Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1909
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
Onderzoek en redactie
2019
id
Urban : 39799
Beschrijving
Opbrengstpand in eclectische stijl en met
commerciële benedenverdieping, in 1909 ontworpen als geheel met nr. 85 door
eenzelfde auteur, voor twee leden van eenzelfde familie.
Symmetrische opstand van vijf bouwlagen, de laatste niet volgens oorspronkelijk plan, met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Bepleisterde gevel. Winkelpui geflankeerd door deuren tussen pilastervormige stijlen van gegroefde hardsteen. Op elke verdieping, balkon met een balkonplaat van bakstenen gevat in een metalen structuur en met een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gietijzeren traliewerk en handlijstGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen.. Stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. met borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de eerste drie verdiepingen. Doorlopend balkon op de laatste verdieping. Op de eerste drie verdiepingen, glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. geflankeerd door gecanneleerde of met panelen versierde halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. waarop het hoogste balkon rust. Travee geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met panelen in het ondergedeelte, canneluresParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. in het bovengedeelte en Korintisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Lijstwerk op de laatste verdieping verwijderd. Oorspronkelijk bovenlicht van de etalage met roedeverdeling en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de eerste twee verdiepingen, met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met wortelmotief(Renaissance)ornament in de vorm van een afhangende, halve kegel of een rechtstaande wortel..
Symmetrische opstand van vijf bouwlagen, de laatste niet volgens oorspronkelijk plan, met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Bepleisterde gevel. Winkelpui geflankeerd door deuren tussen pilastervormige stijlen van gegroefde hardsteen. Op elke verdieping, balkon met een balkonplaat van bakstenen gevat in een metalen structuur en met een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gietijzeren traliewerk en handlijstGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen.. Stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. met borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de eerste drie verdiepingen. Doorlopend balkon op de laatste verdieping. Op de eerste drie verdiepingen, glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. geflankeerd door gecanneleerde of met panelen versierde halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. waarop het hoogste balkon rust. Travee geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met panelen in het ondergedeelte, canneluresParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. in het bovengedeelte en Korintisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Lijstwerk op de laatste verdieping verwijderd. Oorspronkelijk bovenlicht van de etalage met roedeverdeling en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de eerste twee verdiepingen, met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met wortelmotief(Renaissance)ornament in de vorm van een afhangende, halve kegel of een rechtstaande wortel..
Bronnen
Archieven
GAA/DS 83: 12172 (21.05.1909); 85: 12171 (21.05.1909).