Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
museum
museum
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1600-1699
Pierre WINCQZ – Steenkapper – 1675
Richard VANDENDAELE – architect – 1973-1974
Jacques MOESCHAL – beeldhouwer – 1973-1974
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Traditionele architectuur
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31857
Beschrijving
Heden samenstel van
twee diephuizen onder zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken., respectievelijk manke trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. en combinatie
van lijstgevel en verhoogde halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken., in traditionele stijl gerestaureerd op
basis van oorspronkelijke getuigen en ordonnantie, n.o.v. architecten R. Vandendaele
en J. Moeschal van 1973-1974.
Gebruik van zandsteen voor plint en delen van de kwartholle dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind., neggen, het wigvormige ontlastingssysteem en de speklagen; voorts verwerking van andere natuursteen.
Nr. 4. volgens oude zichten en gevelopstand voorheen breedhuis met bepleisterde lijstgevel van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., haast vierkante op de lagere bovenste bouwlaag, en op de benedenverdieping een barok deurtje in de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (heden in nr. 6-8).
Nr. 6-8. Voorheen eveneens bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen.. Gevel opklimmend tot de 17e eeuw, bestaande uit een lijstgevel van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. van vier traveeën met halsbekroning op getrapte aanzetten. Behouden ordonnantie op de verdiepingen. Benedenverdieping met in eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) een fraai barok rondboogdeur uit ca. 1675 (afkomstig van nr. 4), met steenhouwersmerk van P. Wincqz (1635-1728, Feluy): geblokte hardstenen omlijsting met rolwerksluitsteen, imposten en neuten, onder gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. met horizontale aanzetten en bolornamenten.
Gebruik van zandsteen voor plint en delen van de kwartholle dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind., neggen, het wigvormige ontlastingssysteem en de speklagen; voorts verwerking van andere natuursteen.
Nr. 4. volgens oude zichten en gevelopstand voorheen breedhuis met bepleisterde lijstgevel van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., haast vierkante op de lagere bovenste bouwlaag, en op de benedenverdieping een barok deurtje in de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (heden in nr. 6-8).
Nr. 6-8. Voorheen eveneens bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen.. Gevel opklimmend tot de 17e eeuw, bestaande uit een lijstgevel van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. van vier traveeën met halsbekroning op getrapte aanzetten. Behouden ordonnantie op de verdiepingen. Benedenverdieping met in eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) een fraai barok rondboogdeur uit ca. 1675 (afkomstig van nr. 4), met steenhouwersmerk van P. Wincqz (1635-1728, Feluy): geblokte hardstenen omlijsting met rolwerksluitsteen, imposten en neuten, onder gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. met horizontale aanzetten en bolornamenten.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 82002 en 84857 (1973-1974).
Websites
BALat KIK-IRPA
4: BALat KIK-IRPA (deur)
Collections.heritage.brussels (Mode & Kant Museum)