Typologie(ën)

sociale woonblok

Ontwerper(s)

Arthur PLADETarchitect1922

Albert DE VALERIOLAarchitect1922

Fernand BRUNFAUTarchitect1922

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2020-2022

id

Urban : 35402
lees meer

Beschrijving

Geheel van vijf gebouwen met sociale woningen, architecten Arthur Pladet (Léon Autriquestraat), Fernand Brunfaut (Stepmanstraat) en Albert de Valeriola (Kubismestraat), 1922.

Deze panden vormen een U en zijn in 1921 gebouwd voor de kort voordien opgerichte nv De Koekelbergse Haard, om er goedkope huurwoningen in onder te brengen.

Bakenstenen gevels van vier bouwlagen, met hardstenen en bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. Platte daken. Rechthoekige ramen. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. onder de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. versierd met baksteenpartijen. Uitkragende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen. Grondig gerenoveerd in 2006.

Léon Autriquestraat 23 en 25. Symmetrische opstand van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); centrale traveeën met verspringende bouwlagen en drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. die het trappenhuis verlichten. Tweede en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op de eerste en tweede verdieping met gestapelde, trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., toegankelijk via een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. onder rondboog (met sluitsteen in de vorm van een mascaron) en daarboven een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.; links de letter F en rechts de letter K, telkens vergezeld van een gebeeldhouwde roofvogel.

Stepmanstraat 6-10. Zoals de nrs. 14-16-18 in de Jean Jacquetstraat (architect Fernand Brunfaut, 1922, eveneens voor de nv De Koekelbergse Haard; zie dit adres), U-vormig gebouw met in totaal 27 traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): vier aan de kant van de Léon Autriquestraat, zeventien aan de Stepmanstraat, vier aan de Kubismestraat en twee hoektraveeënTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Hoek- en ingangstraveeën met een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.; de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met de toegangsdeuren hebben verspringende bouwlagen en symmetrische gevelopeningen die de trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlichten; op de verdiepingen vormen ze een licht vooruitspringende erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Inrijpoort onder mijterboog.

Kubismestraat 24 en 26. Symmetrische opstand met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verspringende bouwlagen die het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlichten. In de tweede en derde travee: drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de eerste drie bouwlagen; op de benedenverdieping: borstwering onder het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.; smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de hoogste verdieping. LessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak. boven de deuren.


Bronnen

Archieven
GAK/DS 1238-45 (1922).