Typologie(ën)

fabriek
winkel
garage
appartementsgebouw

Ontwerper(s)

L.J. GOVAERTSarchitect1914-1921

Willie PIJLarchitect1928

Jean LECLERQingenieur-architect1956

H.N. DELVAUXarchitect1952

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Beaux-Artsstijl
Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 39666
lees meer

Beschrijving

Gelegen op een trapezoïdaal terrein dat vroeger door de Coupure van de Kleine Zenne werd begrensd, geheel van vier industriële gebouwen ontworpen tussen 1913 en 1928, in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. of art-decostijl, voor de SA Electricité et Electromécanique of voor de maatschappij Robert Bosch.

Geschiedenis

In 1913 liet de SA Electricité et Electromécanique een eerste gebouw optrekken op nr. 17-17b van de Lambert Crickxstraat.
Het werd door architect L. J. Govaerts ontworpen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met invloed van de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. en bevatte magazijnen, kantoren en woningen.

In 1914 ontwierp dezelfde architect, ditmaal voor de Brusselse dochtermaatschappij van de maatschappij Robert Bosch, een aanpalend gebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., op de hoek met de toenmalige Square de l’Avènement (Lambert Crickxstraat nr. 19-23 – Robert Pequeursquare nr. 3). Het bevatte een atelier en kantoren en was bestemd voor de fabricage en verkoop van magneto’s (magneto-elektrische generatoren). Het gebouw was voorzien van een garage in de achterkoer, aangevuld met een tweede garage, achter nr. 1-2 van de square in 1928 (n.o.v. architect Willie Pijl). Vanaf de jaren 1920 huisvestte het gebouw de SA Allumage-Lumière, de alleenvertegenwoordiger van de Bosch-magneto’s.

In 1917 besliste de SA Electromécanique een nieuw gebouw met machinewerkplaatsen te laten optrekken, ditmaal aan de kant van de Brogniezstraat, op nr. 54-58. De plannen werden opgesteld door dezelfde Govaerts, die voor de eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl opteerde, en ze werden in 1921 goedgekeurd. Het jaar daarop ontwierpen architecten A. & H. Vandaele een identieke uitbreiding van de fabriek naar links (nr. 50-52), met dezelfde breedte en beperkt tot twee bouwlagen, maar wel met dezelfde hoogte als het oorspronkelijke gebouw.

In 1928 belastte de SA Electromécanique het Bureau d’Etudes Industrielles (B.E.I.) met het ontwerp van een tweede uitbreiding van de fabriek, ditmaal in art-decostijl, op de hoek van de Square de l’Avènement (Brogniezstraat nr. 58a-58c – Robert Pequeursquare nr. 1-2). In 1937 bouwde door hetzelfde bureau een attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  (n.o.v. architect F. Courtoy).

In 1956 liet de maatschappij, nogmaals door het B.E.I (ingenieur Jean Leclerq), een laag driehoekig volume bouwen op nr. 15-15c Lambert Crickxstraat, evenals een lange montagehal die het huizenblok doorkruist, op nr. 13-13b Lambert Crickxstraat en 48 Brogniezstraat, op de kort daarvoor drooggelegde bedding van de Coupure van de Zenne. Vóór 1961 werd het gebouw van de SA Allumage-Lumière eigendom van de SA Electromécanique. Die laatste sloot haar deuren in 1978, en in de jaren 1980 werden de meeste gebouwen herbestemd en verbouwd (inrichting van handelszaken op de benedenverdiepingen).

