Tuinwijk van de Lakense Haard
De Wandstraat 72, 74, 76, 78, 80, 82, 84, 86, 88, 90, 92, 94, 96, 98, 100, 102
Gustave Demanetstraat 27, 29, 31, 33, 35, 37, 39, 41, 43, 58, 60, 62, 64, 66, 68, 70, 72, 74, 76, 78, 80
Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Paul ROBBERECHTS – architect – 1922
Egide DEKEULENEER – architect – 1958
Cécile PITOIS – plastisch kunstenaar – 2011
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Geheel van 43 woningen in eclectische stijl met invloed van de traditionalistische
stijl, in 1922 ontworpen door architect Paul Robberechts in opdracht van de
Lakense Haard.
Dit complex, samen met het
complex dat in 1920 werd aangelegd aan de Romeinsesteenweg (zie nr. 341
tot 359) en aan de Paul Jansonstraat (zie nr. 2 tot 16), zijn de
eerste en enige gehelen van dit type tuinwijk die de Lakense Haard heeft
opgericht. In 1988 voorzag een – niet uitgevoerd –
ontwerp van architecten Albert en Marc Vanden Bossche in de sloop/wederopbouw
van nr.58 tot 80 Demanetstraat. De tuinwijk werd na
2004 gerenoveerd.
Hij ligt aan weerszijden van
de Gustave Demanetstraat en bestaat uit twee groepen woningen, de westelijke gelegen
rond een centrale tuin aan pare zijde van de Demanetstraat (nr.58 tot
80), de oostelijke op het noordelijke deel van het bouwblok tussen de
Demanetstraat, de Wannekouterlaan en de De Wandstraat. Deze tweede groep bestaat uit gehelen van woningen die aan de verkeerswegen
liggen, evenals uit een groep woningen langs een centrale tuin. De tuin van de westelijke groep is toegankelijk via een korfboogarcade die
nr.60 en 78 Demanetstraat verbindt, die van de oostelijke groep is
toegankelijk via een inrijpoort met korfboogopeningen onder het geheel gevormd
door nr.82, 84 en 100, 102 De Wandstraat. De woningen hebben elk een eigen tuintje, de meeste afgesloten met een heg;
sommige woningen die ten opzichte van de straat inspringen hebben ook een
voortuintje. Gezien de hoogteverschillen van de
terreinen, zijn verscheidene tuinen en toegangen verhoogd en toegankelijk via trappen.
De meeste woningen hebben
twee bouwlagen en zijn per twee, drie, vier of vijf gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. onder eenzelfde
zadeldak – loodrecht op of evenwijdig aan de hoofdgevels – of onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.,
sommige voorzien van kapvensters of dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Uitkragende daken met ingesnoerde dakgoot, op houten kraagstenen. De meeste gevels zijn in baksteen, versierd met witstenen elementen. Die op de gevels van nr.58 tot 80 Demanetstraat zijn in twee tinten
beschilderd. Op nr.72 tot 80, 82, 84 en 100, 102 De
Wandstraat, benedenverdieping in oranjekleurige baksteen en bepleisterde
verdiepingen (thans geel geschilderd). Verscheidene gehelen
hebben een of twee voorbouwen onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., de meeste met schouderstukken, die van de westelijke groep met steunberen. Puntgevels van het centrale geheel van de oostelijke groep met makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant.. Rondboogdeuren, sommige onder ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Vensters met bakstenen hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug.. Aan de De Wandstraat
en de Wannekouterlaan, sommige muuropeningen onder latei in uitgewassen
kiezelbeton. Sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., waarvan die welke de
topgevels verlichten, in omgekeerde L. Oculi met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Decors van opstaande of uitspringende bakstenen. Stenen elementen met spiraalmotief. Elk geheel is
voorzien van een witstenen paneel waarin de in het rood geschilderde naam van een
bloem is gegraveerd. Schrijnwerk vervangen; raamwerk
oorspronkelijk met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met loodstrips. Sommige deuren onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met hergebruikt smeedijzeren traliewerk. Luiken volgens oorspronkelijk plan, maar misschien nooit uitgevoerd.
Binnen, bijna overal
identieke indelingen. Inkomhal met trap. Gemeenschappelijke ruimte die leidt naar een kleine kamer en de keuken, met
doucheruimte. Toilet op de koer, bereikbaar via de
keuken. Twee tot drie kamers op de verdieping.
Demanetstraat 58 tot 80,
tuintjes rond de centrale tuin heraangelegd in 2012, die van de woningen aan de
noord- en westkant afgeboord door een betonnen muurtje. Op nr. 72 tot 84 De Wandstraat, voortuintjes in 1958 omgevormd tot
terrassen met muurtjes in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. en een trap met metalen leuning (architect
Egide Dekeuleneer). Kant Wannekouterlaan, woningen achter een
klein driehoekig parkje dat na 1953 werd aangelegd en in 2011 werd uitgerust
met een petanqueterrein omringd door reusachtige petanqueballen, een kunstwerk ontworpen
door kunstenares Cécile Pitois, De kleine zusters van het Atomium. De kunstenares ontwierp nog twee andere werken in de tuinwijk, verwijzend
naar Expo 58: Toevlucht der dromen in de toegangsportiek naar de
binnenkant van het bouwblok aan de De Wandstraat, en Requiem voor een ster links
van de arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. die naar de binnenkant van het bouwblok aan de Demanetstraat
leidt.
