Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

F. VAN OPHEM1908

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30085
lees meer

Beschrijving

Huurhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, naar ontwerp van architect F. Van Ophem van 1908; zes bouwlagen en twee brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen). 

Lijstgevel van simili-natuur- en hardsteen, met classicerend decor, onder meer guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. , dropconsoles en stafwerkOrnament, bestaande uit een pijp-, riet- of koordvormige vulling van cannelures tot op een derde van hun hoogte.. Entresol geopend door rondbogige pseudodrielichten met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Eerste twee verdiepingen gemarkeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en een klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; respectievelijk rechthoekige en getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., gebogen en rechte balkons met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Derde verdieping opgevat als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst.. Hoogste verdieping uitgewerkt als imposant dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met schouderstukken en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., geopend door een rondbogig vierlicht met opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., en afgewerkt met een klokvormig pseudo-fronton waarin een ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; flankerende, hoge polygonale postamenten. Verbouwde winkelpui.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 4260 (1908).