Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

G. MIGNOLETarchitect1930

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco
Eclectisme met pittoresk karakter

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 36042
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis met invloed van de pittoreske stijl en de art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., n.o.v. architect G.Mignolet, 1930.

Dit huis sluit een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, vanaf nr. 48.

Opstand met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en traveeën met verspringende bouwlagen, onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Bakstenen gevel met gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. elementen, waarvan sommige decoratief vakwerk vormen, en met hardsteen. Sokkel in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van groene zandsteen. Deur met inspringende omlijsting en onder een rondboog met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met het opschrift “RUSTICA”. Driehoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. Op de hoofdtravee, trapezoïdale uitbouw met gecanneleerde monelenStenen vensterstijl., bekroond door een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en centraal traliewerk. Uitsprongen op de verdiepingen, de tweede verdieping behandeld als puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met T-vormige glasdeur. Drie houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., een in het onderschild, de twee overige in het bovenschild. Kroonlijst en deur, met getralied raam, bewaard.

Tuinhek oorspronkelijk in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen….

Bronnen

Archieven
SAB/OW 37476 (1930).