Beschrijving

Op nr. 17-17b Lambert Crickxstraat, gebouw ontworpen in 1913, vroeger bestaande uit een volume aan straatzijde van vier bouwlagen onder plat dak; het was verbonden met een achtergebouw met dezelfde hoogte maar met een als mansarde behandelde laatste bouwlaag, door middel van een loodrecht geplaatst en even hoog volume tegen de rechter gemene muur.
De binnenplaats werd tussen 1977 en 1987 bebouwd, om één diep volume te vormen.
Symmetrische straatgevel van vijf gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping in witsteen, verdiepingen in witte geverniste baksteen, met banden rode baksteen en versierd met witsteen. Traveeën geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., op de benedenverdieping met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. met omgekeerd gestileerd palmetmotief, onder een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met een bakstenen friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). beschilderd met de firmanaam, “SOCIETE ANONYME ELECTRICITE & ELECTROMECANIQUE”. Op de top van de laatste pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., signatuur “L. GOVAERTS / ARCHITECTE”. Links, oude inrijpoort met stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. die bovenaan een kussenblok1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. vormen, leidend naar de binnenplaats en achterliggende koer. In het midden, toegangsdeur onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak., links geflankeerd door twee gestapelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die vroeger een conciërgeloge verlichtten. Traveevlakken versierd met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met gestileerde palmettenVersiering in de vorm van een palmblad.. Twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. rechts. Beglaasde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. waarvan de kruiskozijnen en het traliewerk werden verwijderd voor de bouw van etalages (n.o.v. architect Guy Dom, 1986).
Op de verdiepingen, kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met geprofileerd kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. versierd met een medaillonRonde of ovale cartouche. met bladertros. Vensters onder een zware stenen hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug., die op de eerste twee verdiepingen een gedrukte boogBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog. op druiper met plantenmotief vormt. Borstweringen op de tweede verdieping versierd met een paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met cirkelmotief. Op de laatste verdieping, Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met geometrisch palmetVersiering in de vorm van een palmblad. en smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met het monogram “EM”. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Beglaasde metalen deur en houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. van de verdiepingen bewaard.
Interieur. Oorspronkelijk, in het midden van het volume vooraan, rond trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met centrale lift, die aan het dak uitmondde in een klein boogvormig volume en werd verlicht door een lichtschacht aan zijn linkerkant. Winkels in de volumes vooraan en achteraan, controleruimte (espace controle) in het loodrecht geplaatste volume, met daarlangs een laadbrug. Magazijnen op de eerste verdieping, kantoren op de tweede. Twee woningen in het volume vooraan op de derde verdieping, respectievelijk op de voor- en achtergevel; magazijn en archief in het volume achteraan.

Op nr. 3 Robert Pequeursquare – 19-25 Lambert Crickxstraat, gebouw ontworpen in 1914, met vier bouwlagen onder plat dak, met op de verdiepingen vijf gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de square en vijf aan de straat, de laatste behandeld als schietgat, verbonden door een boogvormige hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Gevel volledig in witsteen. Aan het rechteruiteinde van de benedenverdieping, signatuur “L. GOVAERTS / ARCHITECTE”. Traveeën geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., dubbele op de hoeken en aan de uiteinden, met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de benedenverdieping, kolossaalZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. en geprofileerd op de verdiepingen, onder bewerkt kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. met volute, palmetVersiering in de vorm van een palmblad. en trossen. Op de benedenverdieping, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. vroeger voorzien van een beglaasde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met kruiskozijnen die de kelderverdieping verlichtte, thans verwijderd. Het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroonde een lage deur, terwijl het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de hoek een etalage vormde, op een lage borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Aan het rechteruiteinde, portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met toegangsdeur en inrijpoort onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.; de poort, die in 1952 was voorzien van een lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. (n.o.v. architect J. Coene), werd tot winkelpui omgebouwd. Op de verdiepingen, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl. over de volledige hoogte. De traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rond de hoek, vier aan de square, drie aan de straat, hebben een terugwijkende trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de eerste twee verdiepingen, bekroond door een klein terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en een metalen balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Op de bovenste verdiepingen, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met ronde ventilatieopening met bewerkte omlijsting. Stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandfriesLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief., onder attiekmuurtje. Oorspronkelijke houten toegangsdeur met ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met kruiskozijnen. Raamwerk vervangen, vroeger in hout met metalen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd..
Bepleisterde achtergevel met muuropeningen met monelenStenen vensterstijl.. In het midden, aan de Crickxstraat, traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met de trap, met getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Interieur. Oorspronkelijk, vierkant trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met centrale lift, vloer met marmermozaïek en treden in granitoBedekking met veelkleurige (marmer)stukjes, gebed in cementmortel, die na verharding glanzend wordt geschuurd.. Souterrain gebruikt voor magazijnen. Op de benedenverdieping, atelier gevolgd door een magazijn aan de square, modellenzaal (salle des modèles) op de hoek, bureau voor de bestellingen (bureau des commandes) aan de straat. Op de eerste verdieping, technische en commerciële diensten aan de square, kantoren aan de straat, vestiaire op de schietgatvormige traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op de volgende verdiepingen, aan de straat, vier kamers, gemeenschappelijke kamer en kabinet vooraan, keuken achteraan, rechts van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht..
Aan de binnenplaats, twee tegen elkaar gebouwde garages, de ene met tweeledig sheddakOpeenvolging van parallelle daken met afwisselend een steil beglaasd dakvlak (vaak noordelijk geörienteerd) en een flauw hellend dakvlak. (1914), ingekort om plaats te maken voor een doorgang, de andere met drie zadeldakvormige daklichten (1928).

