Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Louis DE VOOGHT – architect – 1912
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 35745
Beschrijving
Burgerhuis in
eclectische stijl met classicistische inslag, n.o.v. architect Louis de Vooght,
1912. Dit huis werd bekroond in een gevelwedstrijd die gemeente organiseerde
voor de huizen gebouwd op de in 1911-1912 verkochte gemeentelijke terreinen.
Het maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 68 tot nr. 86.
Opstand van drie bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, onder ondervlak en plat dak aan de voorzijde. Lagere benedenverdieping in hardsteen met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Verdiepingen in Savonnières- en Euvillesteen. Tussen kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., lichtjes uitspringende bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met vier monelenStenen vensterstijl., bekroond door een klein terras met verdwenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters., voor een rondboogvenster met twee monelenStenen vensterstijl.. In het ondervlak, houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., oorspronkelijk in couleur pierre blanche beschilderd, met vleugelstukken en een boogvormig fronton doorbroken door een aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning., onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Kroonlijst en beglaasde metalen deur bewaard.
Het maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 68 tot nr. 86.
Opstand van drie bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, onder ondervlak en plat dak aan de voorzijde. Lagere benedenverdieping in hardsteen met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Verdiepingen in Savonnières- en Euvillesteen. Tussen kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., lichtjes uitspringende bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met vier monelenStenen vensterstijl., bekroond door een klein terras met verdwenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters., voor een rondboogvenster met twee monelenStenen vensterstijl.. In het ondervlak, houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., oorspronkelijk in couleur pierre blanche beschilderd, met vleugelstukken en een boogvormig fronton doorbroken door een aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning., onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Kroonlijst en beglaasde metalen deur bewaard.
Bronnen
Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).
SAB/OW 3514 (1912).