Typologie(ën)

opslagplaats/loods
herenhuis

Ontwerper(s)

A. FOUGNIESarchitect1905

M. MERTENSarchitect1891

G. GHYSELS1905

INCONNU - ONBEKEND1913

Statut juridique

Ingeschreven op de bewaarlijst sinds 02 april 1999

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
  • Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Sociaal
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32980
lees meer

Beschrijving

Groothandel in fournituren waarvan de stichting teruggaat tot 1780, bestaande uit pakhuizen en een herenhuis gebouwd voor rekening van Ernest Absalon, tussen 1891 en 1913.

Op nr. 41. Pakhuis uit 1913; ontwerp toegeschreven aan architect Victor Horta. Gebouwd als uitbreiding van het aanpalende nr. 43-45. Constructie met ijzerskelet - roosteringen en kolommen - in het interieur; souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en vier bouwlagen onder mansardedak. Gevel van natuur- en hardsteen met twee brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Stijlovereenkomsten met de achtergevel van de voormalige Grand
Bazar Anspach, n.o.v. Horta van 1903, aan de Grétrystraat (zie Anspachlaan nr. 24-30). Geblokte hardstenen benedenbouw met sokkel en puilijst, geopend door rechthoekige tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst., getralied in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.; in 1933 ingevoegde deur.
Verdiepingen van natuur- en hardsteen voor omlijstingen, geritmeerd door getoogde lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). met geprofileerde imposten. Brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempel, I-balk op de eerste twee, hanenkamboog op de bovenste verdieping. Kroonlijst met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. ; getoogde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Bewaard raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met kleine roeden.

Op nr. 43-45. Herenhuis en pakhuis naar een ontwerp van de architect M.
Mertens (?), 1891.
Herenhuis van het dubbelhuistype, met neoclassicistische inslag; souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gevel van natuur- en hardsteen met horizontale geleding. Geblokte centrale risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. vanaf de puilijst, met balustrade,
entablement en bekronend frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Zware erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en bekroond door terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in de twee linker traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de bel-etage. Rechthoekige deur en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., verdiept op de benedenverdieping, in geriemde omlijsting met oren op de verdieping, op doorgetrokken lekdrempels. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..

Langs Arteveldestraat, tussen nr. 70 en 72. Pakhuis, oorspronkelijk met souterrain, twee bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); verhoogd met nogmaals twee bouwlagen en zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., n.o.v. architecten
A. Fougnies en G. Ghysels (1905). Later uitgebreid (zie nr. 41). Beschilderde bakstenen gevel met schaarse verwerking van hardsteen, geleed door de puilijst en vlakke pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Steekboogvensters, tweelichten in de linkertravee, met lekdrempel en onderdorpel. Klassieke beëindiging.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 41: 21384 (1913), 47048 (1933); 43-45: 21384 (1891), 23408 (1905).


Publicaties en studies
BORSI 
F., PORTOGHESI R, Victor Horta, Brussel, 1970, p. 190.