Manufacture Royale de pianos François Berden et Cie - Confiserie Chocolaterie Antoine
Keienveldstraat 40-42, 44
Koninklijke-Prinsstraat 37-39-41
Typologie(ën)
herenhuis
burgerwoning
werkplaats (ambachtelijk)
tentoonstellingszaal
fabriek
burgerwoning
werkplaats (ambachtelijk)
tentoonstellingszaal
fabriek
Ontwerper(s)
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2007-2009
id
Urban : 19250
Beschrijving
Huizen en fabriekscomplex van voormalige Manufacture Royale de pianos François Berden et Cie, later Confiserie Chocolaterie Thierry Antoine.
Geschiedenis
Manufacture Royale de pianos François Berden et Cie
Bankier François Berden zou in 1836 het pianowerkhuis van de bekende Herman Lichtenthal (gesticht in 1823) hebben gekocht. Aanvankelijk lag de fabriek te Sint-Joost-ten-Noode, in de Middaglijnstraat 77-79 (afgebroken). Rond het midden van de negentiende eeuw was ze, onder meer dankzij de productie van buffetpiano's, uitgegroeid tot de belangrijkste pianofabriek van België.
In 1865 werd een nieuwe fabriek in de Keienveldstraat gebouwd. Ze werd evenwijdig aan de straat, maar achter aan het perceel ingepland (A). In 1866 werd ze een eerste maal uitgebreid met twee vrijstaande zijvleugels (B). Haar binnenkoer werd in 1870 afgesloten door een dwarsvleugel (C) die samen met de huizen aan de straat werd gebouwd. In deze huizen waren burelen, verkoopszalen en wooneenheden ondergebracht. De centrale koetspoort (nr. 42) verleende via een overdekte gang toegang tot het achterliggend fabriekscomplex.
Rond 1874 werd de fabriek overgenomen door Campo. De merknaam ‘Berden', vaak aangevuld met ‘Manufacture royale de pianos', bleef behouden, zelfs na overname in jaren 1920 door Léon Boen (Berden & Cie, Léon Boen successeur). De fabrieksgebouwen zelf waren sinds 1903 opgeslorpt binnen de Confiserie – Chocolaterie Thierry Antoine.
Confiserie - Chocolaterie Thierry Antoine
Gesticht in 1850 in Keienveldstraat nr. 48 (zie dit nr.). Koetspoort in oorspronkelijke gevel leidde naar achterliggend atelier. Binnen bouwblok breidde atelier steeds meer uit zodat het tegen 1866 volledige percelen van Koninklijke Prinsstraat 37 tot 43 in beslagVerzameling van metalen elementen op een deur of raam. nam. Sinds 1866 tweede doorrit via Koninklijke Prinsstraat nr. 41.
Geschiedenis
Manufacture Royale de pianos François Berden et Cie
Bankier François Berden zou in 1836 het pianowerkhuis van de bekende Herman Lichtenthal (gesticht in 1823) hebben gekocht. Aanvankelijk lag de fabriek te Sint-Joost-ten-Noode, in de Middaglijnstraat 77-79 (afgebroken). Rond het midden van de negentiende eeuw was ze, onder meer dankzij de productie van buffetpiano's, uitgegroeid tot de belangrijkste pianofabriek van België.
In 1865 werd een nieuwe fabriek in de Keienveldstraat gebouwd. Ze werd evenwijdig aan de straat, maar achter aan het perceel ingepland (A). In 1866 werd ze een eerste maal uitgebreid met twee vrijstaande zijvleugels (B). Haar binnenkoer werd in 1870 afgesloten door een dwarsvleugel (C) die samen met de huizen aan de straat werd gebouwd. In deze huizen waren burelen, verkoopszalen en wooneenheden ondergebracht. De centrale koetspoort (nr. 42) verleende via een overdekte gang toegang tot het achterliggend fabriekscomplex.
Rond 1874 werd de fabriek overgenomen door Campo. De merknaam ‘Berden', vaak aangevuld met ‘Manufacture royale de pianos', bleef behouden, zelfs na overname in jaren 1920 door Léon Boen (Berden & Cie, Léon Boen successeur). De fabrieksgebouwen zelf waren sinds 1903 opgeslorpt binnen de Confiserie – Chocolaterie Thierry Antoine.
