Typologie(ën)

sociale woonblok

Ontwerper(s)

Gaston BRUNFAUTarchitect1950-1951

Stijlen

naoorlogs modernisme

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
  • Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Sociaal
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 36211
lees meer

Beschrijving

Modernistisch complex met sociale woningen, ontworpen in 1950 i.o.v. de Lakense Haard door architect Gaston Brunfaut. Gesigneerd en gedateerd op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. op nr.15, aan kant van de Terplaststraat: “FOYER LAEKENOIS / GASTON BRUNFAUT / ARCHITECTE 1951 / L. WITTEBORT. FILS / ENTREPRENEURS”.

Geheel bestaande uit twee blokken van vier bouwlagen onder plat dak. Hoofdblok aan de Duikerstraat, met gebogen plattegrond met bolronde gevel aan de straatkant en inspringend, met uitzondering van een voorbouw van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uiterst links, die aan de rooilijn ligt. Blok met een bijna vierkante plattegrond aan de Terplaststraat. Gevels bekleed met ivoorwitte bakstenen en met beklemtoonde horizontale voegen, met hardstenen elementen. Hoge onderbouwen in platen van hetzelfde materiaal.

Het hoofdblok bestaat uit drie volumes met woningen. Aan de Duikerstraat heeft elk ervan drie symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale met de toegang, behalve op nr.19, waar de linkertravee door de voorbouw wordt gevormd. Doorlopende betonnen lateien op de drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de eerste drie bouwlagen en over de gehele gevel in de laatste bouwlaag. De toegangen vormen een terugwijkende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met trappenpartij en brede dagkant voorzien van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met houten en metalen verdelingen rond gehamerd gekleurd glas. Op deze traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn de verdiepingen als dubbele loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. behandeld. Op de zijtraveeën, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in de middelste bouwlagen, met achterwaarts hellende borstwering met verticale spijlen.
Aan de Terplaststraat, gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale smaller en in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden..
Op de achtergevel, eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in dezelfde materialen als aan de straatzijden, de volgende in baksteen; drie voorbouwen met trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht door een doorlopende  glaspartij.

Het blok aan de Terplaststraat heeft twee traveeën aan straatzijde. Rechts, toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en voorzien van een doorlopend venster met raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met ijzeren roedeverdeling en gehamerd glas. Deur onder een platte luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. In elke bouwlaag, linkertravee voorzien van een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw., onder een doorlopende  latei. Op de zijgevel, van elkaar gescheiden door een schoorsteenkoker, blind muurvlak en een traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met hellende borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Bewaarde metalen deuren. Raamwerk grotendeels vervangen.

Binnen, 28 appartementen. In elk volume van het hoofdblok, twee woningen volgens spiegelbeeldschema per bouwlaag, met vooraan een gemeenschappelijke ruimte en de keuken, en achteraan twee kamers die het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. flankeren. In het blok aan de Terplaststraat, één woning per bouwlaag, met gemeenschappelijke ruimte en keuken vooraan en drie kamers achteraan.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 61476 (1950-1951).