De Wandstraat 145, 147, 149
Jean de Bolognelaan 68, 70
Wannekouterlaan 140, 142, 144, 146
Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Gaston BRUNFAUT – architect – 1958
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Modernistisch complex met sociale woningen, ontworpen door architect Gaston
Brunfaut voor de Lakense Haard, 1958.
Het noorden van het bouwblok
innemend, drie appartementsgebouwen in U-vorm, dat aan de Wannekouterlaan met zeven
bouwlagen, de eerste als onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., de laatste als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., de overige twee
gebouwen met vier bouwlagen, waaronder die van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. De plannen, die voorzagen in een extra verdieping voor de gebouwen aan de
zijkant, vervingen een eerste, niet gekozen ontwerp uit 1956 dat een vierde
gebouw binnen het bouwblok omvatte.
Geraamte van gewapend beton
dat op de gevel een raster van cellen vormt. Onderbouw in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van veelkleurige zandsteen. Smalle zijkanten en sommige vlakken aan de uiteinden van de lange gevels
bekleed met geprefabriceerde panelen van verglaasde bakstenen uit Bouffioulx,
wit aan de Wannekouterlaan, blauw aan de Jean de Bolognelaan en rood aan de De
Wandstraat. Deze bakstenen werden na 2014 in dezelfde
kleuren geschilderd.
Onderbouwen met kleine
gekoppelde hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Traveeën met variërende breedte; cellen versierd
met raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. rond borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van sandwichpanelenKunststoffen gevelplaat, bestaande uit een isolerende kern tussen twee platen (vandaar 'sandwich'). Bekendste uitvoering, Glasal, gemaakt op basis van cement en versterkingsvezels, met een glad zijdeglans oppervlakte en verkrijgbaar in een tiental verschillende kleuren. (vervangen). Vier ingangen aan de Wannekouterlaan, drie aan de De Wandstraat en twee aan
de Jean de Bolognelaan, met naar boven hellende luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op schuine pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Op de toegangstraveeënTravee waarin de toegang is ondergebracht., muurvlakken versierd met glasstenen, geflankeerd
door traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met een dienstingang en behandeld als loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. op de verdiepingen, met
metalen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met panelen. Aan de De Wandstraat,
toegangstraveeën met muurvlakken versierd met glasstenen, inspringend achter
een verlenging van de loggia’s. Kortste zijden met
een of twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., aangevuld met een bredere traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de
zijgebouwen. Achtergevels met beglaasde cellen. Schrijnwerk vervangen.
Aan de De Wandstraat,
inspringend ingeplant gebouw met aan het rechteruiteinde een voorbouw met
garagepoort die op de rooilijn van de straat aansluit.
Aan de Wannekouterlaan,
attiekverdieping met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bekleed met bakstenen, onder een breed
uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op de kortste zijde aan Jean de
Bolognelaan, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) behandeld als loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.;
benedenverdieping open naar de tuin, met schuine pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).
Bronnen
Archieven
SAB/OW 77585 (1956-1958), 71577 (1958).
Tijdschriften
"Blocs d’appartements à Laeken", La Maison, 8, 1960, pp. 255-256.