Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

Louis Ernest S'JONGHERSarchitect1905-1906

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance
Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 36976
lees meer

Beschrijving

Schoolcomplex in neo-Vlaamse renaissancestijl met art-nouveau-accenten, in 1905-1906 ontworpen door gemeentelijk architect Louis Ernest S’Jonghers. De inhuldiging vond plaats op 18.09.1909; jaartal gebeeldhouwd op de gevel van de gymnastiekzaal (Veeartsenstraat nr.4).

De instelling ligt achter een gebogen voorplein met parterre en in de bissectrice van de scherpe hoek gevormd door de Eloystraat en de Veeartsenstraat; haar silhouet met topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. en hellende daken sluit het perspectiefzicht vanuit de Emile Carpentierstraat mooi af. Achteraan sluit een boomrijke speelplaats, rechts geflankeerd door een gymnastiekzaal, haaks aan op de rooilijn van de Georges Moreaustraat. Het gebouw is uitgevoerd in oranjerode baksteen en witsteen op een hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Het bestaat uit twee delen: een ingangsvolume, hoofdzakelijk voorbehouden voor de directie en de conciërge, en achteraan twee vleugels met klaslokalen rond een overdekte speelplaats met galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden., achter afgesloten driehoekige tuintjes. S’Jonghers ontwierp ook het schoolmeubilair, dat thans bijna volledig is verdwenen.

Ingangsvolume

Dit rechthoekige volume is versierd met banden en kettingen. Verscheidene symmetrische uitkragingen in de twee bouwlagen: centrale voorbouw met puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., twee rechthoekige torens van twee-en-een-halve bouwlagen ingewerkt in de hoeken vooraan, en twee rechthoekige traptorens met dezelfde hoogte, maar minder diep en sterker uitspringend, op de hoeken achteraan; ze dienen als verbinding met de vleugels met klaslokalen.
Het hoofdvolume heeft drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de voorgevel en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de zijgevels; de torens vooraan hebben er twee, een per zijde, de torens achteraan één, aan de straat. Alle hoeken zijn versierd met hoekkettingenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel., inclusief de stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. van de muuropeningen. Alle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., met als opvallende uitzondering de rondbogige ingangspoort, zijn rechthoekig en zijn geïnspireerd op de 17e-eeuwse typologie: achter een geprofileerde onderdorpel en ontlast door een steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., muuropeningen met één raamVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., enkel of met dubbel kruiskozijn, moneelStenen vensterstijl. of tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. De venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping worden beschermd door smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk met art-nouveau-accenten. De borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping van de voorgevel, met dubbel kruiskozijn, zijn versierd met rolwerkOrnament in de vorm van in- en uitzwenkende, bandvormige krullen. rond luchtinlaten. Aan elke zijde van de gevelspits identificeert een paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. de instelling: “ECOLE COMMUNALE / GEMEENTESCHOOL”. De topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., uitspringend op schouderstukken, is versierd met enkele zaagtanden met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en een pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. met obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt..
Het hoofddak van het gebouw is een hoog schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., met daarin ingewerkt het zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. van de voorbouw met de ingang, het dak dat centraal aansluit op de overdekte speelplaats van de klassen, de daken met twee wolfeindenZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. van de torens vooraan, en tot slot het drieledig dak van de torens achteraan. In het midden van de compositie verrijst een smalle zeshoekige houten klokkentoren achter drie rijen dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak.. Alle daken hebben een schubvormige leienbedekking, het geheel onder metalen vorstkammenKamvormige, geajoureerde bekroning in steen of metaal op de nok van een dak. en makelaarsUitstekende versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten bol of stang (makelaar). met bladwerk.

Volgens het oorspronkelijk plan moest de vestibule, achter een sas, aan de rechterkant toegang geven tot de kantoren van de directie en van de leraars, en links tot de conciërgeloge; de huidige indeling is omgekeerd. Op een van de muren van het sas is een tegel ingewerkt met de datum waarop de plannen van de architect werden goedgekeurd, 08.03.1906, en de datum waarop de school werd ingehuldigd. De vestibule sluit achteraan aan op een overlangse gang die de traptorens met elkaar verbindt. Op de verdieping bevindt zich een groot klaslokaal, oorspronkelijk de wetenschapsklas genoemd, tussen twee kantoren. De gang valt hier samen met de galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. van de overdekte speelplaats. De zolderRuimte onder het dak. bevat sinds 1914 klaslokalen, net als de zoldersRuimte onder het dak. van de vleugels achteraan.

Vleugels met klaslokalen

De twee rechthoekige vleugels met klaslokalen liggen evenwijdig aan elkaar en zijn identiek. Ze hebben twee bouwlagen met vier klaslokalen boven hoge kelders die aan de straatkant uitgeven op een Engelse koer. In het midden, vierkante traptoren met de ingang, over drie bouwlagen onder een paviljoen met schubvormige leienbedekking. De zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. van de vleugels, met dezelfde bedekking, en het zinken dak van de overdekte speelplaats, met centraal een beglaasde daklantaarn, worden afgebakend door uitspringende topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. op schouderstukken.
Het bakstenen metselwerk, identiek aan dat van het ingangsvolume, wordt versierd met kettingen en andere decors in witte baksteen, en op de muuropeningen hoofdzakelijk in witsteen, met ankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. met krulmotieven.
Aan de straten, drie bouwlagen met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met drieledige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder gemeenschappelijke I-balkIJzeren latei met I-profiel.. De venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. aan de Engelse koer zijn getralied, die op de benedenverdieping onder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. bekroond door een bakstenen zaagtandfries, die op de verdieping onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. De torens zijn opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met twee boven elkaar geplaatste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met stenen lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. onder eenzelfde boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die rust op een band van uitkragende bakstenen. Een rij afgewolfdeZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. belijnt de daken.
Aan de speelplaats zijn de drie topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. uitgevoerd in rode baksteen van mindere kwaliteit, die van de overdekte speelplaats aangevuld met een ondiepe voorbouw. Enkel laatstgenoemde gevel is voorzien van muuropeningen: een centrale deur gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder een ingesneden drieledige I-balkIJzeren latei met I-profiel., onder een groot rondbogig dakraam. Deur met beglaasd raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd.; de overige muuropeningen zijn volledig van metaal gemaakt; ze hebben een ijzeren roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. en worden versierd met enkele gele ruiten.

