Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Edmond SERNEELSarchitect1902

Stijlen

Eclectisme
Neogotiek

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 13163
lees meer

Beschrijving

Eclectisch herenhuis met neogotische elementen n.o.v. arch. Edmond SERNEELS, 1902.

Opstand met twee bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gecombineerde bedaking. Verzorgd gevelfront in rode baksteen met veelvuldig gebruik van witsteen of similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. voor banden, kordonlijsten en muuropeningen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. oplopend tot puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Begane grond met geblokte blauwe hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en plint, verhoogd boven het drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. van het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.; hierboven drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in geprofileerde steekboogomlijsting met traliewerk tot de tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met kruiskozijnen. Eerste en tweede bouwlaag gescheiden door zware puilijst met tandmotief. Tweede bouwlaag getypeerd door een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. onder gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. spitsbogen met vorktracering in de boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).. In geveltop drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. onder gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. spitsboog met centrale vorktracering; aandak versierd met overhoekse fioelen en hogels, fraaie sierankers. In deurtravee houten paneeldeur met links gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. zijlicht en bovenvenster. Op de verdieping erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met fraai houtwerk onder leien dak, waarboven vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met opengewerkte dakspant en pseudo-vakwerk op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In 1927 breidde SERNEELS de woning achteraan uit en in 1931 bouwde hij een atelier in de tuin.

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 13611 (1902), 931 (1927), 8584 (1931).