Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

E. QUÉTIN1874

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30730
lees meer

Beschrijving

Afgeschuind hoekgebouw met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, naar ontwerp van architect Edm. Quétin van 1874.

Vijf bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (leien). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel met horizontale geleding en rechterzijrisaliet. Entresol met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.; beletage met gebogen gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en meanderfries ; hoogste twee verdiepingen met rechthoekige lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). en achtereenvolgens gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en paneelversiering. Rechthoekige bovenvensters met geriemde omlijsting met onder meer sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. tussen rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk. en orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Winkelpui van bij oorsprong, heden verbouwd ; toegevoegde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Onversierde achtergevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan Eclipsstraat.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 338 (1874).