Typologie(ën)

villa

Ontwerper(s)

Albert CALLEWAERTarchitect1930

Charles STEPMANbeeldhouwer1930

Statut juridique

Beschermd sinds 30 juni 2022

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Koekelberg (DPC-DCE - 2020-2023)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Wetenschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2020-2022

id

Urban : 35641
lees meer

Beschrijving

Hoekvilla in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., met jaartal en naam "Albert Callewaert - Archte 1930" op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. aan de kant van de Vrijheidslaan. Gebouwd voor Oscar Bossaert, burgemeester van Koekelberg van 1926 tot 1956. Charles Stepman was de ontwerper van de binneninrichting.

De villa werd opgetrokken ter vervanging van een in 1882 gebouwd huis dat behoorde tot een reeks woningen die voor rekening van de Compagnie de l’Ouest de Bruxelles werden gebouwd langsheen de Vrijheidslaan; met als doel een nieuwe wijk rondom het park te creëren met weelderige huizen.

Opstand van twee bouwlagen onder een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Vrijheidslaan, een afgeronde hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Pantheonlaan. Gevel in oranje bakstenen met hardstenen plint en talrijke elementen in natuursteen (onderbouw, omlijsting van gevelopeningen, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en balkons). Zes massieve hardstenen dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. (geflankeerd door vazen) en twee lichtere dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Rechthoekige muuropeningen met omlijstingen versierd met driehoekige motieven. Dito motieven in de friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Klein trapezoïdaal balkon met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en op driehoekige consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in sommige muuropeningen van de verdieping. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Hoofdingang langs de Pantheonlaan met terugwijkend portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). en zware, smeedijzeren deur. Dienstingang langs de Vrijheidslaan, even hoog als de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Schrijn- en smeedijzerwerk bewaard.

Pantheonlaan 1 – Vrijheidslaan 2, z.d, Collectie Belfius Bank-Académie royale de Belgique © ARB – urban.brussels.

Achtergevel bestaande uit dezelfde materialen, maar zonder driehoekige motieven in de omlijstingen van de muuropeningen en de balkons. Twee schuine uitsprongen langs weerszijden van de gevel waartussen een terras die via twee trappen toegang geeft tot de tuin. Centraal drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de benedenverdieping; twee deurvensters voor trapezoïdaal balkon met een gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de verdieping. Vier massieve hardstenen dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. geflankeerd door vazen.

Zowel in de Pantheonlaan als in de Vrijheidslaan loopt de gevel door in een natuurstenen muur (uit 1933) die ongeveer even hoog is als de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en de omheining van de tuin vormt. De muur is bovenaan opengewerkt en wordt in segmenten geritmeerd door zuilen bekroond door een vaas. Het portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). in de Pantheonlaan dateert uit 1985.

Interieur
Op de benedenverdieping vormt een weelderige hal het centrum van het driehoekig grondplan: de vestiaire, de salon, de eetkamer, de keuken en een rond vertrek dat de hoek van de villa vormt, komen erop uit. De vloeren zijn bekleed met parket (behalve in de keuken) van verschillende houtsoorten in complexe patronen. In de inkomhal zijn de muren en de zoldering eveneens bekleed met een houten lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … (fries met driehoekig motief). De vestibule en de plinten zijn van marmer. Een weelderige trap met smeedijzeren leuningen leidt naar de eerste verdieping. De vertrekken op de benedenverdieping zijn voorzien van marmeren schoorsteenmantels en radiatorkasten in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…, marmer en/of keramiektegels.

Op de eerste verdieping leidt de nachthal naar twee grote slaapkamers, elk uitgerust met een aangrenzende badkamer, een kleine slaapkamer en een rond bureau op de hoek van het gebouw. De muren van de voornaamste badkamer zijn bekleed met geel marmer.

De hoogste verdieping, onder mansarde, is alleen toegankelijk via de diensttrap. Oorspronkelijk waren er vijf slaapkamers, een badkamer en een zolderRuimte onder het dak. gepland.

Beschermd als monument op 30.06.2022.


Bronnen

Archieven
GAK/DS 89 (1882), 2231-72 (1930), 3281-37 (1941), 6335-39 (1985).


Publicaties en studies
PIRLOT, A.-M., 
Koekelberg à la carte, MBHG, Brussel, 2013.
STEPMAN, C., VERNIERS, L., Koekelberg dans le cadre de la région nord-ouest de Bruxelles, De Boeck, Brussel, 1966.
SUTTER, D., Koekelberg. Au fil du temps… Au cœur des rues…, Drukker, Parijs, 2012.
TONDEUR, F., Koekelberg, CFC-Éditions, Brussel, 2000.
VAN LOO, A., Repertorium van de architectuur in België: van 1830 tot heden, Mercatorfonds, Antwerpen, 2003, blz. 193.