Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
L. VAN ROY – architect – 1912
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 35748
Beschrijving
Burgerhuis in
eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect L. Van
Roy, 1912.
Dit huis maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 68 tot nr. 86.
Gevel met crèmekleurige keramiekbekleding, versierd met hardsteen. Muuropeningen onder latei, in de hogere bouwlagen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. Balkon. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de benedenverdieping in gietijzerHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons., de overige vervangen. Dakvenster onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.. Kleine houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en geveltop. Kroonlijst bewaard. Schrijnwerk vervangen.
Dit huis maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 68 tot nr. 86.
Gevel met crèmekleurige keramiekbekleding, versierd met hardsteen. Muuropeningen onder latei, in de hogere bouwlagen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. Balkon. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de benedenverdieping in gietijzerHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons., de overige vervangen. Dakvenster onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.. Kleine houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en geveltop. Kroonlijst bewaard. Schrijnwerk vervangen.
Bronnen
Archieven
SAB/OW Laken 5125 (1912).