Typologie(ën)

historische lift
opslagplaats/loods
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Josse VAN KRIEKINGEarchitect1911-1913

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 34865
lees meer

Beschrijving

Opbrengstpand in eclectische stijl, met commerciële benedenverdieping en magazijn achterin, ontworpen in 1911-1912 door architect Josse Van Kriekinge voor J. Bartelous & Fils, een firma gespecialiseerd in leerlooierij, lederwaren en huiden.

In september 1911 tekende de architect plannen voor de rechterhelft van het gebouw, evenals voor een achterliggend magazijn, waarvan het ontwerp echter in oktober van datzelfde jaar werd herzien. In 1912 ontwierp Van Kriekinge het linkerdeel van het gebouw. Tot slot voorzag hij het geheel in 1913 van een attiekverdieping onder plat dak.

Gebogen gebouw op een onregelmatig perceel op een verbreding van de square; gevel met twee vlakken in een stompe hoek. Opstand van zeven bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., de laatste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. , onder plat dak. Benedenverdieping en tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. in hardsteen met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., verdiepingen in baksteen versierd met hardstenen elementen. Elk gevelvlak is symmetrisch; het linker heeft twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, het rechter drie, het centrale breder.
Rechts, toegangsdeur met omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., en inrijpoort (thans met hout bekleed), van elkaar gescheiden door een etalage met geronde hoek die naar de toegangsportiek terugwijkt, onder een metalen ligger met kussenblokken en een kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Links, verbouwde winkelpui; oorspronkelijk, etalages met geronde hoek die naar de centrale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. terugweken, het geheel eveneens onder ligger.
In de bovenste bouwlagen, muuropeningen met moneel in het linkervlak en op de middentravee van het rechtervlak. Op de verdiepingen, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met op de vierde verdieping een deel van de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op twee lange consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. – overblijfselen van de oorspronkelijke staat – bekroond door een bakstenen postament1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. voor de attiekborstwering met metalen traliewerk. Op de eerste twee verdiepingen, doorlopend  balkon links, centrale balkons met afnemende breedte rechts; borstweringen op de derde verdieping. Vensters op de vierde verdieping bekroond door een boogvormig houten fronton, toegevoegd in 1913. Alle borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. zijn vervangen.
Toegangsdeur met getraliede ramen bewaard, evenals een deel van het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van het rechtervlak, met roedeverdeling in het onderlicht. Pui met oorspronkelijk raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling.

Interieur.
Oorspronkelijk, rechterdeel met één woning per verdieping. Driehoekig trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. vooraan op de linkertravee. Het ontwerp van het linkerdeel voorzag in een uitbreiding van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., eerst trapezoïdaal dan vijfhoekig, met centrale lift. Deze houten lift, van het merk Waygood Lift, en zijn metalen kooi met smeedijzeren traliewerk zijn bewaard gebleven; beglaasde schachtdeuren met roedeverdeling met ovale medaillonsRonde of ovale cartouche.. Eén appartement per bouwlaag in het linkerdeel. In de attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  moesten links mansardes en rechts een appartement komen.

Achteraan, magazijn van drie bouwlagen onder plat dak met een schilddakvormig daklicht in het midden en zadeldakvormige daklichten aan de zijkanten. Verdiepingen georganiseerd in U-vorm langs een galerij die toegankelijk is via een wenteltrap achteraan, met een centraal eerste trapdeel en tweede dubbel trapdeel met verschillend uitgewerkte stijlen.

Bronnen

Archieven
GAA/DS 13281 (23.01.1912), 13394 (03.05.1912), 13894 (19.08.1913).

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Aviation (square de l’)”, 1913.