Nr. 58 tot 80 Demanetstraat
Op nr. 58, 60 (Les Renoncules)
en 78, 80 (Les Giroflées), twee
gehelen van twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. huizen onder loodrecht zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Puntgevel aan de straatkant met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) per woning. Op de zijgevels, toegang en dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is..
Op nr. 62, 64 (Les Pensées) en 74, 76 (Les Tulipes), twee tegenover elkaar liggende
gehelen van twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. huizen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Aan de zijkanten, voorbouw onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., met de deur.
Op nr. 66 tot 72
(naam verwijderd), geheel van vier woningen onder parallel zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., de
centrale woningen met een gemeenschappelijke voorbouw onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Achteraan, bijgebouwen uit 1958 (architect Egide Dekeuleneer).
Nr. 27 tot 43 Demanetstraat
Op nr. 27 tot 35 (Les Chèvrefeuilles),
geheel van vijf huizen onder parallel zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Eerste huis met ingang op de laterale puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., de twee volgende met
kapvenster, de twee laatste met een gemeenschappelijke voorbouw met puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. over
drie bouwlagen.
Op nr. 37
tot 43 (Les Pivoines), geheel van
vier huizen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. aan de linkerkant, een op twee inspringend ten opzichte van de rooilijn, de uitspringende huizen met puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Tweede huis met kapvenster, laatste huis met trapezoïdale uitbouw op de
zijgevel.
Nr. 178 tot 188 Wannekouterlaan
Op nr. 178
tot 186 (Les Oeillets en Les Capucines), geheel van vijf huizen
onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Dakvensters onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. op de
zijgevels. Centraal huis met kapvenster. Laterale huizen aan de laan met gemeenschappelijke topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. over drie bouwlagen,
de eerste achter een ondiepe voorbouw onder plat dak die een toegangsportiek
met hoekpijlers vormt.
Op nr. 188 (Les Pâquerettes), op de hoek met de
Demanetstraat, vrijstaande villa met zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Benedenverdieping thans beschilderd. Op de hoek, puntgevel
achter een voorbouw van twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., met in het linkervlak de
deur. Aan de Wannekouterlaan, trapezoïdale
uitbouw. Aan de Demanetstraat, kleine voorbouw
onder een verlenging van het dak.
Nr. 72 tot 80, 82, 84 en 100, 102 De Wandstraat
Op nr. 72, aan de rooilijn, halfvrijstaand huis van drie bouwlagen, onder kruisvormig
zadeldak. Symmetrische puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. aan de straatkant. Op de lagere benedenverdieping, drie kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gevolgd door een deur,
onder doorlopende latei. Verdiepingen geflankeerd door brede en
kolossale gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder een veelhoekig kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. dat volgens
oorspronkelijk plan versierd moest worden. Voorstevenvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met opengewerkte bakstenen
borstwering, voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Achthoekige oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. in de geveltop. Op de zijgevel,
getrapt vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. gevolgd door een deur.
Op nr. 74 tot 80 (Les Roses), geheel van vier huizen onder
parallel zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Centrale huizen met aan de straatkant een
gemeenschappelijke voorbouw onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., achter een ondiepe voorbouw onder
plat dak geflankeerd door de deuren.
Op nr. 82, 84 en 100, 102 (Les Mimosas), geheel van vier huizen
onder parallel schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Huizen aan de zijkant met voorbouw onder
puntgevel, achter een trapezoïdale voorbouw van één bouwlaag. Buitenhoeken afgeschuind op de benedenverdieping, onder bakstenen uitkraging. In het midden, traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., met inrijpoort die naar binnen het
bouwblok leidt.
Nr. 86 tot 98 De Wandstraat
Op nr. 86, 88 (Les Glycines) en 96,
98 (Les Myosotis), twee tegenover
elkaar liggende gehelen van twee huizen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Puntgevel met centraal een ondiepe voorbouw van één bouwlaag onder plat
dak. Zij-ingangen. Dakvensters onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. op de zijgevels.
Op nr. 90 tot 94 (Les Jacinthes), geheel van drie huizen
onder parallel zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. In het midden, gemeenschappelijke voorbouw
onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., met de drie toegangen, die van de huizen aan de zijkant op de
zijvlakken. Achtergevel inspringend ten opzichte van
de Demanetstraat.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 50080 (1922); De Wandstraat 72 tot 84: 65760 (1958); Gustave Demanetstraat 27 tot 43: 112620 (2004); Gustave Demanetstraat 58 tot 80: 91762 (1988); Gustave Demanetstraat 66 tot 72: 91762 (1988).
Publicaties en studies
MOUTURY, S., CORDEIRO, P., HEYMANS, V., Le logement ouvrier et social à Laeken. Etude historique et architecturale débouchant sur des propositions de mesures de protection, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1997, pp. 60-66.
VERHAEGHE, L., 8 x Mutsaard-Laken, Gemeenschapscentrum Heembeek-Mutsaard, Brussel, 2006, pp. 24-33.
Tijdschriften
VERHAEGHE, L., “1920-1922. Deux cités-jardins au Mutsaard”, Uil & Spiegel, 10, december 2001, pp. 2-13.
Websites
www.slrb.irisnet.be.