Typologie(ën)

kerk/kathedraal/basiliek

Ontwerper(s)

A. OTTO1913-1918

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoromaans

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 37940
lees meer

Beschrijving

In het binnenblok. Voormalige kerk van het Gesellen Verein of Duitse Katholieke Missie van Brussel, in neoromaanseArchitectuurrichting (ca. 1850) die zich beroept op voorbeelden uit de romaanse bouwkunst (10e-12e eeuw) . stijl naar een ontwerp van de architect A. Otto van 1913, voltooid in 1918.

Heden aanzienlijk verbouwd tot kantoren onder meer door inbreng van twee insteekverdiepingen. Voorheen eenbeukige kruiskerk met schip van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met zijkapellen, ruime viering met licht uitspringende transeptarmen, koor van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met zijkapellen en halfronde absis. Gevels in baksteen, afgewerkt met een omlopende bogenfries onder de daklijst; heden gedeeltelijk gecementeerdMet portlandcement bestrijken.. Gecombineerde bedaking. Voorpuntgevel voorheen met centraal rondboogportaal en ijzeren buitentrap, waarvan heden slechts bewaarde bovenste geleding met rondbogig vijf- en drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Ronde rechter traptoren met opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. lantaarn1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten. - drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op zuiltjes - en torenhelm met kruis.

Interieur. Voorheen tweeledige opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. in schip en koor, naar de zijkapellen geopend door rondbogenBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. op zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. met kubuskapiteel, erboven rondbogige drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Viering gemarkeerd door vierkante pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en platte gordelbogen; groot roosvensterRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood. omringd door oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster., met bewaarde glas-in- loodramen door W. Hintzen en G. Sodekamp (1916), in de transeptgevels. Overkluizing door kruisgewelven. Koorabsis gemarkeerd door een ronde scheiboog met meerledige archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op deelzuiltjesZuiltje dat een vensteropening verdeelt ter ondersteuning van een latei of de onderverdelende bogen.; rondboogvenstertjes en schijntriforium, hoofdaltaar onder baldakijn. Dubbel doksaal met balustraden, respectievelijk op drie- en zesdelige rondboogarcade. Heden slechts bewaarde bovenste geleding van transept en koor, omgevormd tot auditorium; bewerkte delen van natuursteen, voorts bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 28461 (1913-1918).