Cameo

Bioscoop«Cameo»(hoek Paardgang) in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., naar ontwerp van architect Gaston Ide van 1925-1926.

Oorspronkelijk bioscoopzaal met balkon - in voorontwerp twee balkons - met capaciteit van ca. 775 toeschouwers. In 1932 aangevuld met cabaret-dancing «bar du Caméo» vervolgens «le Broadway» in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. in een modernistische stijl en door Moonens met medewerking van de schilder Ramah. In 1980 werd de bioscoopzaal opgesplitst in twee, in 1991 opnieuw aangepast.

Typisch, vrijwel blind gevelfront met publicitaire functie : similibekleding, plastisch decor en sterke vlakverdeling. Portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). gemarkeerd door een doorlopende , rondbogige spiralenfries met sluitsteen en flankerende volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., en dancing-ingang onder oculus ernaast, belijnd door een schijvenfries met florale motieven. Bovenbouw onderverdeeld in twee registersVensterstrook in een topgevel. met elkaar verbonden door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Centraal friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met medaillon met huisnaam «CAMEO», onderaan vier kleine, rechthoekige vensteropeningen en verdiepte panelen, boven twee oculusvensters. Oorspronkelijk cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met opschrift : «GASTON IDE / 1920-1926» aan de linkerkant en rechts onleesbaar. Hoofdgestel onderverdeeld in vakken waarin zeshoekige steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel..