Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1900
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2020-2022
id
Urban : 35602
Beschrijving
Burgerwoning
in eclectische stijl, 1900.
Maakt deel uit van een homogene huizenrij in eclectische en neoclassicistische stijl, van nr. 248 tot 288.
Opstand van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen, de eerste twee gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd., onder mansardedak. Gevelin witte baksteen met hardstenen elementen. Doorlopend balkon in twee eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de eerste verdieping met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzeren traliewerk; op de tweede verdieping met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Dakkapel onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. (verbouwd) en oculusvenster. Brede inrijpoort. Deur en kroonlijst bewaard; vensterschrijnwerk vervangen.
Maakt deel uit van een homogene huizenrij in eclectische en neoclassicistische stijl, van nr. 248 tot 288.
Opstand van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen, de eerste twee gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd., onder mansardedak. Gevelin witte baksteen met hardstenen elementen. Doorlopend balkon in twee eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de eerste verdieping met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzeren traliewerk; op de tweede verdieping met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Dakkapel onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. (verbouwd) en oculusvenster. Brede inrijpoort. Deur en kroonlijst bewaard; vensterschrijnwerk vervangen.
Bronnen
Archieven
GAK/DS 89 (1900).