Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Second-Empirestijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31426
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met elementen in Second-Empire, 1861. Gebouwde ter plaatse van ’t Vliegend Peert.

Vier bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel. Gewijzigde benedenbouw met houten bekleding (1954), uitgezonderd uiterst links vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. met Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. boven de inkom; oorspronkelijk door hermenOndersteuning in de vorm van een mannenfiguur; wanneer het onderlichaam vervangen is door een naar onderen taps toelopende pijler of pilaster spreekt men over een herme. geflankeerde hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., beglaasde boogopeningen en ingekerfde rankwerkversiering. Inspringende verdiepingen vanaf derde bouwlaag, geritmeerd door risalietvormende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempels, in derde bouwlaag in vlakke omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., stucsleutel en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., en met balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.; gegroefde penantenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. op derde bouwlaag. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.; dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met rozetRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood. en ingekerfde ranken, orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief.
en pseudo-frontonFronton waarvan de onderste zijde van het lijstwerk ontbreekt., tot ca. 1980 achter doorlopende  gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met jaartal 1861.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 20413 (1861); 62195 (1954).

Websites
BALat KIK-IRPA