Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Pierre Victor JAMAERarchitect1873

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30705
lees meer

Beschrijving

Huurhuis in eclectische stijl, naar ontwerp van architect P. V. Jamaer van 1873, voormaig Hotel EmpireStijlrichting (ca. 1800-1850) binnen het neoclassicisme met een specifieke vormentaal (palmetten, sfinxen, griffioenen, enz.) verwijzend naar Griekse, Egyptische of Oosterse Oudheid..

Vijf bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Lijstgevel van natuur- en hardsteen met horizontale geleding en symmetrische opstand gemarkeerd door hoekrisalieten. Bouwlaag belijnd door entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op bewerkte consoles, met ondermeer stafwerkOrnament, bestaande uit een pijp-, riet- of koordvormige vulling van cannelures tot op een derde van hun hoogte., schijven of meandersOrnamentenstrook die bestaat uit rechthoekig gebogen, doorlopende lijnen. in het friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., ook als gevelbeëindiging; gevelbrede gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons op tweede en derde bouwlaag, afzonderlijke borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. hogerop. Rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijsting, onder meer met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief.; drie oorspronkelijk rondbogige middenvensters van beletage aangepast naar ontwerp van architect O. Simon van 1902. Hoekrisalieten, deels geblokt en deels met pilastermarkering, bekroond door gebroken frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met bewerkt driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Kleinere dakkapellen met booglijst in middentraveeën. Oorspronkelijk zwaar omlijste rondbogige hoekportalen, cf. bewaard linkerbovenlicht, en drieledig winkelraam. rechter winkelpui in Nieuwe Zakelijkheid met marbritebekleding en oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. uit 1935, winkelinrichting met galerij in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. naar ontwerp van architect G. de Kuyper van 1926; linkerportaal verbouwd vanaf 1939.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 360 (1873), 25558 (1902), 44987 (1935), 33906 (1926), 49988 (1939).