Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Paul LE CLERC – architect – 1911
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2019
id
Urban : 39893
Beschrijving
Op de hoek met de Georges Moreaustraat,
opbrengstpand in eclectische stijl en met commerciële benedenverdieping, n.o.v.
architect Paul Le Clerc, 1911.
Hardstenen benedenverdieping, verdiepingen in oranjekleurige baksteen met elementen in witsteen en hardsteen. Opstand van vijf bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerszijden van een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Muuropeningen op de benedenverdieping tussen pilastervormige stijlen onder een zware doorlopende I-balk. Oorspronkelijk waren er drie handelszaken: de eerste met twee winkelpuien aan de Moreaustraat, waarvan de tweede winkelpui vroeger de toegang bevatte, de tweede op de hoek, met een deur in de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., en de laatste, naast de private ingang, met een winkelpui waarin een deur is ingewerkt. Muuropeningen onder zware I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Gekoofde hoekdeur en private deur, de eerste T-vormig, onder impostvenster met een of meer monelenStenen vensterstijl.. Op de eerste verdieping, inspringende vensters onder geblokte korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen., op de overige verdiepingen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., per travee gevat in eenzelfde insprong. Op de middentravee aan elke straat en op de hoektravee, balkons voor een T-vormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.; vervangen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., extra bouwlaag onder gewelfde gevelspits. Fries op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met dambordpatroon. Drie houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). aan elke straat. Oorspronkelijke kroonlijsten. Schrijnwerk vervangen.
Hardstenen benedenverdieping, verdiepingen in oranjekleurige baksteen met elementen in witsteen en hardsteen. Opstand van vijf bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerszijden van een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Muuropeningen op de benedenverdieping tussen pilastervormige stijlen onder een zware doorlopende I-balk. Oorspronkelijk waren er drie handelszaken: de eerste met twee winkelpuien aan de Moreaustraat, waarvan de tweede winkelpui vroeger de toegang bevatte, de tweede op de hoek, met een deur in de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., en de laatste, naast de private ingang, met een winkelpui waarin een deur is ingewerkt. Muuropeningen onder zware I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Gekoofde hoekdeur en private deur, de eerste T-vormig, onder impostvenster met een of meer monelenStenen vensterstijl.. Op de eerste verdieping, inspringende vensters onder geblokte korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen., op de overige verdiepingen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., per travee gevat in eenzelfde insprong. Op de middentravee aan elke straat en op de hoektravee, balkons voor een T-vormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.; vervangen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., extra bouwlaag onder gewelfde gevelspits. Fries op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met dambordpatroon. Drie houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). aan elke straat. Oorspronkelijke kroonlijsten. Schrijnwerk vervangen.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 13066 (25.07.1911).