Typologie(ën)

sociale woonblok

Ontwerper(s)

Adolphe PUISSANTarchitect1921

Joseph DIONGREarchitect1921

Jean-Baptiste DEWINarchitect1921

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 36231
lees meer

Beschrijving

Geheel van zestien gebouwen met sociale woningen in art-decostijl, ontworpen door de architecten Jean-Baptiste Dewin, Joseph Diongre en Adolphe Puissant i.o.v. de Lakense Haard in 1921.

Dit geheel maakt deel uit van een groot complex van sociale woningen ontworpen in 1921 en 1932 dat het grootste deel inneemt van het bouwblok afgebakend door de Alfred Stevensstraat, de Charles Ramaekersstraat, de Duikerstraat en de Terplaststraat. Het geheel omvat 254 woningen en werd in 1980-1982 gerenoveerd (n.o.v. architecten Ph. Samyn en M.Vanden Bossche). De achtergevels werden voorzien van een voorbouw en werden volledig met baksteen bekleed. Toen werd ook de binnenkant van het blok heringericht, toegankelijk via inrijpoorten tussen nr. 11 en 13 Duikerstraat en op nr. 35 Alfred Stevensstraat, met kronkelige wegen en een overdekte centrale zone, inrichtingen die in 2010 werden gerenoveerd, toen ook een gemeenschapshuis werd ingericht.

Het geheel bestaat uit uiteenlopende gebouwtypen, door verschillende architecten ontworpen, in groepen van twee, drie of zes. Aan de Terplaststraat springen de gebouwen in t.o.v. de rooilijn, met voortuintjes die oorspronkelijk door een hek werden afgesloten. De meeste gebouwen hebben vier bouwlagen onder plat dak. De eenheid van het complex wordt verzekerd door het gebruik van oranjekleurige baksteen, versierd met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., witsteen en/of hardsteen. Schrijnwerk vervangen.

Op nr. 28 tot 32 Terplaststraat, drie bijna identieke gebouwen n.o.v. architect Jean-Baptiste Dewin. Symmetrische opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met de toegang, is verspringend en behandeld in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Ze bevat een open portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met muurtjes bekroond door paren korte bolle zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. of, op het centrale gebouw, het beeld van een zittende aap die een vrucht eet, met daarop het platte houten dak. Deur onder getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt.. In een inspringende omlijsting, hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht, opgedeeld door twee doorlopende  monelenStenen vensterstijl. en onderbroken door borstweringspanelen. Bovenaan, paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met geometrisch keramiekdecor. Op de zijtraveeën, drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gescheiden door dubbele kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. versierd met eenzelfde decor van tegels van gekleurd glas. Borstweringen met geprofileerde paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met drieledige kraagstenen en met een gebogen hollat op de zijtraveeën. Raamwerk oorspronkelijk met vleugels met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd..
Binnen, twee woningen volgens spiegelbeeldschema per bouwlaag. Gemeenschappelijke ruimte en kamer vooraan, twee kamers en een vestiaire met toilet achteraan, uitgevend op een terras.

Op nr. 34 tot 36 Terplaststraat, drie identieke gebouwen n.o.v. architect Jean-Baptiste Dewin. Geritmeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., symmetrische opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. verspringend. Beraapte verdiepingen (“bepleisterd met vochtwerend cement”). Lateien en balkonplatforms in gewassen kiezelbeton. De toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. doorbreekt de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Deur met kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. met volute. Op de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rond de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), driehoekige balkons met geprofileerde bakstenen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smalle buitenste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), eveneens met geprofileerde bakstenen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Kordonbanden versierd met bakstenen zaagtandfriezen ter hoogte van de bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Oorspronkelijke breed uitkragende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., trapezoïdaal ter hoogte van de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met balkons.
Binnen, twee woningen volgens spiegelbeeldschema per bouwlaag. Gemeenschappelijke ruimte en kamer vooraan, twee kamers en een “berghok-wasplaats” achteraan, uitmondend op een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. die toegang geeft tot een toilet.

Op nr. 38 tot 42 Terplaststraat, drie analoge gebouwen n.o.v. architect Adolphe Puissant. Symmetrische opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. verspringend. Op nr. 38 en 42, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rond de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gekenmerkt door een trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van twee bouwlagen bekroond door een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en met een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbrekende rondbogige bekroning. Op nr. 40, drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) behandeld in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., onder een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbrekende gebogen bekroning. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., deur onder een platte houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met dubbele kraagstenen, verdiepingen inspringend. Omlijstingen van de deuren, platforms en lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. van de erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en van de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in gewassen kiezelbeton. Decor van uitspringende en inspringende bakstenen en tandlijsten op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., de hoeken en de friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Borstweringen van de erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geprofileerd met een drievoudige groef die een provisieruimte verlucht. Oorspronkelijke houten kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Binnen, twee woningen volgens spiegelbeeldschema per bouwlaag. Gemeenschappelijke ruimte en kamer vooraan, twee kamers en een wasplaats achteraan, uitmondend op een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. die toegang geeft tot een toilet.

