Typologie(ën)

gelijkvloers met handelszaak
woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

Léon JANLETarchitect1907

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30084
lees meer

Beschrijving

Rijhuis in eclectische stijl met neorenaissance-inslag, naar ontwerp van architect L. Janlet van 1907; vier bouwlagen + entresol en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldak (kunstleien). 

Lijstgevel van simili-natuur- en hardsteen, met door entablementen gemarkeerde registersVensterstrook in een topgevel. en middenrisaliet met balkon en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., doorlopend in een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Opengewerkte benedenbouw met geblokte hoekposten; winkelpui gewijzigd. Eerste verdieping met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en guirlandefries ; hoogste twee met respectievelijk Dorische en Ionische pilasters, balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en paneelversiering. Imposant dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen., voluten, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., en rondboogvenster; topstuk met bouwjaar 1908, reliëf, driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 2065 (1907).