Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2020-2022

id

Urban : 35601
lees meer

Beschrijving

Herenwoning in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met Beaux-ArtsinslagArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., 1915.

Ze maakt deel uit van een enfilade homogene woningen met gelijk bouwprofiel, die van nr. 241 tot nr. 281 loopt.

Opstand van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en vier bouwlagen. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel. Doorlopende  voegen op de benedenverdieping. Muuropeningen met gedrukte boogBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog. of rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., met decoratieve sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. . GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen op de benedenverdieping en de hoogste verdieping van de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door balkon met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en balustersVaasvormige spijl van een borstwering. uitgevend op een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Brede smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… inrijpoort in de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met doorgang naar de paardenstallen achteraan het perceel. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. bewaard; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Bronnen

Archieven
GAK/DS 1023-42 (1915).