Onderzoek en redactie
2020-2022
Bekijk de weerhouden gebouwenDe Pantheonlaan verbindt de Vrijheidslaan met de Keizer Karellaan en loopt daarbij langs het Elisabethpark. Ze heeft een groot aantal zijstraten.
Ze behoort tot de Koekelbergse Koningswijk. In het kader van zijn projecten ter verfraaiing van Brussel nam koning Leopold II zich voor het plateau van Koekelberg te verstedelijken. Al in 1862 stelde Victor Besme, wegeninspecteur van de Brusselse buitenwijken, voor de Antwerpselaan door te trekken in de richting van het plateau van Koekelberg. Het koninklijk besluit van 10.08.1864 keurde de realisatie van het project dat de Leopold II-laan zou worden goed. Het doortrekken van de laan was de basis voor een uitgebreid stedenbouwkundig plan om een nieuwe wijk aan te leggen op het plateau van Koekelberg. Voor de aanleg van de Koningswijk in Koekelberg zouden ettelijke ontwerpen worden gemaakt. Het nieuwe plan van aanleg voor het plateau van Koekelberg, uitgewerkt door Victor Besme, werd uiteindelijk op 28.07.1880 goedgekeurd. Het omvatte een uitgestrekt park in het verlengde van de Leopold II-laan, met als blikvanger een nationaal pantheon op het hoogste punt. Rond het park lopen mooie gebogen lanen met bebouwing aan één kant, waaronder de Pantheonlaan; symmetrisch aan weerszijden van het park vormen kaarsrechte straten een visgraatpatroon. Het geheel strekt zich uit over vier gemeenten: Koekelberg, Sint-Jans-Molenbeek, Jette en Ganshoren. De gemeentegrenzen tussen Koekelberg en Sint-Jans-Molenbeek moesten hertekend worden en werden op 03.03.1890 vastgelegd.
Net als andere straten in deze wijk houdt de naam van deze laan verband met de vijftigste verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid en het later weer afgevoerde project voor de bouw van een nationaal pantheon in Koekelberg.
Het eerste deel van de Pantheonlaan werd tussen 1890 en 1940 geleidelijk bebouwd, hoofdzakelijk met eengezinswoningen van dezelfde hoogte en dezelfde standing, die een lange, homogene enfilade met burgerwoningen vormt. Enkele woningen zijn evenwel bescheidener, zoals nrs. 6-8 (rond 1900) en er staan ook enkele appartementsgebouwen, zoals nrs. 31-32 en 33 (naar ontwerp van architect Fernand Lefever, 1932 en 1938). Voorbij het kruispunt met de Émile Bossaertlaan bestaat de bebouwing hoofdzakelijk uit appartementsgebouwen die dateren uit de jaren 1930 tot 1960.
Meerdere architecten kozen voor een eigen woning in deze laan: Jean L’Ancre (zie nr. 19), Fernand Lefever (zie nr. 59) – beiden ontwierpen in deze wijk bijzonder veel huizen – Émile Maes (zie nr. 62) en Henri Mardulyn (zie nr. 14). Op nr. 5 (naar ontwerp van architect Olivier Bonvalet, 1898) bevonden zich het huis en het atelier van schilder Léon Lebon, waarvan de grote glaspartij werd vervangen door een bijkomende verdieping. Burgemeester Oscar Bossaert liet er in 1930 eveneens zijn art-decowoning bouwen door architect Albert Callewaert, op de hoek met de Vrijheidslaan (zie nr. 1). De woning kwam er in de plaats van het oudste gebouw van de laan, dat deel uitmaakte van een geheel dat in 1882 werd gebouwd met voorgevel in de Vrijheidslaan. Andere gerenommeerde architecten tekenden panden langsheen deze laan: Paul Hamesse en zijn broers (nr. 69-69a in 1934, jammer genoeg ingrijpend verbouwd) en Victor Bourgeois (nr. 71 in 1932).
Bronnen
Archieven
GAK/DS 31-32: 2504-64 (1932); 33: 3094-26 (1938); 69-69a: 2710-35 (1934); 71: 2463-23 (1932).
Publicaties en studies
PIRLOT, A.-M., Koekelberg à la carte, MBHG, Brussel, 2013.
STEPMAN, C., VERNIERS, L., Koekelberg dans le cadre de la région nord-ouest de Bruxelles, De Boeck, Brussel, 1966.
SUTTER, D., Koekelberg. Au fil du temps… Au cœur des rues…, Drukker, Parijs, 2012.
TONDEUR, F., Koekelberg, CFC-Éditions, Brussel, 2000.