François Rigasquare 10

Burgerhuis met invloed van de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., 1922.

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, van nr. 1 tot nr. 17.

Drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Grotendeels bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en oranjekleurige baksteen in muurdammen op hardstenen plint. Steekboogvormige muuropeningen op de benedenverdieping, rondbogig op de eerste verdieping, rechthoekig op de tweede. Op de benedenverdieping, oorspronkelijk een klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een garagepoort links, een getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een deur rechts; in 1938 werd het linkervenster dichtgemetseld en werd van de garagepoort een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. gemaakt. Rondbogige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op druiper, bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor een T-vormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Mansarde met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. versierd met guirlandes. Bewaarde deur met getraliede ramen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen. Smeedijzeren traliewerk van het voortuintje bewaard.