Confiserie - Chocolaterie Thierry Antoine
Gesticht in 1850 in Keienveldstraat nr. 48 (zie dit nr.). Koetspoort in oorspronkelijke gevel leidde naar achterliggend atelier. Binnen bouwblok breidde atelier steeds meer uit zodat het tegen 1866 volledige percelen van Koninklijke Prinsstraat 37 tot 43 in beslagVerzameling van metalen elementen op een deur of raam. nam. Sinds 1866 tweede doorrit via Koninklijke Prinsstraat nr. 41.
Aan overkant van Koninklijke Prinsstraat verrees in 1893 nieuwe directeurswoning n.o.v. arch P.F. Vandenbroeck (gesloopt). Paar jaar later, in 1903, werd ook pianofabriek binnen het bedrijf opgeslokt. In 1904 werd heel het complex grondig aangepast onder meer door slopen en vervangen van oude zijvleugels van pianofabriek en door rechtstreekse ontsluiting van voormalige pianofabriek via doorgang op Koninklijke Prinsstraat nr. 37. Tot aan stopzetting van chocolaterie rond 1950, volgden talrijke verbouwingen elkaar op.
Beschrijving
Keienveldstraat nr. 40-42 en 44. Symmetrische straatgevel in neoclassicistische stijl, 1870.
Drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Muuropeningen met geriemde omlijsting. Op benedenverdieping doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., fraaie vleugeldeuren in uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en centraal koetspoort met rondboogvormige waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer. binnen geblokte omlijsting. In zijtraveeën doorlopend balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., op verdiepingen tussen monumentale geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en bekroond door frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; op eerste verdieping glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en balkon met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. tussen zware postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Steigergatdeksels met leeuwenkop. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... op verdiepingen vervangen naar oorspronkelijk model.
Deel van het interieur werd naar verluid gebruikt als tentoonstellingszaal van piano's.
Overdekte gang tussen koetspoort en achterliggend fabrieksgebouwen vermoedelijk kort na 1904 verdwenen.
Van de oude pianofabriek zijn enkel witte bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. vleugels A en C bewaard gebleven.
Vleugel A (1865). Vijf bouwlagen onder plat dak en vijftien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan er tien zichtbaar zijn. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in eerste vier bouwlagen geleed door rondboogvormige nissen met getoogde muuropeningen. Vijfde bouwlaag toegevoegd in 1911. Plat dak. Metalen ramen met roeden. Interieur bestaande uit grote zalen onder troggewelven steunend op centrale gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).
Vleugel C (1870). Twee bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. en elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan er vier zichtbaar zijn. Oorspronkelijke dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. verwijderd.
Gesloopte zijvleugels B (1866) werden in 1904 vervangen door witte bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gebouwen met drie bouwlagen en getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met metalen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Deels bewaarde bakstenen fabriekschoorsteen eveneens uit 1904.
Koninklijke Prinsstraat nr. 37, 39-41. Geheel van drie neoclassicistische burgerwoningen met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., tweede helft 19e eeuw.
Allen herbepleisterd met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en ontdaan van balkons.
Nr. 37. Benedenverdieping aangepast tot doorrit naar fabriekscomplex in 1904 en in 1994 verbreed tot volledige gevelbreedte.
Nr. 39-41. Samen gebouwd i.o.v. Thierry Antoine, 1866. Oorspronkelijke doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op benedenverdieping en centrale balkons volgens verkleinende ordonnantie verwijderd. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... gedeeltelijk bewaard.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 186-42; 257-37; 257-39-41.
KAB, Elsene, 1ste Afdeling, Sectie A, KL 207: 1865-32, 1870-32, 1872-34, 1905-24, 1912-28, 1930-15.
GAE/DS 186-42; 257-37; 257-39-41.
KAB, Elsene, 1ste Afdeling, Sectie A, KL 207: 1865-32, 1870-32, 1872-34, 1905-24, 1912-28, 1930-15.
Publicaties en studies
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles. Ixelles, AAM, Brussel, 1980-82, fiche 72 & 98.
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles. Ixelles, AAM, Brussel, 1980-82, fiche 72 & 98.