Ontwerper(s)
Henri VAN MASSENHOVE – architect – 1911
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016-2019
id
Urban : 29358
Beschrijving
Herenwoning
in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. getekend en gedateerd aan de rechterzijde van de onderbouw
‘H.(enri) VAN MASSENHOVE Architecte 1911’.
Gebouwd i.o.v. Auguste Van de Kerckhove, fabrikant in natuurlijke oliën met fabriek in de Belgradostraat nr. 30. De initialen van de opdrachtgever zijn verwerkt in het timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. van de inrijpoort. De tuin reikt tot aan de Canadastraat waar ze afgesloten wordt door een bakstenen omheiningsmuur.
Opstand van drie bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Natuurstenen gevel met hardstenen plint. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Korf- en rondboogvormige muuropeningen op de benedenverdieping waaronder een centrale deur en een inrijpoort. Rechthoekige muuropeningen op de verdiepingen. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door terras met balusterborstwering. De muuropeningen worden overvloedig versierd met guirlandes, neerhangende bloemenslingers en cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Schrijnwerk bewaard.
Achtergevel bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en voorzien van een lagere voorsprong in geëmailleerde baksteen en blauwe hardsteen.
Het eerste stuk van de tuin werd aangelegd rond een cirkelvormig pad met centraal standbeeld.
Interieur: De benedenverdieping is ingedeeld in een centrale gang met aan weerszijden drie opeenvolgende kamers met twee salons en een eetkamer aan linkerzijde en een garage, sanitaire kamer en bureau aan de rechterzijde. Centraal achteraan situeren zich de vestibule en een bureau die leiden naar een terras. Het geheel bevindt zich in zijn oorspronkelijke toestand met rijke versiering in eclectische stijlen (mozaïeken vloeren, houten lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, plafonds met lijstwerk en/of cassettes, marmeren schoonsteenmantels en glas-in-loodramen). Wintertuin op de verdieping, langs de achterzijde.
Beschermd op 15.05.1997.
Gebouwd i.o.v. Auguste Van de Kerckhove, fabrikant in natuurlijke oliën met fabriek in de Belgradostraat nr. 30. De initialen van de opdrachtgever zijn verwerkt in het timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. van de inrijpoort. De tuin reikt tot aan de Canadastraat waar ze afgesloten wordt door een bakstenen omheiningsmuur.
Opstand van drie bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Natuurstenen gevel met hardstenen plint. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Korf- en rondboogvormige muuropeningen op de benedenverdieping waaronder een centrale deur en een inrijpoort. Rechthoekige muuropeningen op de verdiepingen. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door terras met balusterborstwering. De muuropeningen worden overvloedig versierd met guirlandes, neerhangende bloemenslingers en cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Schrijnwerk bewaard.
Achtergevel bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en voorzien van een lagere voorsprong in geëmailleerde baksteen en blauwe hardsteen.
Het eerste stuk van de tuin werd aangelegd rond een cirkelvormig pad met centraal standbeeld.
Interieur: De benedenverdieping is ingedeeld in een centrale gang met aan weerszijden drie opeenvolgende kamers met twee salons en een eetkamer aan linkerzijde en een garage, sanitaire kamer en bureau aan de rechterzijde. Centraal achteraan situeren zich de vestibule en een bureau die leiden naar een terras. Het geheel bevindt zich in zijn oorspronkelijke toestand met rijke versiering in eclectische stijlen (mozaïeken vloeren, houten lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, plafonds met lijstwerk en/of cassettes, marmeren schoonsteenmantels en glas-in-loodramen). Wintertuin op de verdieping, langs de achterzijde.
Beschermd op 15.05.1997.
Bronnen
Archieven
GAV-DS 5157 (1910), 23227 (2003), 24905 (2010).