Overdekte speelplaats

De ingangsvestibule van de school geeft uit op een imposante overdekte speelplaats afgeboord door een galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden.. De vier opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. zijn opgetrokken in dezelfde oranjerode en witte bakstenen als de gevels aan de straatkant. De gootmuren worden geritmeerd door blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. in witte baksteen, getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. op de benedenverdieping en onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. op de verdieping, onder tandfriesLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief.. Op de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. vooraan, twee drieledige bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. steekboogarcades rustend op twee centrale zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. met Dorische invloed. Achter deze ordonnanties bevinden zich bijpassende gangen die tot het ingangsvolume behoren en langs de traptorens van dat volume lopen. Hogerop verlicht een soort serlianatravee, met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. van witte baksteen, een derde gang in de zolderRuimte onder het dak.: grote metalen korfboogvormige lichtkap en kleine zijvensters. Op de tegenoverliggende topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. domineert de al vermelde enorme lichtkap een grote houten en beglaasde tamboerTrommel; ringvormige of polygonale onderbouw waarop een koepel rust. die toegang geeft tot de binnenplaats.
De troggewelven van de galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden., in bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. beton, rusten op lange geprofileerde kraagstenen; ze wordt afgesloten door een smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in art-nouveaustijl. De deur van de klaslokalen en de bijbehorende blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. muuropening zitten gevat in de al vermelde arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. Centraal geeft een grote vrije muuropening (herwerkt) toegang tot de metalen trappen met rechte trapdelen en smal trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis., met houten treden; hun smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… trapleuningen zijn uitgevoerd in art-nouveaustijl.
Het zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. van de overdekte speelplaats, met lichtkap, rust op een metalen gebinte met acht rondbogige spantbenenStijl van een kapspant die schuinstaand (krom of recht) de krachten naar een onderliggend(e) constructie(deel) overbrengt. op consoles waaraan vijf smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… luchters in dezelfde stijl zijn opgehangen. De tegelvloer is versierd met een ruitpatroon van grijs op een witte achtergrond met rode accenten, omlijst door rode meandersOrnamentenstrook die bestaat uit rechthoekig gebogen, doorlopende lijnen..
De kelders van de vleugels met klaslokalen, die door de Engelse koeren worden verlicht, bevatten elk ook vier lokalen, waarvan twee zijn voorbehouden voor de refter aan de Eloystraat, en twee douchezalen ertegenover. Die laatste, ontworpen door S’Jonghers in 1906, zijn voorzien van fraai betegelde kleedhokjes en hebben een metalen structuur en accessoires in art-nouveaustijl.

Gymnastiekzaal

Met drie vrije zijden, gebouw zonder verdieping, in baksteen en hardsteen en onder een groot zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Aan de straatkant, metselwerk van oranjerode baksteen op een stenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en vlakken in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. Centrale korfboogdeur in een uitsprong die wordt verlengd door twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreken en worden bekroond door een klein boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met een topstuk in de vorm van een dennenappel. Onder deze frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. is het jaartal “ANNO / 1909” gegraveerd. Een registerVensterstrook in een topgevel. van drie hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee of drie monelenStenen vensterstijl. neemt de hele gevelbreedte in. De geprofileerde onderdorpels vormen een band, en de lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. met fijne kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). worden bekroond door ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Een analoge maar eenvoudiger ordonnantie kenmerkt de gevel aan de binnenplaats. Metalen gebinte.

Voorplein en tuintjes

Een lichte dubbele helling leidt naar de toegangsportiek van de school, die wordt beschermd door kunstig uitgewerkt gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. en smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk met art-nouveau-accenten, tussen twee straatlantaarns in hetzelfde materiaal, thans zonder lantaarn1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten.. Van een lager gelegen ovale parterre is enkel de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. van een lage gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. afsluiting in dezelfde trant bewaard. Het smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk van de tuintjes langs de volumes met klaslokalen bestaat uit dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan elke zijde, gescandeerd door gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. paaltjes met florale bekroning; ingangen tussen dubbele paaltjes, die eenvoudiger zijn dan de vorige en waarvan de verwantschap met de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. duidelijker te zien is.

Bronnen

Archieven
GAA/Propriétés communales [Gemeentelijke eigendommen]
.
ARA, T148, Provinciebestuur van Brabant, Plannen van de Technische Dienst der Gebouwen, inv. nr. 2756 (1906) en 4739-4745 (1908).

Publicaties en studies
Anderlecht, ses écoles, ses institutions complémentaires de l’école, ses oeuvres protectrices de l’enfance, Impr. J. De Vroegh, Anderlecht, 1922, pp. 6-7.
SCHOONBROODT, B., Anderlecht. Les Chemins du Patrimoine, Cultureel Centrum Anderlecht, s.d., p. 76.