aanleg ervan.
Het zuidelijke deel loopt door het laatste deel van de Patrijzenstraat en het Rinsdellestraat, dat in 1940 buiten gebruik werd gesteld en de Veldstraat rond met de rue de Ma Campagne (nu het place du Rinsdelle).
Langs deze doorgang staan gebouwen uit de jaren 1950.
Bronnen
Archieven
GR 26.02.1900.
KB 23.02.1923.
RC 1940, p.56, 1948, p. 112, 1949, p. 128.
KB 23.02.1923.
RC 1940, p.56, 1948, p. 112, 1949, p. 128.
Publicaties en studies
MEIRE, R. J., Histoire d'Etterbeek, Musin, Brussel, 1981, pp. 69, 123.
KURGAN-VAN HENTENRYK, G., «Galopin Alexandre», KURGAN-VAN HENTENRYK, G., JAUMAIN, S., et MONTENS, V. (uitg.), Dictionnaire des patrons en Belgique. Les hommes, les entreprises, les réseaux, Brussel, De Boeck Universiteit, 1996, p.301?303.
BUELENS, F., Congo 1885-1960. Een financieel-economische geschiedenis, Berchem, EPO, 2007, passim.
Websites
LUYTEN, D., «Doctrine Galopin», dans Belgium WWII, Brussel, Cegesoma (geraadpleegd op 05/11/2024).
LUYTEN, D., «Galopin Alexandre», dans Belgium WWII, Brussel, Cegesoma (geraadpleegd op 05/11/2024).
MEIRE, R. J., Histoire d'Etterbeek, Musin, Brussel, 1981, pp. 69, 123.
KURGAN-VAN HENTENRYK, G., «Galopin Alexandre», KURGAN-VAN HENTENRYK, G., JAUMAIN, S., et MONTENS, V. (uitg.), Dictionnaire des patrons en Belgique. Les hommes, les entreprises, les réseaux, Brussel, De Boeck Universiteit, 1996, p.301?303.
BUELENS, F., Congo 1885-1960. Een financieel-economische geschiedenis, Berchem, EPO, 2007, passim.
Websites
LUYTEN, D., «Doctrine Galopin», dans Belgium WWII, Brussel, Cegesoma (geraadpleegd op 05/11/2024).
LUYTEN, D., «Galopin Alexandre», dans Belgium WWII, Brussel, Cegesoma (geraadpleegd op 05/11/2024).