Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14798
lees meer

Beschrijving

Oorspronkelijk ensemble van drie huizen in neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz. ,1903 (Nr. 29-30 werd in 1970 afgebroken en vervangen door een appartementsgebouw).

Nr. 31. Hoekgebouw met vier bouwlagen en ongelijk aantal traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gecombineerde bedaking. Gevel in rode baksteen op hardstenen plint, horizontaal belijnd door speklagen en kordons. Vanaf de derde bouwlaag getypeerd door hogere en vnl. driekwartronde hoektoren onder tentdak met pseudo-kloosterkozijnen, rustend op imposante consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rechter deel met garage uit 1945, waarboven korfboogvenster, links rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.; omlijstingen met neggen en kam. In de lagere tweede bouwlaag twee rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met blindZonder opening; blind venster, schijnopening. boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). boven de kordonlijst. In de derde en vierde bouwlaag kruiskozijnen, in de derde bouwlaag met negblokomlijsting, in de vierde bouwlaag geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waarboven klein entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; muuropeningen onder blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).. Linker deel met centraal korfboogvenster tussen rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en fraaie deur met bovenvenster uitgevoerd als tweelicht; muuropeningen met simili-omlijsting, negblokken en kam. In de tweede bouwlaag drie lage rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., waarvan rechts twee gegroepeerd; blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). boven de kordonlijst. In de derde en vierde bouwlaag kruiskozijn en links pseudo-kloosterkozijn; dito uitwerking als in rechter gevel. Gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en afgerond frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Nr. 33. "Villa Jeanne". Fraai herenhuis met drie bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gevel in rode baksteen horizontaal geleed door blauwe hardstenen speklagen. Rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) getypeerd door hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. waarin garage uit 1929; imposante trapezoïdale hardstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in de eerste bouwlaag met rechthoekige vensteropeningen, vermelding bouwjaar "1903" in het centraal rondboogveld. Aansluitende erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in de tweede en derde bouwlaag waarin resp. kruiskozijn en korfboogvenster met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en balusterdecoratie op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; fraaie in- en uitgezwenkte top waarin tweelicht. In de linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechthoekige deur met rondbogig bovenvenster geflankeerd door pilastertjes, halfronde frontonbekroning. Op de verdiepingen twee verdiepte rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder lateien en verdiepte boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).; balusterversiering op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in de derde bouwlaag. Geriemde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst en dropmotief. Kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. boven de deurtravee.

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 15126 (1903), 3764 (1929), 836 (1945), 2384 (1970).