Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Pierre MEEWISarchitect1908

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 5305
lees meer

Beschrijving

Ensemble van vier eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. opbrengsthuizen met Beaux-ArtsArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. reminiscenties n.o.v. arch. Pierre Meewis, 1908, nr. 36-38-40 uitgezonderd want gedateerd ‘1906'.

Vier brede, symmetrische gevels met vijf bouwlagen en vijf gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarbij centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) inspringt. Hardstenen benedenverdieping. Verdiepingen bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. in simili-natuursteen met witstenen elementen. Vorm van muuropeningen varieert volgens bouwlagen, doch overwegend rechthoekige. Elke gevel verlevendigd door spel van doorlopende  en afzonderlijke balkons. Benedenverdieping met centraal privé-deur geflankeerd door twee identieke winkelpuien, elk bestaande uit uitstalraam naast winkeldeur. Meeste handelsruimten met fraaie bewaard pui met medaillonvormende roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd.. Gevels onderscheiden zich door variërende decoratie; hoofdzakelijk gevormd uit kleine geometrische elementen zoals groeven en neuten op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en muurdammenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.. Verdiepingen met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. volgens verschillende orden. Bewaard gietijzer- en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Gevels twee per twee vergelijkbaar: twee laterale (nr. 18-20-22 en 36-38-40) en twee centrale gebouwen (nr. 24-26-28 en 30-32-34) hebben sterk op elkaar lijkende composities.

Nr. 18-20-22 en 36-38-40. Zijtraveeën verbonden door doorlopende  balkons volgens verkleinende ordonnantie. Rondboogopeningen in hoogste bouwlaag met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Nr. 18-20-22 valt op door fraaie deuromlijsting met in- en uitspringende hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. en door haar klein halfrond balkon erboven.

Nr. 24-26-28 en 30-32-34. Muuropeningen in vierde bouwlaag met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Zijtraveeën op overige verdiepingen verbonden door doorlopende  balkons. Nr. 30-32-34 valt op door fraaie centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Bronnen

Archieven
GASG/DS 18-20-22, 24-26-28, 30-32-34: 219 (1908); 36-38-40: 194 (1905).