Voormalige Usines Félix Sax
Paleizenstraat over de Bruggen 420
Hubert Stiernetstraat 53, 59
Typologie(ën)
fabriek
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1881-1977
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Wetenschappelijk De wetenschappelijke waarde wordt vaak erkend in het geval van landschappen (parken, halfnatuurlijke gebieden). Binnen de context van een onroerend goed kan het gaan om de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek. In het geval van archeologische vindplaatsen en overblijfselen wordt de wetenschappelijke waarde erkend in relatie tot het uitzonderlijke karakter van de resten op het gebied van ouderdom (bijvoorbeeld de Romeinse villa in Jette), de uitzonderlijke bewaringsomstandigheden (bijvoorbeeld de site van het vroegere dorp Oudergem) of de uniciteit van de elementen (bijvoorbeeld een volledig bewaard dakspant) en derhalve op dat vlak een uitzonderlijke en prominente wetenschappelijke bijdrage vormen tot de kennis van ons stedelijk en pre-stedelijk verleden.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 37761
Beschrijving
Voormalige Usines Félix Sax, gespecialiseerd in
verlichtingstoestellen voor de spoorwegen, in 1881 gebouwd langs de spoorlijn
en in 1921 uitgebreid met een metalen hal aan de Paleizenstraat.
Geschiedenis
In 1881 vestigde het bedrijf zich op een uitgestrekt perceel langs de spoorweg, met toegang naar de toenmalige Paleizenstraat aan één kant en naar de Sint-Jorisstraat aan de andere. De fabriek had aan laatstgenoemde straat een ingang onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., tussen twee huizen die in datzelfde jaar voor Sax werden gebouwd en waarvan enkel het linker gebouw nog bestaat (nr. 59), evenals een werkplaats langs de spoorweg (nr. 53). In 1921 werd de grote hal aan de Paleizenstraat over de Bruggen ontworpen. In 1930 lieten de nieuwe eigenaars, Les Radiateurs Chaussons, de oorspronkelijke werkplaats aan de Stiernetstraat heropbouwen. In 1977 liet de firma Satam de gevels van de hal met aluminium bekleden en de gebouwen rechts van de binnenplaats aan de Paleizenstraat slopen (conciërgewoning, verpakkingsruimte en opslagplaatsen). In de hal is thans een speelgoedwinkel gevestigd.
Beschrijving
Op nr. 420 Paleizenstraat over de Bruggen, lange rechthoekige hal onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met metalen gebinte. Gevels met een metalen structuur en baksteenvulling, thans bekleed met platen. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. oorspronkelijk opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met een deur en een grote rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. glaspartij in de geveltop. Zijgevels opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met twee vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Dak met beglaasde nokNok, hoogste punt van iets (nok of top). Nokbedekking, afdekking van de nok..
Interieur oorspronkelijk afgeboord door een mezzanine met metalen balustradeHekwerk van spijlen of balusters..
Op Hubert Stiernetstraat nr. 59, huis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl van twee bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); het maakte ooit deel uit van een geheel van twee huizen, ontworpen volgens spiegelbeeldschema, die de ingang van de fabriek flankeerden. Bakstenen gevel met hardsteenelementen. Leuningen met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. op de verdieping. Ankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. niet volgens oorspronkelijk plan. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Geschiedenis
In 1881 vestigde het bedrijf zich op een uitgestrekt perceel langs de spoorweg, met toegang naar de toenmalige Paleizenstraat aan één kant en naar de Sint-Jorisstraat aan de andere. De fabriek had aan laatstgenoemde straat een ingang onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., tussen twee huizen die in datzelfde jaar voor Sax werden gebouwd en waarvan enkel het linker gebouw nog bestaat (nr. 59), evenals een werkplaats langs de spoorweg (nr. 53). In 1921 werd de grote hal aan de Paleizenstraat over de Bruggen ontworpen. In 1930 lieten de nieuwe eigenaars, Les Radiateurs Chaussons, de oorspronkelijke werkplaats aan de Stiernetstraat heropbouwen. In 1977 liet de firma Satam de gevels van de hal met aluminium bekleden en de gebouwen rechts van de binnenplaats aan de Paleizenstraat slopen (conciërgewoning, verpakkingsruimte en opslagplaatsen). In de hal is thans een speelgoedwinkel gevestigd.
Beschrijving
Op nr. 420 Paleizenstraat over de Bruggen, lange rechthoekige hal onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met metalen gebinte. Gevels met een metalen structuur en baksteenvulling, thans bekleed met platen. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. oorspronkelijk opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met een deur en een grote rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. glaspartij in de geveltop. Zijgevels opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met twee vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Dak met beglaasde nokNok, hoogste punt van iets (nok of top). Nokbedekking, afdekking van de nok..
Interieur oorspronkelijk afgeboord door een mezzanine met metalen balustradeHekwerk van spijlen of balusters..
Op Hubert Stiernetstraat nr. 59, huis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl van twee bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); het maakte ooit deel uit van een geheel van twee huizen, ontworpen volgens spiegelbeeldschema, die de ingang van de fabriek flankeerden. Bakstenen gevel met hardsteenelementen. Leuningen met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. op de verdieping. Ankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. niet volgens oorspronkelijk plan. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Bronnen
Archieven
SAB/OW Laken 3336 (1881), Laken 3348 (1881), Laken 3549 (1883), Laken 905 (1892), Laken 4126 (1911), Laken PV Reg. 171 (09.09.1919), 42304 (1921), 38788 (1930), 44774 (1936), 85729 (1977).
Publicaties en studies
CULOT, M. [o.l.v.], Bruxelles Hors Pentagone. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 51.