Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1778-1781

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30102
lees meer

Beschrijving

Geheel van drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. enkelhuizen volgens spiegelbeeldschema, in classicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl uit laatste kwart 18e eeuw; drie bouwlagen en driemaal vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder doorlopend  schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. (leien). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel met symmetrische opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. gemarkeerd door hoekrisalieten, en verkleinende ordonnantie, horizontaal belijnd door de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met rechthoekige keldermonden, de pui- en de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Rechthoekige muuropeningen. Inrijpoorten met geprofileerde dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. doorlopend in de puilijst, in de risalietenRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; deur in de achtste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenvensters met geriemde omlijsting, bovenvensters licht verdiept; later toegevoegde lekdrempels. Verdiepte panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de derde bouwlaag en onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Zes afgewolfdeZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Nr. 3. Toevoeging van lekdrempels en verwijdering van de omlijstingen van de benedenvensters: een vereenvoudigde uitvoering van een project tot verfraaiing in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl van 1864. Poort gedicht in 1920 en opnieuw geopend tijdens de restauratie van nr. 3-5 naar ontwerp van architect G. Somers van 1976.

Nr. 7. Toevoeging van een hardstenen balkon met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., doorlopend  in de puilijst, waarvoor bouwtoelating toegekend in 1891, na een eerdere weigering in 1865. Tegelijkertijd toevoeging van een annex en stallingen in neo-Vlaamse-renaissancestijl. Inwendige verbouwing en uitbreiding naar ontwerp van architecten E. en R. Brassinne van 1939.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 10296 (1864), 27820 (1920), 88047 (1976), 10299 (1891, 1865), 51012 (1939).