Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
R. BRONKERS – architect – 1912
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Koekelberg (DPC-DCE - 2020-2023)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2020-2022
id
Urban : 35658
Beschrijving
Burgerwoning
in eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., naar ontwerp van architect
R. Bronkers, 1912.
Maakt deel uit van een homogene enfilade burgerwoningen die loopt van nr. 36 tot nr. 64.
Hardstenen benedenverdieping, verdiepingen in witte baksteen met hardstenen elementen. Hoofdtravee met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de benedenverdieping; balkons van afnemende grootte op de verdiepingen; smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in iedere bouwlaag. Schrijnwerk gedeeltelijk bewaard.
Maakt deel uit van een homogene enfilade burgerwoningen die loopt van nr. 36 tot nr. 64.
Hardstenen benedenverdieping, verdiepingen in witte baksteen met hardstenen elementen. Hoofdtravee met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de benedenverdieping; balkons van afnemende grootte op de verdiepingen; smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in iedere bouwlaag. Schrijnwerk gedeeltelijk bewaard.
Bronnen
Archieven
GAK/DS 908-49 (1912).