Op nr. 44 Terplaststraat en 13 Duikerstraat, twee gebouwen n.o.v. architect Adolphe Puissant, met eenzelfde gevel, in een visuele continuïteit met die op nr. 38 tot 42, van dezelfde auteur. Opstand van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Terplaststraat, een brede hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Duikerstraat, de laatste twee niet voorzien op het plan en al kort nadien toegevoegd, misschien tijdens de bouw van nr. 1 tot 9 van de straat. Linkerdeel van het geheel, tot en met de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Duikerstraat, met vier bouwlagen onder plat dak; rechterdeel met drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Aan de Terplaststraat, tweede en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., rond de toegang in hetzelfde vlak. Hoektravee in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en bekroond door twee topstukken. Aan de Duikerstraat, eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van twee bouwlagen bekroond door een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. De tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met de toegang, is verspringend en inspringend op de verdiepingen. Op de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), brede rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. inrijpoort die naar de binnenzijde van het bouwblok leidt (hek vervangen). De laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met eveneens een ingang, is smal en verspringend (nr. 11). Met uitzondering van deze laatste, toegangsdeuren onder platte houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met dubbele kraagstenen. Omlijstingen van de deuren, platforms en lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. van de erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en van de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in gewassen kiezelbeton. Decor van uitspringende en inspringende bakstenen en tandlijsten op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., de hoeken en de friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Borstweringen van de erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en van de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geprofileerd met drievoudige groef die een provisieruimte verlucht. Drie houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. aan de Duikerstraat. Raamwerk oorspronkelijk met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd., dat van toegangstraveeënTravee waarin de toegang is ondergebracht. met glas-in-lood.
Binnen, op nr. 44, twee woningen per bouwlaag. Gemeenschappelijke ruimte en kamer vooraan, een of twee kamers en een wasplaats achteraan, uitmondend op een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. die toegang geeft tot een toilet.

Op nr. 1 Duikerstraat – 4 Charles Ramaekersstraat, 3, 5-7, 9-11 Duikerstraat, zes gebouwen n.o.v. architect Joseph Diongre. Benedenverdieping van het hoekgebouw en verdiepingen van de overige gebouwen beraaptMet mortel ruw - niet gladgestreken - bepleisteren.. Lateien en balkonplatforms in gewassen kiezelbeton. Balkons met opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. bakstenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Borstweringen en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met geprofileerd decor van bakstenen. Oorspronkelijke, breed uitspringende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met kraagstenen.
Aan de Duikerstraat, vijf huizen van drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste vier identiek volgens spiegelbeeldschema. Verspringende toegangstraveeënTravee waarin de toegang is ondergebracht. bekroond door een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met topstuk met volute op de eerste vier huizen. Travee geflankeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en met gewelfde bekroning die uitmondt in volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. op het laatste huis. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., rondboogvenster op de benedenverdieping, driehoekig balkon op de eerste verdieping. Kleine houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Op de eerste drie huizen, toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. verbouwd tijdens de renovatie van 1980-1982: deur verbouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., muuropeningen verplaatst, die van de dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. dichtgemetseld.
Op de hoek, gebouw van vier bouwlagen onder plat dak. Eén traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Duikerstraat, een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Ramaekersstraat. Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met rechthoekig centraal balkon. Op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbrekende trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. boogvormige bekroning (oorspronkelijk met decor van bakstenen); centrale glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Aan de Ramaekersstraat, eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., de tweede als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met rechthoekige balkons. Deur onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met gebogen hardstenen korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Beraapte benedenverdieping, thans beschilderd. Twee etalages aan weerszijden van de hoek, opgedeeld door respectievelijk twee en één gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. kolom(men) op een halfronde sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Toegang geflankeerd door etalages, recent nog voorzien van hun oorspronkelijke raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van glas-in-loodraam en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd..
Binnen, oorspronkelijk, eerste vier huizen in de Duikerstraat met één woning per bouwlaag, met gemeenschappelijke ruimte vooraan, twee kamers en een wasplaats achteraan, uitgevend op een terras met toilet en provisieruimte. In het vijfde huis, kamer vooraan en gemeenschappelijke ruimte achteraan, met buitentoilet. Hoekgebouw met twee woningen per verdieping.

Bronnen

Archieven
AAM/fonds Adolphe Puissant.
 
Archief van de Lakense Haard. 
SAB/OW Terplaststraat 28 tot 42, Duikerstraat 1-3 – Charles Ramaekersstraat 4, Duikerstraat 5 tot 11: 42798 (1921); Terplaststraat 44 – Duikerstraat 13: 42741 (1921).

Publicaties en studies
CEL HISTORISCH ERFGOED VAN DE STAD BRUSSEL, Brusselse wandelingen.
 3. Arbeiderswoningen en sociale huisvesting in Laken, 1998, pp. 14-15.
MOUTURY, S., CORDEIRO, P., HEYMANS, V., Le logement ouvrier et social à Laeken. Etude historique et architecturale débouchant sur des propositions de mesures de protection, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1997, pp. 84-91.

Tijdschriften
L’Habitation à Bon Marché, 1924, 11.