Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Albert CALLEWAERT – architect – 1929
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 13814
Beschrijving
Appartementsgebouw in art-decostijl n.o.v. arch. Albert CALLEWAERT, 1929.
Gebogen gevelfront in Savonnières voor de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en pleisterkalk (pleisterlaag met granito) op arduinen plint van drie bouwlagen en vijf ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Rechthoekige muuropeningen. Getraliede, licht verdiepte deur onder klein afdak; rechts drie gedeeltelijk beglaasde garagepoorten waarvan de hoge middelste poort in 1975 vervangen werd door winkelraam (arch. Jean-Marie CLINQUART). Stijlen met geometrische motieven. Smalle getraliede muuropening in laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Verdiepingen identiek: smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in eerste en vijfde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), deurvenster met balkon waarvan leuning in ijzer- en metselwerk in tweede en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), centrale gestapelde, trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Bewerkte, licht terugwijkende lateien. Eveneens bewerkte friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in Euville-steen, centraal onderbroken door rechte gevelbeëindiging boven erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..
Gebogen gevelfront in Savonnières voor de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en pleisterkalk (pleisterlaag met granito) op arduinen plint van drie bouwlagen en vijf ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Rechthoekige muuropeningen. Getraliede, licht verdiepte deur onder klein afdak; rechts drie gedeeltelijk beglaasde garagepoorten waarvan de hoge middelste poort in 1975 vervangen werd door winkelraam (arch. Jean-Marie CLINQUART). Stijlen met geometrische motieven. Smalle getraliede muuropening in laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Verdiepingen identiek: smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in eerste en vijfde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), deurvenster met balkon waarvan leuning in ijzer- en metselwerk in tweede en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), centrale gestapelde, trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Bewerkte, licht terugwijkende lateien. Eveneens bewerkte friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in Euville-steen, centraal onderbroken door rechte gevelbeëindiging boven erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..
Bronnen
Archieven
GAEtt./OW 4489 (1929), Inschr. Reg. 2788 (1975).
