Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1900-1910

Stijlen

Eclectisme

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 21081
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis in eclectische stijl, met handelspand op de benedenverdieping, ca. 1906.

Begin van bijzonder homogene huizenrij in eclectische stijl en Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., tot nr. 112.

Bakstenen gevel met elementen in witte baksteen en hardsteen. Drie bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., met drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen langs de Whitlocklaan en twee langs de Henrilaan, en een blindZonder opening; blind venster, schijnopening. muurvlak op de verdiepingen. Aan de Henrilaan, twee bijgebouwen van ongelijke hoogte van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen; ze delen eenzelfde gevel met het hoofdvolume. Meeste muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Langs de Whitlocklaan, benedenverdieping later voorzien van beglaasde voorbouw; zijtraveeën met elk een balkon en een kleiner balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Langs de Whitlocklaan, eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van het hoofdvolume met verspringende bouwlagen, oorspronkelijk met houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., vervangen door twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in 1949. Secundaire toegang tot eerste bijgebouw. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  grotendeels vervangen. Voortuin later afgesloten met muurtje.

Bronnen

Archieven
GASLW/DS 7025 (1949).