Op nr. 50-58 Brogniezstraat, gebouw ontworpen tussen 1917 en 1921 (rechterhelft) en in 1922 (linkerhelft), met in totaal tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en zes bouwlagen, de eerste als onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., de laatste behandeld als mansarde onder plat dak. Hardstenen gevel, aangevuld met baksteen op de verdiepingen, met grote ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.. De gevel bestaat uit een netwerk van kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., verdubbeld onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., en banden die I-balkenIJzeren latei met I-profiel. en onderdorpels afboorden. Onderbouw oorspronkelijk voorzien van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl.. Inrijpoort gepland aan elk uiteinde – onder een paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met de naam van de SA Electricité & Electromécanique – die van het linkervolume wellicht nooit uitgevoerd, die van het rechtervolume verwijderd in 1928. Muuropeningen op de benedenverdieping volledig herwerkt in 1984 (n.o.v. architect Guy Dom), met de inrichting van etalages. Onderschild gewijzigd. Schrijnwerk vervangen, vroeger met metalen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd.. Achtergevel met hetzelfde type compositie, met een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. als uitbouw met geronde hoek.

Op nr. 58a-58c Brogniezstraat – Robert Pequeursquare 1-2, gebouw ontworpen in 1928, met vijf bouwlagen onder plat dak, de laatste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  en toegevoegd in 1937. Drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de straat, boogvormige hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de square, de smallere tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met inrijpoort, de bredere laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) oorspronkelijk met garagepoort. Gevel in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., thans witgeschilderd. Traveeën met grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., gevat in geprofileerde omlijstingen die kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. vormen met een hardstenen basis met geometrische compositie. In de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl., omgebouwd tot etalages. Smeedijzeren leuningen op de hoek en op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. verwijderd. Hoofdgestel met gladde friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., thans opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., onder een door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onderbroken betonnen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en een attiekmuurtje. Op de hoek, bekroning met een paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. (beschadigd) versierd met een diamantkopmotief in een omlijsting; aan weerszijden daarvan, boven aan de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., rechthoekig paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met piramidevormige motieven. Attiekverdieping achter een daklicht dat de onderliggende verdieping verlicht. Inrijpoort verbreed en aangevuld met een onderdorpel in 1952 (n.o.v. architect H. N. Delvaux). Garagepoort omgebouwd tot winkelpui. Schrijnwerk vervangen; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. oorspronkelijk met metalen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd., op de hoek gerond.
Op de achtergevel, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. dat een gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met afgeschuindSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. vlak vormt, boven de koetsdoorgang in de hoek. Aan het rechteruiteinde, liftkooi die vanaf de begane grond vertrekt.
Toegang tot het gebouw in het midden van de koetsdoorgang.

Bronnen

Archieven
GAA/DS Lambert Crickxstraat 13-13b15-15c:
 35730 (13.11.1952), 38397bis (12.03.1956), 38284 (14.05.1957), 44048bis (11.03.1971); Lambert Crickxstraat 17-17b: 13970 (29.10.1913), 46182 (28.10.1986); Lambert Crickxstraat 19-23 – Robert Pequeursquare 3: 14457 (14.12.1915), 21381 (07.12.1928), 35421 (27.05.1952), 36450bis (08.07.1953); Brogniezstraat 50-58: 16143 (26.04.1921), 17272 (14.01.1924), 44927bis-44932bis (17.11.1977), 45818 (17.01.1984); Brogniezstraat 58a-58c –Robert Pequeursquare 1-2: 21029 (06.08.1928), 28920 (16.03.1937), 35715 (28.10.1952).

Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Anderlecht 1. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiches 14, 69. 

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Lambert Crickx (rue)”, 1923.