Onderzoek en redactie

2020-2022

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Leopold II-laan is de brede verkeersader tussen het Saincteletteplein en het Elisabethpark. Onder de laan loopt een tunnel die doorloopt onder het park. Ze begint in Brussel, loopt door Sint-Jans-Molenbeek en eindigt in Koekelberg.

In 1859 werd Victor Besme wegeninspecteur van de Brusselse buitenwijken. In 1862 werkte hij een plan uit voor het uitbreiden en verfraaien van de Brusselse agglomeratie (Plan d’ensemble pour l’extension et l’embellissement de l’agglomération bruxelloise). Daarin stelde hij voor de Antwerpselaan door te trekken naar het plateau van Koekelberg. Het koninklijk besluit van 10.08.1864 keurde de realisatie van ontwerp van de toekomstige Leopold II-laan goed. Het doortrekken van de laan was de basis voor een uitgebreid stedenbouwkundig plan om een nieuwe wijk aan te leggen op het plateau van Koekelberg. Het plan daarvoor, van de hand van Victor Besme, werd in 1880 goedgekeurd.
In een eerste versie liep de laan maar tot aan de Jetsesteenweg. Het koninklijk besluit van 13.03.1865 keurde de verlenging goed tot aan de sleuf voor de spoorweg, die 1864 werd gegraven. Een brug over de spoorweg was toen niet gepland. De in 1871 ingehuldigde perrons van het station waren slechts bereikbaar via een voetgangersbrug. Pas in 1901 werd de beslissing genomen om de laan door te trekken met een brug die de verbinding met het Eugène Simonisplein zou vormen. In 1904 werd de brug even breed gemaakt als de laan, om onbelemmerd uitzicht op het Eugène Simonisplein en het park mogelijk te maken.
De aanleg van deze laan bracht met zich mee dat bij het kruispunt van de Jetsesteenweg en de Sint-Annakerkstraat, de plek die men "Blok" noemt, een groot aantal huizen werd afgebroken; ook verdween een groot stuk van het boomrijke park rond het eigendom van beeldhouwer Eugène Simonis en het pensionaat van mevrouw Goussaert, waarvan al een deel was opgeofferd voor de aanleg van de spoorweg. De gronden van het pensionaat werden in 1888 verkocht voor de bouw van nieuwe panden langsheen de laan.
In 1956 werd in de aanloop naar de Wereldtentoonstelling van 1958 een voorlopig viaduct gebouwd waarlangs men de stad nog sneller kon bereiken. Dat viaduct heeft de aanblik van de laan absoluut geen deugd gedaan. In het begin van de jaren 1990 werd het afgebroken na het in gebruik nemen van de Leopold II-tunnel, die intussen is omgedoopt tot Annie Cordytunnel.

De naam Leopold II-laan dateert van 01.07.1873.

Leopold II-laan, ter hoogte van nr. 222, z.d, Collectie Belfius Bank-Académie royale de Belgique © ARB – urban.brussels.

Het Koekelbergse gedeelte van de Leopold II-laan werd vanaf het einde van de jaren 1880 aan de pare kant bebouwd. In de omgeving van de Jetsesteenweg en de Sint-Annakerkstraat ging het om opbrengstwoningen met gelijkvloerse handelszaken, zoals het geheel van nr. 224 tot 230 uit 1891 en 1893 (zie onder die huisnummers) en de voormalige apotheek Vandevoorde in 1902 (zie nr. 232 en 234). De rest van de pare straatkant werd bebouwd met burgerwoningen in eclectische stijl (zoals nr. 240, naar ontwerp van architect Jansen, 1887) en met het neogotisch geïnspireerde schoolgebouw van het Institut des Ursulines. De enkele percelen die nog overbleven, werden in de jaren 1920 bebouwd, meer bepaald nr. 242 (zie aldaar) en nr. 290-292 (appartementsgebouw naar een ontwerp van architect Fernand Lefever, 1927).
Aan de onpare kant werden enkele huizen gebouwd in de jaren 1890, zoals het geheel van nr. 251 tot 261 (1890). Daarna werden er hoofdzakelijk in de jaren 1920 burgerwoningen en appartementsgebouwen opgetrokken (met als voorbeeld nr. 267 en 269, naar plannen van architect F. de Plaen in 1923, waarvan het schrijn- en smeedijzerwerk werden vervangen). Veel gebouwen in de nabijheid van de Léon Fourezstraat zijn ontworpen door architect Arthur Pladet, waaronder diens eigen huis en kantoor (zie nr. 275). Ondanks de verschillende stijlen en typologieën vormen de gebouwen aan de onpare kant van de laan een visueel homogene bouwlijn, van nr. 241 tot nr. 281.

Bronnen

Archieven
GAK/DS 240: 15 (1887); 251 à 261: 22bis (1890); 267 et 269: 1307-37 (1923); 290-292: 1877-73 (1927).

Publicaties en studies
PIRLOT, A.-M., Koekelberg à la carte, MBHG, Brussel, 2013.
STEPMAN, C., VERNIERS, L., Koekelberg dans le cadre de la région nord-ouest de Bruxelles, De Boeck, Brussel, 1966.
SUTTER, D., Koekelberg. Au fil du temps… Au cœur des rues…, Drukker, Parijs, 2012.
TONDEUR, F., Koekelberg, CFC-Éditions, Brussel, 2000.