Typologie(ën)
kantoorgebouw
werkplaats (ambachtelijk)
werkplaats (ambachtelijk)
Ontwerper(s)
L. DE KLOBOUKOFF – architect – 1967
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Modernisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2019
id
Urban : 39701
Beschrijving
Centrum
voor beroepsopleiding van de Office National de l’Emploi of Rijksdienst
voor Arbeidsvoorziening, thans van Bruxelles Formation en van de VDAB. Modernistisch
complex ontworpen door architect L. de Kloboukoff, 1967.
De instelling, met symmetrische plattegrond, bestaat uit drie achter elkaar aangebouwde gebouwen. Inspringend t.o.v. de steenweg, rechthoekig administratief gebouw van vier bouwlagen onder plat dak, gevolgd door een hoger vierkant gebouw, ook onder plat dak, met trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en liften, sanitaire voorzieningen en kleedkamers. Het wordt geflankeerd door twee lage technische volumes onder plat dak. Achteraan, lang gebouw met de werkplaatsen, haaks op de steenweg, met vijf bouwlagen onder twee rijen afgeplatte dwarse zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken.. Daarachter is een volume met een trap en een goederenliftEen lift die voornamelijk bestemd is voor het vervoer van goederen/voorwerpen. aangebouwd.
Administratief gebouw en werkplaatsgebouw met zichtbaar stalen skelet. Bekleding met bakstenen die verticale vlakken vormen op de zijgevels van het administratief gebouw en op de onderbouw op het werkplaatsgebouw. De gevels worden verticaal geritmeerd door metalen liggers, zwaardere op de voor- en achtergevel van het administratief gebouw, aangevuld met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in glad beton op de lange gevels van het werkplaatsgebouw. Zijbalken in gebouchardeerd beton (thans beschilderd), met daartussen vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. rond borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in blauw en wit Glasal, in dambordpatroon op het voorste gebouw en met gegroefde blauwe banden rond een dito witte band op het achterste gebouw. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in glad beton. Oorspronkelijke kozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat..
Administratief gebouw, met centraal op de voorgevel de ingang onder een omhoog hellende geverniste houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. bevestigd aan de centrale liggers, achter een hardstenen trap tussen bloembakken. Hellende betonnen kroonlijst op de voor- en achtergevel.
Interieur. Oorspronkelijk, refter in de kelderverdieping en hal op de benedenverdieping, met daarlangs kantoren links en een vergaderzaal rechts; leslokalen op de eerste twee verdiepingen, grote textielwerkplaats en woonruimte in L-vorm rechts op de derde verdieping.
Werkplaatsgebouw, met de eerste bouwlaag als onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., met registersVensterstrook in een topgevel. van fijne hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met schuine betonnen dorpelHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel).. Achtergevel met overhangende verdiepingen en een centraal trapvolume met bakstenen zijvlakken en een voorzijde die volledig is beglaasd met banden gezandstraald glas. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met voorstevenvormige overstekken die de uitsprongen van de zadeldaken volgen.
Binnen, oorspronkelijk, magazijnen in de kelderverdieping en diverse werkplaatsen aan weerszijden van een lange centrale gang in de overige bouwlagen.
Centraal gebouw met baksteenbekleding en met registersVensterstrook in een topgevel. van fijne hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met betonnen omlijsting. Op de rechtergevel, doorlopende muuropening met banden gezandstraald glas die het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht. In de laatste bouwlaag, klein terras achter een betonnen claustra met vierkante elementen.
Achteraan rechts, gebouw voor samengeperst gas, met één verhoogde bouwlaag onder een dak van Eternit-golfplaten. Gevels in baksteen en glad beton, de hoofdgevel afgeboord door een galerij en met zeven deuren met stalen vleugels. De overige gevels worden omgeven door een betonnen claustra met vierkante elementen. Links, langs de Zuunstraat, kleine driehoekige stalling/loods, door dezelfde architect ontworpen in 1969.
De instelling, met symmetrische plattegrond, bestaat uit drie achter elkaar aangebouwde gebouwen. Inspringend t.o.v. de steenweg, rechthoekig administratief gebouw van vier bouwlagen onder plat dak, gevolgd door een hoger vierkant gebouw, ook onder plat dak, met trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en liften, sanitaire voorzieningen en kleedkamers. Het wordt geflankeerd door twee lage technische volumes onder plat dak. Achteraan, lang gebouw met de werkplaatsen, haaks op de steenweg, met vijf bouwlagen onder twee rijen afgeplatte dwarse zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken.. Daarachter is een volume met een trap en een goederenliftEen lift die voornamelijk bestemd is voor het vervoer van goederen/voorwerpen. aangebouwd.
Administratief gebouw en werkplaatsgebouw met zichtbaar stalen skelet. Bekleding met bakstenen die verticale vlakken vormen op de zijgevels van het administratief gebouw en op de onderbouw op het werkplaatsgebouw. De gevels worden verticaal geritmeerd door metalen liggers, zwaardere op de voor- en achtergevel van het administratief gebouw, aangevuld met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in glad beton op de lange gevels van het werkplaatsgebouw. Zijbalken in gebouchardeerd beton (thans beschilderd), met daartussen vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. rond borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in blauw en wit Glasal, in dambordpatroon op het voorste gebouw en met gegroefde blauwe banden rond een dito witte band op het achterste gebouw. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in glad beton. Oorspronkelijke kozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat..
Administratief gebouw, met centraal op de voorgevel de ingang onder een omhoog hellende geverniste houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. bevestigd aan de centrale liggers, achter een hardstenen trap tussen bloembakken. Hellende betonnen kroonlijst op de voor- en achtergevel.
Interieur. Oorspronkelijk, refter in de kelderverdieping en hal op de benedenverdieping, met daarlangs kantoren links en een vergaderzaal rechts; leslokalen op de eerste twee verdiepingen, grote textielwerkplaats en woonruimte in L-vorm rechts op de derde verdieping.
Werkplaatsgebouw, met de eerste bouwlaag als onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., met registersVensterstrook in een topgevel. van fijne hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met schuine betonnen dorpelHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel).. Achtergevel met overhangende verdiepingen en een centraal trapvolume met bakstenen zijvlakken en een voorzijde die volledig is beglaasd met banden gezandstraald glas. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met voorstevenvormige overstekken die de uitsprongen van de zadeldaken volgen.
Binnen, oorspronkelijk, magazijnen in de kelderverdieping en diverse werkplaatsen aan weerszijden van een lange centrale gang in de overige bouwlagen.
Centraal gebouw met baksteenbekleding en met registersVensterstrook in een topgevel. van fijne hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met betonnen omlijsting. Op de rechtergevel, doorlopende muuropening met banden gezandstraald glas die het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht. In de laatste bouwlaag, klein terras achter een betonnen claustra met vierkante elementen.
Achteraan rechts, gebouw voor samengeperst gas, met één verhoogde bouwlaag onder een dak van Eternit-golfplaten. Gevels in baksteen en glad beton, de hoofdgevel afgeboord door een galerij en met zeven deuren met stalen vleugels. De overige gevels worden omgeven door een betonnen claustra met vierkante elementen. Links, langs de Zuunstraat, kleine driehoekige stalling/loods, door dezelfde architect ontworpen in 1969.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 42597 (14.06.1967), 43436 (25.06.1969).